In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welkom!
Welkom
Slide 2 - Tekstslide
Welkom!
Planning:
Nakijken 8.1
10 min
Uitleg Muziekinstrumenten
10 min
Maken opdracht 34 t/m 44
10 min
Uitleg Frequentie en Trillingstijd berekenen
15 min
Maken opdracht 45 t/m 56
15 min
Lesafsluiting met LessonUp
10 min
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Wat? Maak 8.1 helemaal behalve de ster-opdrachten af
Hoe? In je geprinte boekje
Tijd? 15 minuten
Resultaat? Klassikaal bespreken
Klaar? Maak ook de ster-opdrachten
Ook daarmee klaar? Lees 8.2 + maak 34 t/m 44
timer
15:00
Slide 5 - Tekstslide
8.2 Frequentie
Slide 6 - Tekstslide
Je leert
hoe muziekinstrumenten verschillende tonen maken
welke tonen je kunt horen
wat het verband is tussen een trilling en de toonhoogte
Slide 7 - Tekstslide
Toonhoogte
Snaren en Toonhoogte
De toonhoogte van een gitaar kun je makkelijk aanpassen. Dit doe je als je er muziek mee wilt maken, maar ook als je het instrument wilt stemmen.
Slide 8 - Tekstslide
Snaarinstrumenten
Hoe korter de snaar, hoe hoger de toon.
Hoe dunner de snaar, hoe hoger de toon.
Hoe strakker de snaar, hoe hoger de toon.
Slide 9 - Tekstslide
Toon en trilling
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Toonhoogte verhogen/verlagen
Er zijn drie manieren waarop je de toonhoogte van een snaar kunt verhogen:
De snaar strakker spannen.
De snaar korter maken.
De snaar dunner maken.
Er zijn drie manieren waarop je de toonhoogte van een snaar kunt verlagen:
De snaar losser spannen.
De snaar langer maken.
De snaar dikker maken.
Slide 12 - Tekstslide
Stemvork
Een stemvork trilt als hij geluid maakt. Met een trilling bedoelen we in de natuurkunde een beweging die zich steeds herhaalt. Als je een been van een stemvork in slowmotion bekijkt zie je dat hij steeds heen en weer beweegt. Als je de stemvork
met rust laat, komen de
benen uiteindelijk tot
stilstand.
Slide 13 - Tekstslide
Trillingen
Met een trilling bedoelen we in de natuurkunde een beweging die zich steeds herhaalt.
Slide 14 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Wat? Maak 8.2 opdracht 34 t/m 44
Hoe? In je geprinte boekje
Tijd? 10 minuten
Resultaat? Klassikaal bespreken
Klaar? Maak ook de ster-opdrachten
Ook daarmee klaar? Lees 8.2 + maak 45 t/m 55
timer
10:00
Slide 15 - Tekstslide
Frequentie
Frequentie is het aantal trillingen per seconde.
Het symbool voor frequentie is de kleine letter f.
Mensen kunnen niet alle frequenties horen. De frequenties die mensen kunnen horen liggen tussen de 20 en 20.000 Hz. We noemen dit het
frequentiebereik van het menselijk gehoor. Dit frequentiebereik wordt kleiner als we ouder worden. We horen dan steeds minder lage en
hoge tonen.
Slide 17 - Tekstslide
Frequentiebereik dieren
Slide 18 - Tekstslide
Trillingstijd/frequentie
Om iets te kunnen zeggen over de toonhoogte van een geluid, kun je kijken naar de frequentie (f) of de trillingstijd (T). Hoe hoger de frequentie , hoe groter het aantal trillingen per seconde.
Hoe groter het aantal trillingen per seconde, hoe hoger het geluid.
Bij een hogere frequentie duurt elke trilling steeds minder lang. Het is logisch dat frequentie en trillingstijd zoveel met elkaar te maken hebben.
In de formuledriehoek hiernaast zie je het verband tussen de trillingstijd en de frequentie.
Slide 19 - Tekstslide
Voorbeeld
Een trillend voorwerp doet precies 30 ms over 1 trilling. Hoe groot is de frequentie van deze trilling?