HV $2 Verbanden tussen zinnen - deel 2

Welkom!
Pak je leesboek.

Verder vandaag:
- Herhalen theorie paragraaf 2 Formuleren: verbanden tussen zinnen
- Bespreken huiswerk
- Zelfstandig werken
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak je leesboek.

Verder vandaag:
- Herhalen theorie paragraaf 2 Formuleren: verbanden tussen zinnen
- Bespreken huiswerk
- Zelfstandig werken

Slide 1 - Tekstslide

Signaalwoorden
Verbanden tussen zinnen en signaalwoorden

Doel: je leert verbanden tussen zinnen aangeven door de juiste signaalwoorden te gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een signaalwoord?
• Verbindingswoorden 
•Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s

Slide 3 - Tekstslide

Tijd (chronologie)
eerst
daarna
nadat
voordat
nu
vervolgens 

Slide 4 - Tekstslide

Opsomming
En
ook
ten eerste
ten tweede
om te beginnen
verder
tenslotte

Slide 5 - Tekstslide

Tegenstelling
Echter
maar
tot 


Slide 6 - Tekstslide

Oorzaak – gevolg
Door
daardoor
doordat
zodat

Slide 7 - Tekstslide


Voorbeeld ('toelichting')
Bijvoorbeeld
zo
zoals

Slide 8 - Tekstslide

Reden
Want
omdat
daarom
namelijk

Slide 9 - Tekstslide

Voorwaarde
Als (...dan)
wanneer
tenzij

Slide 10 - Tekstslide

Samenvatting / conclusie
Samengevat
kortom
dus
al met al
daarom

Slide 11 - Tekstslide

Terwijl de politie onderzoek doet naar het ongeluk, worden de gewonden meegenomen naar het ziekenhuis.

Wat voor een signaalwoord is terwijl?
A
Tijd
B
Opsomming
C
Tegenstelling
D
Conclusie

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het signaalwoord in de volgende zin:
Ik wil niet leren voor de toets, maar ik moet het doen.

Slide 13 - Open vraag

"In het slot staat dus vaak een conclusie."

Wat voor een signaalwoord is DUS?
A
Opsomming
B
Reden
C
Tegenstelling
D
Conclusie

Slide 14 - Quizvraag

Ik eet geen vlees, toch lijkt het mij wel heel lekker.

Wat voor een soort signaalwoord is TOCH?
A
Tegenstelling
B
Conclusie
C
Volgorde
D
Tijd

Slide 15 - Quizvraag

Mijn zusje vindt een pretpark niet leuk, omdat ze nergens in durft.

Wat voor een soort signaalwoord is OMDAT?
A
Conclusie
B
Reden
C
Tegenstelling
D
Opsomming

Slide 16 - Quizvraag

Welk signaalwoord geeft geen volgorde aan?
A
Dan
B
Vervolgens
C
Ten slotte
D
Zoals

Slide 17 - Quizvraag

Welk signaalwoord geeft geen tijd aan?
A
Voordat
B
Tijdens
C
Dus
D
Later

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de functie van het signaalwoord in de volgende zin:

Zijn ouders zijn dus op zoek naar een andere woning.

Slide 19 - Open vraag

Ik hou van heel veel kleuren, zoals rood, roze, oranje, blauw, paars en nog veel meer.

Wat is de functie van het signaalwoord ZOALS?

A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Voorbeeld
D
Volgorde

Slide 20 - Quizvraag

Maak zelf een zin met het signaalwoord 'maar'.

Slide 21 - Open vraag

Maak zelf een zin met het signaalwoord 'want'.

Slide 22 - Open vraag

Maak zelf een zin met het signaalwoord 'terwijl'.

Slide 23 - Open vraag

Bespreken huiswerk
Pak je boek.
We bespreken opdracht 3 en 4 op bladzijde 232-233 (huiswerk).

Slide 24 - Tekstslide