P1 - Les 6A - paragraaf 2.4 verzorgingsstaat 2.0

Welkom bij geschiedenis
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij geschiedenis

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt de uitvoering van de participatiesamenleving beschrijven.
  • Je kan in eigen woorden uitleggen wat individualisering betekend.

Slide 2 - Tekstslide

Onze afspraken
  1. In onze klas mag je altijd een vraag stellen. 
  2. Rust in de klas                                        - Als ik uitleg -> stilte.                          - Geconcentreerd werken -> stilte
  3. Telefoon, jassen, petten en AirPods zijn niet zichtbaar zonder mijn toestemming. 
  4. Vertrouwen

Slide 3 - Tekstslide

Staatsinrichting 
van Nederland
Oefenen


Slide 4 - Tekstslide

Wat is: Sociale zekerheid?
A
Verbod op kinderarbeid
B
Een samenleving waarin de overheid veel zaken regelt voor de burgers.
C
Financiële steun van de overheid voor mensen die dat nodig hebben.
D
Recht op onderwijs

Slide 5 - Quizvraag

Wat is: Verzorgingsstaat?
A
Recht op zorg in een ziekenhuis als je dat nodig hebt
B
Een samenleving waarin de overheid veel zaken regelt voor de burgers.
C
Financiële steun van de overheid voor mensen die dat nodig hebben.
D
Recht op pensioen.

Slide 6 - Quizvraag

Bij welke partij hoort deze persoon?
A
Vrijheidsbond
B
Anti-Revolutionaire Partij (ARP)
C
Rooms-Katholieke Staatspartij (RKSP)
D
Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP)

Slide 7 - Quizvraag

8 uur werken
8 uur slapen
8 uur vrije tijd

Welke partij wil dit bereiken voor de arbeiders?
A
SDAP
B
Vrijheidsbond
C
RKSP
D
ARP

Slide 8 - Quizvraag

Welke partij wilde algemeen kiesrecht voor mannen?
A
ARP
B
SDB
C
SDAP
D
liberale Unie

Slide 9 - Quizvraag

Welke politieke leider kwam op voor de 'gewone mens' of 'kleine luyden'?
A
Schaepman
B
Thorbecke
C
Troelstra
D
Kuyper

Slide 10 - Quizvraag

Welke socialistische partij wilde een parlementaire democratie?
A
SDB
B
SDAP

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een vakbond?
A
een groep werknemers die zich verenigt
B
Een groep werkgevers die zich verenigt
C
Kleding die vaak werd gebruikt bij protesten
D
Politici die hun politieke ideeën baseren op arbeid

Slide 12 - Quizvraag

Nederland kreeg in 1848 een nieuwe grondwet. Hieronder staan vier uitspraken over deze grondwet. Welke twee uitspraken zijn juist?
A
Met de nieuwe grondwet werd de schoolstrijd opgelost.
B
Nederland werd een constitutionele monarchie.
C
Het kiessysteem van evenredige vertegenwoordiging werd in de grondwet vastgelegd.
D
De nieuwe grondwet was het begin van de ministeriële verantwoordelijkheid.

Slide 13 - Quizvraag

In 1960 was er een groot tekort aan woningen. Daarom vond de Tweede Kamer dat er extra woningen moesten worden gebouwd. Het kabinet weigerde dit, omdat er niet genoeg bouwvakkers waren. Daarop moest het kabinet aftreden.
Welke uitspraak bij de tekst is juist?

Bij een ruzie tussen het kabinet en de Tweede Kamer:
A
bepaalt de koning(in) wie gelijk heeft.
B
is de Tweede Kamer de baas.
C
worden de leden van de Tweede Kamer ontslagen.

Slide 14 - Quizvraag

Wat was geen maatregel tijdens de wederopbouw?
A
Bonnensysteem
B
Sociale wetten
C
Lage loonpolitiek
D
sociale verzekeringen

Slide 15 - Quizvraag

Wat waren twee oorzaken van de sociale kwestie?
A
Verbod op kinderarbeid
B
Invoering sociale grondrechten
C
Armoede & slechte hygiëne
D
Recht op onderwijs

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de AOW?
A
Pensioenuitkering van de overheid
B
Werkloosheidsuitkering van de overheid
C
Arbeidsongeschiktheids -uitkering van de overheid
D
Sociale verzekeringsuitkering van de overheid

Slide 17 - Quizvraag

Socialisten vinden ... het allerbelangrijkste:
A
gelijkheid
B
vrijheid
C
veiligheid
D
vrije tijd

Slide 18 - Quizvraag

Liberalen vinden ... het aller belangrijkste
A
vrijheid
B
gelijkheid
C
geld
D
geloof

Slide 19 - Quizvraag

Leg uit:
Wat betekend vergrijzing?

