Les 2 par. 8.2 Frequentie

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



● Leerdoelen bespreken
● Terugblik: ..............
● Uitleg: ..............
● Zelfstandig werken
● Leerdoel behaald?
Welkom bij NaSk1
bij
bij
TELEFOON thuis of 
in de kluis.

LAPTOP in je tas.
Leg je spullen op tafel
Wat gaan we doen?
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Beginpagina met timer

Plaatje aanpassen aan het onderwerp van de les.

Wat hebben we de vorige les gedaan?
Welke doelen stonden centraal?
Wat weten we er nog van?
bij
bij
in de tas.
Laptop 
Licht en beeld
NaSk1  3Mavo

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H8 Geluid
bij
bij
in de tas.
Laptop 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen par. 8.2
Frequentie
Je leert:
* Hoe muziekinstrumenten verschillende tonen maken
* Welke tonen je kunt horen
* Wat het verband is tussen een trilling en een toonhoogte



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toonhoogte
Snaren en Toonhoogte
De toonhoogte van een gitaar kun je makkelijk aanpassen. Dit doe je als je er muziek mee wilt maken, maar ook als je het instrument wilt stemmen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snaarinstrumenten
Hoe korter de snaar, hoe hoger de toon.
Hoe dunner de snaar, hoe hoger de toon.
Hoe strakker de snaar, hoe hoger de toon.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toon en trilling

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toonhoogte verhogen/verlagen
Er zijn drie manieren waarop je de toonhoogte van een snaar kunt verhogen:
De snaar strakker spannen.
De snaar korter maken.
De snaar dunner maken.

Er zijn drie manieren waarop je de toonhoogte van een snaar kunt verlagen:
De snaar losser spannen.
De snaar langer maken.
De snaar dikker maken.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stemvork
Een stemvork trilt als hij geluid maakt. Met een trilling bedoelen we in de natuurkunde een beweging die zich steeds herhaalt. Als je een been van een stemvork in slowmotion bekijkt zie je dat hij steeds heen en weer beweegt. Als je de stemvork 
  met rust laat, komen de 
     benen uiteindelijk tot 
            stilstand. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trillingen
Met een trilling bedoelen we in de natuurkunde een beweging die zich steeds herhaalt. 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel trillingen staan er in de afbeelding?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Frequentie
Frequentie is het aantal trillingen per seconde.
Het symbool voor frequentie is de kleine letter f. 
De frequentie wordt gemeten in hertz (Hz). 
Zichtbaar geluid

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frequentiebereik mens
Mensen kunnen niet alle frequenties horen. De frequenties die mensen kunnen horen liggen tussen de 20 en 20.000 Hz. We noemen dit het
frequentiebereik van het mensenlijk gehoor. Dit frequentiebereik wordt kleiner als we ouder worden. We horen dan steeds minder lage en
hoge tonen. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frequentiebereik dieren

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Trillingstijd/frequentie
Om iets te kunnen zeggen over de toonhoogte van een geluid, kun je kijken naar de frequentie (f) of de trillingstijd (T). Hoe hoger de frequentie , hoe groter het aantal trillingen per seconde. 
Hoe groter het aantal trillingen per seconde, hoe hoger het geluid. 
Bij een hogere frequentie duurt elke trilling steeds minder lang. Het is logisch dat frequentie en trillingstijd zoveel met elkaar te maken hebben. 
In de formuledriehoek hiernaast zie je het verband tussen de trillingstijd en de frequentie.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld
Een trillend voorwerp doet precies 30 ms over 1 trilling. Hoe groot is de frequentie van deze trilling?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2 - uitwerking

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig opdracht
Mogelijkheid om verlengde instructie te geven 



Ben je klaar?
Nakijken & verbeteren
Daarna 
timer
10:00

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Lezen §1.1 uit je boek

Maak de "gewone" opgaven en route ⨀

kies eventueel uit:
✱ - route



Zs

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Lezen §1.1 uit je boek

Maak de "gewone" opgaven en route ⨀

kies eventueel uit:
✱ - route



Zf

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
Hoe ging de les?
Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 

Lesdoelen: 
hoe muziekinstrumenten verschillende tonen maken
welke tonen kun je horen
wat is het verband tussen een trilling en de toonhoogte

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een lage toon heeft
A
veel trillingen
B
weinig trillingen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een oscilloscoop maakt geluid ...
A
Hoorbaar
B
Zichtbaar

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De benen van een stemvork bewegen in 10 seconden 660 keer heen en weer.
Hoe groot is de frequentie?
A
660 Hz
B
6600 Hz
C
66 Hz

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe hoger de frequentie hoe ...... het geluid
A
Harder
B
Hoger
C
Lager
D
Zachter

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een snaar trilt 120 keer per minuut. Wat is de frequentie?
A
2 Hz
B
60 Hz
C
120 Hz
D
4 Hz

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Deze slide heeft geen instructies