Vragen opdracht 6 via LessonUp
1 / 15
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
a Zet de samenvatting van alinea 2 in de juiste volgorde door de cijfers 1 t/m 4 ervoor te zetten.
Slide 3 - Open vraag
b. In alinea 2 staat: ‘Hij raakt met zijn opmerking aan de belangrijkste reden
waarom Engelsen zoveel waarde hechten aan voetbal op deze dag.’ Kijk naar de
antwoordmogelijkheden van 9a. In welk antwoord staat die belangrijkste reden?
waarom Engelsen zoveel waarde hechten aan voetbal op deze dag.’ Kijk naar de
antwoordmogelijkheden van 9a. In welk antwoord staat die belangrijkste reden?
A
Antwoord 1
B
Antwoord 2
C
Antwoord 3
D
Antwoord 4
Slide 4 - Quizvraag
c Hoe sluiten alinea 3 en 4 aan op alinea 2? Kies het juiste antwoord.
A
Alinea 3 en 4 geven een voorbeeld bij wat er in alinea 2 staat.
B
B Alinea 3 en 4 maken de opsomming die in alinea 2 is begonnen af.
C
C Alinea 3 en 4 vatten de informatie die in alinea 2 staat samen.
Slide 5 - Quizvraag
d Naar welke wedstrijd verwijst ‘de vredeswedstrijd’ (alinea 3)?
Slide 6 - Open vraag
e Waarom worden er veel televisierechten verkocht op Boxing Day (alinea 4)? Gebruik
maximaal 15 woorden voor je antwoord.
maximaal 15 woorden voor je antwoord.
Slide 7 - Open vraag
f In alinea 5 staat: ‘Vroeger werd er nog meer gevoetbald tijdens kerst’. Welke twee zinnen uit deze alinea leggen uit waarom dat nu niet meer zo is?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
a Zet de zinnen uit de samenvatting in de juiste volgorde.
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
a Wat is een ander woord voor gebruikelijk (r. 5)?
Slide 12 - Open vraag
b Wat betekent van oudsher (r. 15)?
Slide 13 - Open vraag
c Wat zijn commerciële redenen (r. 33)?
Slide 14 - Open vraag
d Geef een ander woord voor amper (r. 34).
