Nederlands Betrouwbaarheid van een tekst

Nederlandse Les
Hoofdstuk 4
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlandse Les
Hoofdstuk 4

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Examen
  • Vorige les
  • Hoofdstuk 4 - betrouwbaarheid van een tekst

Slide 2 - Tekstslide

Examens
Lezen/luisteren
29/30 november 2021
Spreken
24/25 januari 2022
Schrijven 
31 mei 2022
Gesprekken voeren
Portfolio
13/14 juni 2022

Slide 3 - Tekstslide

TekstDOEL

Het doel wat de schrijver met de tekst wil bereiken.
TekstSOORT

Hoe ziet de tekst eruit?

Slide 4 - Tekstslide

Welke tekstdoelen zijn er? 

Slide 5 - Tekstslide

Tekstdoelen

Slide 6 - Tekstslide

Tekstdoel?
A
instrueren
B
amuseren
C
overtuigen
D
informeren

Slide 7 - Quizvraag

Tekstdoel?
A
informeren
B
instrueren
C
instructeren
D
amuseren

Slide 8 - Quizvraag

Tekstdoelen.
Welke hoort er niet bij?
A
Overhalen
B
Mening geven
C
Titel
D
Vermaken/amuseren

Slide 9 - Quizvraag

vragen
VRAGEN? 

Slide 10 - Tekstslide

DOEL


- Je kunt beoordelen of de informatie in een tekst betrouwbaar is

Betrouwbaarheid van teksten

Slide 11 - Tekstslide

Wat doe je als je een tekst kritisch leest?
A
Je bekijkt de tekst en leest de eerste alinea
B
Je leest de eerste en de laatste zin van de alinea's
C
Je leest de tekst van het begin tot aan het eind goed door
D
Je leest de tekst en beoordeelt of de informatie juist en betrouwbaar is

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Betrouwbaarheid van teksten


Informatie in teksten is niet altijd betrouwbaar.

Daarom moet je een tekst kritisch lezen.

Als je wilt controleren of een tekst betrouwbaar is, let je op

de bron,  de schrijver, het doel van de tekst.

Slide 14 - Tekstslide

De bron van een tekst

Een bron moet bij voorkeur actueel zijn en dus niet te lang geleden zijn verschenen.

Dat kun je aan de bronvermelding zien.

Een bron die zo volledig mogelijk informatie geeft, is betrouwbaarder dan een bron die dat niet doet. Dat geldt ook voor een bron die informatie juist en controleerbaar aanbiedt.

Slide 15 - Tekstslide

Het doel van een tekst

Een tekst is objectief en onpartijdig als die alleen maar

informatie geeft.

Een tekst is subjectief en partijdig als die ergens van wil overtuigen of ergens reclame voor maakt. Als een tekst bedoelt is om jou te overtuigen of tot handelen aan te zetten (aansporen iets te doen), moet je dus extra goed opletten.

Slide 16 - Tekstslide

Een feit





----------------------------------------------------
Een mening
  • kun je controleren;
  • kun je bewijzen;
  • is concreet;
  • kun je niet weerleggen.
  • Over een feit kun je niet van mening verschillen; het is zoals het is.
----------------------------------------------------
  • is persoonlijk, van jou;
  • kun je ondersteunen met argumenten: Ik vind dit, want ...
  • Je kunt heel goed van mening veranderen, zeker wanneer je gesprekspartner met goede argumenten komt.

Slide 17 - Tekstslide

Aan het werk
  • Ga naar blz 28 van de Reader Nederlands lezen/luisteren.
  • Lees de tekst Feit en mening
  • Maak opdracht 1 t/m 6

Slide 18 - Tekstslide