Gouden eeuw renaissanceliteratuur

Waar denk je aan bij
middeleeuwse literatuur?
1 / 18
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Waar denk je aan bij
middeleeuwse literatuur?

Slide 1 - Woordweb

Renaissanceliteratuur

Slide 2 - Tekstslide

Leg een begrippenlijst aan met de volgende groene begrippen uit de PDF:

klassieke oudheid, renaissance, homo universalis, humanisten, rederijkers, tragedies, lofdichten, epen, Griekse mythologie, poëzie, reisbeschrijvingen, epos, tragedie, didactische poëzie, klucht, proza

staan dikgedrukt in deze LessonUp

Slide 3 - Tekstslide

Renaissanceliteratuur
  • 16e eeuw
  • Centraal: leven op aarde en mens zelf
  • Interesse in ideeën van denkers en schrijvers uit klassieke oudheid
  • Culturele en wetenschappelijke beweging vanuit Italië (15e eeuw) → renaissance

Slide 4 - Tekstslide

Veranderingen
  • Ontdekkingen  → veranderd wereldbeeld
  • Boekdrukkunst
  • Realistische natuur in de kunst
  • Schoonheid als kunstideaal
  • Respect voor de individuele mens (klassieke oudheid)

Slide 5 - Tekstslide

Homo universalis
  • Iemand die thuis was in vrijwel alle kunsten en wetenschappen
  • Humanisme
  • Invloed op het onderwijs  → Latijn: internationale taal van geleerden
  • Culturele elite van schrijvers en geleerden > rederijkers
  • Literatuur voor geleerde individuen

Slide 6 - Tekstslide

Erasmus (1469-1536)
  • Humanist, theoloog, filosoof & schrijver
  • Holland
  • Priester

Slide 7 - Tekstslide

Werken door dichters:
Klassiek naar vorm en inhoud
  • Tragedies ++
  • Lofdichten +
  • Epen ++
  • Komedie -
  • Didactische poëzie -
  • Liefdeslyriek -
  • Klucht - -
  • Verhalend proza - -

Slide 8 - Tekstslide

P.C. Hooft (1581-1647)
  • Schrijver
  • Geleerde individu
  • Nederlandsche historiën: geschiedenis van de opstand van Nederland tegen Spanje
  • Warenar (komedie om de opvoering van een tragedie te bekostigen)

Slide 9 - Tekstslide

Constantijn Huygens (1596-1687)
  • Dichter
  • Briljante alleskunner 
  • Schreef meer dan zevenduizend brieven naar andere geletterden en geleerden

Slide 10 - Tekstslide

Joost van den Vondel (1587-1679)
  • Een van de weinige dichters die niet van hoge afkomst of klassiek geschoold waren
  • Gijsbrecht van Aemstel 

Slide 11 - Tekstslide

G.A. Bredero (1585-1618)
  • Net als Van den Vondel een 'gewone' Amsterdammer
  • Klucht van de koe
  • Spaanschen Brabander 
  • Kroegscènes en vrijpartijen in Bredero's toneelstukken waren geliefd bij een groot publiek. 

Slide 12 - Tekstslide

Jacob Cats
  • Schreef gedichten over hoe je je moest gedragen -> zeer populair 

Slide 13 - Tekstslide

Volkstaal
  • Renaissanceliteratuur in de volkstaal
  • Nederlands moest op het niveau van het Latijn komen
  • Basis voor huidige Nederlands 
  • Gelegenheidspoëzie: geleerde gedichten bij een geboorte, een huwelijk of een overlijden
  • Verruimd begrip literatuur: niet alleen toneel en poëzie, maar ook reisbeschrijvingen en geschiedenisboeken

Slide 14 - Tekstslide

Maak vraag 3, 4 en 5

Slide 15 - Tekstslide

3 Welke klassieke elementen zijn vooral kenmerken van renaissanceliteratuur (denk aan vorm én inhoud)?
De volgende klassieke elementen zijn kenmerken van de renaissanceliteratuur:
Auteurs namen het idee van respect voor de individuele mens over uit de klassieke oudheid.
Veel dichters gingen werken schrijven die klassiek waren naar vorm en inhoud, zoals bijvoorbeeld tragedies, lofdichten en epen. De stof haalden zij vaak uit de Griekse mythologie.

Slide 16 - Tekstslide

4 Het toneel als literair genre nam in de zeventiende eeuw (niet alleen in Nederland) een hoge vlucht. Waarom zou juist het toneel zo populair geworden zijn?

Het toneel werd zo populair omdat de toneelstukken in de volkstaal werden geschreven en opgevoerd. Ze waren vaak levensecht (met vrijpartijen en kroegscènes). Veel steden kregen in de zeventiende eeuw een schouwburg.

Slide 17 - Tekstslide

5 Literatuur was in de zeventiende eeuw een ruim begrip. Leg dat uit.
Literatuur was ‘ter lering ende vermaak’. Daardoor werd het begrip literatuur ruim genomen: niet alleen toneel en poëzie, ook reisbeschrijvingen en geschiedenisboeken behoorden ertoe.

Slide 18 - Tekstslide