Slide 20 - Open vraag

Waarom zaten er lang geen socialisten in de Nederlandse regering?
A
De socialisten waren net opgericht en moesten nog bekend worden.
B
Mensen dachten dat de socialisten gevaarlijk waren
C
De koning wilde niet dat er socialisten macht zouden krijgen.
D
Er was censuskiesrecht, daardoor mochten alleen de 'rijken' stemmen.

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een sociaal grondrecht?
A
bescherming van de burgers voor de overheid.
B
bescherming van de burgers door de overheid.
C
bescherming van de burger voor de burgers
D
bescherming van de overheid door de burgers

Slide 22 - Quizvraag

Wie is dit?
A
Hendrick Colijn
B
Willem Drees
C
Wim Kok
D
Pieter Jelles Troelstra

Slide 23 - Quizvraag

Hoeveel leden heeft de Eerste Kamer?
A
45
B
55
C
65
D
75

Slide 24 - Quizvraag

Wat was geen oorzaak van de bezuinigingen in de jaren '80?
A
Economische crisis
B
Stijgende lonen
C
Vergrijzing
D
Stijging werkloosheid

Slide 25 - Quizvraag

Hoeveel leden heeft de Tweede Kamer?
A
100
B
120
C
130
D
150

Slide 26 - Quizvraag

Leg in eigen woorden uit wat werkverschaffingsprojecten waren en waarom deze nodig waren.

Slide 27 - Open vraag

Bij welke zuil hoort hetgeen je in deze foto ziet?
A
Socialisten
B
Protestanten
C
Rooms-Katholieken
D
Liberalen

Slide 28 - Quizvraag

Wat is Geen(!) sociaal grondrecht?
A
Het recht op werk
B
Het recht op gezondheidszorg
C
Het recht op bewoonbaarheid van land
D
Het recht op een uitkering

Slide 29 - Quizvraag

Ministeriële verantwoordelijkheid betekent dat
A
De minister is verantwoordelijk voor zichzelf
B
De minister moet verantwoording afleggen aan de koning
C
De minister moet verantwoording afleggen aan het parlement
D
De minister moet verantwoording afleggen aan de minister-president

Slide 30 - Quizvraag

Nieuw in de Grondwet van 1848 was:
A
Censuskiesrecht
B
Algemeen kiesrecht
C
De regering is de hoogste macht
D
Recht op onderwijs

Slide 31 - Quizvraag

Wat is een sociale verzekering?
A
Verzekering voor werktijden en de veiligheid in de fabrieken.
B
Bescherming van de burgers door de overheid.
C
Een verzekering van de overheid die je tegen inkomensverlies beschermt
D
Verzekering voor hulp bij rechtszaken tegen de overheid.

Slide 32 - Quizvraag

Wie is dit?
A
Aletta Jacobs
B
Koningin Wilhelmina
C
Wilhelmina Drucker
D
Emmeline Pankhurst

Slide 33 - Quizvraag

Wat is geen sociale wet?
A
Leerplichtwet (1901)
B
Woningwet (1901)
C
Ongevallenwet (1901)
D
Onderwijs wet (1902)

Slide 34 - Quizvraag

Bezuinigingen
  • Economische crisis (jaren '80)
  • Bezuinigingen onder Ruud Lubbers
  • Vergrijzing
  • Overheid betaald mee aan de AOW
  • Verhoging pensioenleeftijd

Slide 35 - Tekstslide

Eigen verantwoordelijkheid
  • Opkomst (Neo)liberalisme
Sterke nadruk op marktwerking en het terugdringen van de invloed van vakbonden, staatsbedrijven en andere collectieve voorzieningen.
  • Meer redenen aanpassingen verzorgingsstaat:
  1. Stelsel van sociale zekerheid/ voorzieningen te ingewikkeld
  2. Mensen willen niet meer meebetalen voor een ander. 
  • Participatiewet uit 2015: tegenprestatie voor uitkering


Slide 36 - Tekstslide

Individualisering
  • Deel politiek: Verzorgingsstaat te veel gericht op financiële steun. 
  • Meer eigen verantwoordelijkheid 
  • Individualisering van de samenleving. 
  • Participatiesamenleving.

Slide 37 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt de uitvoering van de participatiesamenleving beschrijven.
  • Je kan in eigen woorden uitleggen wat individualisering betekend.

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video