Lezen 5 - theorie herhalen

Lezen 5
les 4
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lezen 5
les 4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbare teksten
Zo controleer je of een tekst betrouwbaar is: 

  1. Deskundigheid van de schrijver: kennis en ervaring
  2.  Doel van de tekst: feiten, onpartijdig standpunt, informeren.
  3.  Bron: waar komt de tekst vandaan? Datum, krant, tijdschrift (check eventueel meerdere bronnen)
  4. Kritisch lezen: staan er feiten of meningen in? Kun je de feiten controleren?
  5. Overdreven emoties (in tekst of beeld)




Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbaarheid 
Betrouwbaarheid bepaal je aan de hand van...
bron, jaartal, spelfouten?, inhoud, tekstdoel.

Kranten zijn vaak betrouwbaar. Let wel op, een opiniepagina bevat minder betrouwbare teksten dan de voorpagina. 
Let dus goed op!

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Objectiviteit
Een betrouwbare tekst is objectief. Dit betekent dat de tekst geen verborgen agenda heeft en dat de auteur geen specifieke mening probeert te promoten.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat objectiviteit is en waarom het belangrijk is voor de betrouwbaarheid van tekst.
Betrouwbaarheid van een tekst
  • Niet alles wat je leest is betrouwbaar.
  • Een betrouwbare tekst heeft controleerbare feiten. 


Check altijd waar de feiten vandaan komen.
Soms kan iemand doen alsof hij een feit 
opschrijft. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Checkvragen Betrouwbare Informatie
Wat is het doel van de tekst? 
Wil de schrijver je informeren, overtuigen of overhalen?
Informerende teksten zijn het meest betrouwbaar.
Is de informatie niet verouderd? 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geloofwaardig

Nauwkeurig

Neutraal

Redelijk

Onderbouwd
Wie heeft het geschreven?
Waar is het gepubliceerd?

Wanneer is het geschreven?
Is het volledig?

Heeft de schrijver een belang?
Wat is het tekstdoel?

Is de schrijver genuanceerd of emotioneel?


Is de bron onderbouwd door andere bronnen?
Is er een bibliografie?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke tekstdoelen zijn er?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Een reclame heeft als doel:
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
instructie geven

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kenmerken heeft een betrouwbare tekst?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een tekst is betrouwbaar als...
A
de schrijver ook een eigen standpunt over het onderwerp heeft.
B
de schrijver maar één deskundige aan het woord heeft gelaten.
C
de schrijver het doel van de tekst duidelijk aangeeft.
D
de schrijver belangrijke feiten en bronnen heeft genoemd.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een nieuwsbericht heeft als doel:
A
overtuigen
B
activeren
C
informeren
D
amuseren

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een bijsluiter van medicatie is een betrouwbare tekst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn tekstsoorten?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn aanwijzingen voor een betrouwbare tekst?
A
Voor- en tegenstanders komen allebei aan het woord.
B
De auteur of programmamaker neemt zelf een duidelijk standpunt in.
C
Feiten worden objectief beschreven en de bronnen worden vermeld.

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een recensie en een betoog zijn voorbeelden van...
A
overtuigende teksten
B
activerende teksten
C
informerende teksten
D
amuserende teksten

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een betrouwbare tekst is geschreven door iemand die neutraal en deskundig is.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dit voor tekstsoort?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Is de tekst betrouwbaar of niet betrouwbaar?
'Een verhaal over een bekend voetbalechtpaar in roddelblad Story.'
A
betrouwbaar
B
niet betrouwbaar

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kleur van teksten
Informatieve teksten zoals artikelen en nieuwsberichten horen objectief te zijn. De schrijver baseert zich op feiten die hij moet kunnen bewijzen. Hij wil ook dat de lezer het idee heeft dat de tekst objectief is en inhoudelijk juist is.


Toch zijn artikelen in kranten, tijdschriften en op internet niet altijd 100% objectief. Veel artikelen hebben een kleur: ze geven toch de mening van de schrijver of de krant weer. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat geeft kleur aan de tekst?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar let je op als je wil weten wat een schrijver met een tekst wil bereiken?
A
Wat voor soort tekst het is
B
Of er hoofdletters worden gebruikt
C
Of de tekst online of gedrukt is
D
Welke kleur de tekst heeft

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de kleur van een tekst?
A
hoe is de tekst bedoeld
B
hoe lang het is
C
wie het schrijft
D
wie het schrijft

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe herken je de kleur van een tekst?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom geeft de schrijver een kleur aan bij een tekst? (Meerdere antwoorden)
A
Want kleuren zijn vrolijk
B
Want kleuren maken iemand nieuwsgierig
C
Het gebeurt gewoon ,niet expres
D
Om aandacht te krijgen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat past waar? Feit of mening?
Feit
Mening
Feit
Mening
Feit
Mening

Slide 26 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Satire 
Soms heb je te maken met nepnieuws dat vooral is bedoeld als grap, dus om te amuseren. Maar de schrijver levert ook kritiek en wil dat je gaat nadenken over het onderwerp. Zo'n grappig nepbericht wordt satire genoemd.

Ook filmpjes, boeken of afbeeldingen kunnen satirisch zijn.

Als je een bron beoordeelt, moet je altijd goed opletten of die misschien satirisch bedoeld is.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Propaganda 
Als er in een campagne gebruik wordt gemaakt van overdrijving, manipulatie of leugens, kun je meestal spreken van propaganda. De betekenis van het woord propaganda is het overtuigen van mensen van een standpunt door beïnvloeding van de publieke opinie.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat is satire? Geef een voorbeeld.

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Heel erg satirisch
Heel erg satirisch
Wel humor, geen satire
Af en toe satirisch

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan het nadeel van satire zijn?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dwingende reclame voor ideeën
A
het voorstel
B
het relaas
C
de offerte
D
de propaganda

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen satire en propaganda?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Einde

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies