Belgische Revolutie


Belgische Opstand
1830
1 / 82
volgende
Slide 1: Tekstslide
geschiedenisSecundair onderwijs

In deze les zitten 82 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les


Belgische Opstand
1830

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Na het Congres van Wenen werd de kaart van Europa terug grondig door elkaar geschud.
De machthebbers trachtten de klok 30 jaar terug te draaien. Maar onder invloed van de Verlichte ideeën ontstonden de 2 stromingen die jullie in het vorige hoofdstuk bestudeerden: liberalisme en nationalisme.
De tandpasta was uit de tube en kan er dus niet meer terug in, net zoals deze ideeën ook niet terug in de vergetelheid konden gebracht worden.
De 19e eeuw wordt gekenmerkt door twee revolutiegolven in 1830 en 1848 – voor ons de meest bepalende Revolutie is uiteraard de Belgische Revolutie.
Maar hoe kwam deze tot stand? Wat waren de motieven en de aanleiding? Hoe leidt een onwaarschijnlijke coalitie tot een grondwet die op dat moment een van de meest vooruitstrevende is, maar tegelijk als compromis Belge conservatieve elementen bevat. En wat zijn de gevolgen op langere termijn?
Dit is de Belgische Revolutie.

  • 24/8/1830
  • Viering verjaardag Willem I te Brussel
  • Opvoering opera 'La Muette de Portici'
  • Opera zou patriottische gevoelens hebben opgeroepen





  • Traditioneel wordt de opera als startpunt van de opstand gezien.






OPSTAND?
REVOLUTIE?
Amour sacré de la patrie, rends-nous l’audace et la fierté; à mon pays je dois la vie, il me devra sa liberté
Heilige vaderlandsliefde, geef ons onze moed en trots terug; aan mijn land dank ik mijn leven, het zal mij zijn vrijheid verschuldigd zijn

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoeksvraag:
Hoe ontstond in onze gewesten een liberale, parlementaire democratie tijdens de revolutiegolven in de eerste helft van de negentiende eeuw?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
* je analyseert de oorzaken van de Belgische Revolutie (benoemen van oorzaken + verklaren in kader van maatschappelijke context)
* je legt uit hoe het ontstaan van liberalisme en nationalisme factoren waren bij deze revolutie
* je analyseert hoe het Monsterverbond ontstond en waarom dit uit elkaar viel
* je verklaart waarom België het recht verkreeg van de grootmachten om onafhankelijk te worden
* je analyseert de gevolgen van de onafhankelijkheid van België op politiek gebied binnen Europa
* je toont aan hoe de Belgische grondwet een compromis is tussen progressieve en conservatieve elementen
* je past leerstof toe op bronteksten/afbeeldingen
* je legt de scheiding der machten in België uit
* je plaatst volgende begrippen in tijd/ruimte/betekenis: ministeriële verantwoordelijkheid, volkssoevereiniteit, scheiding der machten, legitimiteitsprincipe, monsterverbond, unionisme, Voorlopig Bewind, Conferentie van Londen, Belgische grondwet, constitutionele monarchie, representatieve democratie, progressief, conservatief
* je plaats volgende personen in tijd/ruimte/belang: Willem I, Leopold I

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Historische kaart
Liberale en nationale opstanden in Europa in de 19de eeuw

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

In de zomer van 1830 is het onrustig in Europa: op verschillende plaatsen breken opstanden uit. In het zuiden van het Verenigd Koninkrijk blijft de ontevredenheid over de regering van Willem I. 
Eind augustus breekt een opstand los. Aanleiding is de opvoering van de opera 'De stomme van Partici' waarin de vrijheid en de liefde voor het vaderland worden bezongen. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Koning, adel
de liberale burgerij
De hoge burgerij heeft de macht dankzij cijnskiesrecht
Gewone volk
Koning, adel en burgerij
Einde traditionele politiek. De machthebbers moeten rekening houden met het volk
De Restauratie
Totalitaire regimes komen op
Terugkeer van de standenmaatschappij

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke landen ontstaan door afscheuring?
Welke landen ontstaan door eenmaking?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke landen ontstaan door afscheuring?
België, Noorwegen, Griekenland, Servië, Roemenië, Bulgarije, Albanië
Welke landen ontstaan door eenmaking?
Duitsland en Italië

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul het schema diachroon aan
Leenstelsel
Bourgondiërs
Spaanse periode
Oostenrijkers
Franse periode
Verenigde Koninkrijk der Nederlanden

Slide 13 - Sleepvraag

Het land dat wij vandaag als België kennen bestond voor 1830 nog nooit in deze samenstelling.
Doorheen de geschiedenis spreken we over de Zuidelijke Nederlanden (hoewel onder Napoleon er al over ‘België’ gesproken werd en de term reeds van bij Caesar die de Belgae versloeg al gekend was)
De Zuidelijke Nederlanden blijken doorheen de tijd een gegeerd gebied. Zowel economisch als strategisch bracht het op om zeggenschap te hebben over dit gebied – dit was weliswaar niet altijd even evident voor de machthebber (ik denk bijvoorbeeld aan de opstandige steden – Gent voorop tijdens de tijd van de Bourgondische Hertogen)
Laat ons even naar de tijdlijn kijken:
Van 900-1000 is het gebied ingedeeld in verschillende graafschappen en hertogdommen onder het leensysteem om feodale systeem
Van 1484-1482 zijn de Nederlandse gewesten verenigd onder de Bourgondiërs (ik wil wel benadrukken dat geografisch er zeker verschillen zijn – de ‘Nederlanden’ bekijken tijdens de Middeleeuwen is niet makkelijk door de versnippering van de steden en graafschappen. Ik maak graag even reclame voor het prachtige boek van Bart Van Loo: De Bourgondiërs – onze oervader Filips De Schone komt helemaal tot leven. Voor wie geen lezer is, niet getreurd, er bestaat ook een even sublieme podcast van Klara over ingesproken door de meesterverteller Bart Van Loo zelf met bijhorende muziek. Een aanrader!)
In het 4e jaar zagen jullie vervolgens hoe Karel V de Nederlanden één maakte onder het bewind eerst van de Spaanse Habsburgers (rijk waar de zon nooit onder ging, nietwaar) en de eerste scheiding van de Nederlanden door de onafhankelijkheid van de Noordelijke Nederlanden in het Verdrag van Munster in 1648 (verdrag in de reeks van de Vrede van Westfalen die de 80-jarige oorlog ten einde bracht).
De Zuidelijke Nederlanden bleven in Spaanse handen tot de dood van de laatste Spaanse Habsburger Karel II (Carlos) kinderloos stierf. Boven het hoofd van de gehandicapte, half seniele koning speelden decennia van geruzie over de te erven troon het Europese continent parten.
Zijn beide zwagers (schoonbroers): Lodewijk XIV van Frankrijk en de Duitse keizer Leopold – 2 grootmachten die streden om de andere grootmacht te verkrijgen. In het testament van Karel ging zijn erfenis uiteindelijk over naar de kleinzoon van Lodewijk XIV, Filips. Maar in realiteit heerste Lodewijk en dit zorgde ervoor dat het machtsevenwicht zoek was in Europa – een grote alliantie vormde zich tegen de Fransen toen deze oa de Zuidelijke Nederlanden binnenvielen. Om een lang verhaal kort te maken eindigden wij bij de verdelingen van het grondgebied bij de Oostenrijkse Habsburgers dat na de dood van Leopold ondertussen was overgegaan naar zijn zoon
Om het makkelijk te maken ook een Karel. Met name Karel VI (Rooms-Duitse keizer (Karel VI), als koning van Bohemen (Karel II), als koning van Hongarije en Kroatië (Karel III) en als aartshertog van Oostenrijk.
Vanaf 1795 komen we voor dit jaar in bekendere gebieden waarbij Napoleon de Zuidelijke Nederlanden verovert: de Franse periode.
Na het Congres van Wenen worden de Nederlanden herenigd.
Dit overzicht leert ons dat grenzen voortdurend verschuiven.
De vraag is uiteraard wat de toekomst zal brengen…

1. Waarom werd het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden opgericht?
2. Welke hedendaagse gebieden behoorden tot het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom? Als bufferstaat tegen Frankrijk (omringingspolitiek)
Gebieden? België, Nederland en Luxemburg

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
Een kortstondig huwelijk

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen het Noorden en het Zuiden?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke kenmerken horen bij het Zuiden van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden? En welke bij het Noorden? 
NOORDEN
kenmerk
ZUIDEN
Godsdienst
Demografie
Taal
Nederlandstalig
Franstalig
katholiek
minder dicht bevolkt
protestant
dichter bevolkt

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Tegen welke ideeën kant Willem zich hier uitdrukkelijk?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- Volkssoevereiniteit
- Scheiding der machten
- Ministeriële verantwoordelijkheid
.


Wat is ministeriële verantwoordelijkheid?
Ministers (= de regering) leggen verantwoording af aan het parlement

Slide 21 - Tekstslide

Laat ons samen naar een stukje brontekst kijken. Hoe kijkt Willem I naar de staatshervorming?
‘Ik heb bewezen een open oor te hebben voor gerechtvaardigde eisen, maar ik zal niet toestaan dat de rollen worden omgekeerd. Als het volk soeverein is, is de koning het niet. Want er kunnen iet twee verantwoordelijke machten tegelijk in de staat zijn.” Willem denkt hier een faire vorst te zijn, maar verzet zich direct tegen het principe van de volkssoevereiniteit. De macht kan volgens hem niet én bij de vorst én bij het volk liggen en de macht ligt dus uiteraard bij hem.
“In de grondwet is geen sprake van ministeriële verantwoordelijkheid, noch van volkssoevereiniteit, noch van andere nieuwigheden die ik niet van plan ben te mijnen kosten te proberen.
De bevoegdheden van het staatshoofd en van de kamers zijn er duidelijk in omschreven en alle daarvan afwijkende theorieën zijn ongrondwettelijk, revolutionair en komen neer op muiterij.
Ik ben de koning der Nederlanden: ik ken mijn rechten en mijn plichten en ik zal met alle middelen de grondwet handhaven waarop ik de eed heb afgelegd.
Hij zag zijn ministers als dienaars – hij hield weinig rekening met de adviezen en verzette zich tegen ministeriële verantwoordelijkheid. Wat is dit nu? Ministers (de regering dus. de uitvoerende macht) die aan het parlement (wetgevende macht) verantwoording afleggen.
Wanneer de nieuwe grondwet verworpen werd door de Staten-Generaal (het parlement) van de Zuidelijke Nederlanden gaat hij enkele rekenkundige trucs gebruiken om hem toch goed te keuren.
Hij rekende alle afwezigen bij de ja-stemmen en alle stemmen die tegenstemden omwille van religieuze redenen (de grondwet voorzag vrijheid van godsdienst – de katholieke kerk zag dit helemaal niet zitten en bijgevolg de notabelen ook niet) telde hij ook als ja-stem).
Hij verzet zich hier dus uitdrukkelijk tegen de scheiding der machten (hij blijft zowel de uitvoerende als de wetgevende macht in zijn ogen: schijndemocratie klinkt bekend vanuit Napoleontische tijd) en dus ook tegen ministeriële verantwoordelijkheid – hij ziet de ministers niet als de uitvoerende macht, maar als zijn bedienden.
De facto probeert Willem te heersen als een Verlicht Despoot (alles voor het volk, niets door het volk – toepassing van de verlichte ideeën in zijn bestuur, maar zeker niet door inspraak van het volk).
Maar de Zuidelijke Nederlanden waren misnoegd na de stemming van de grondwet. Willem I had met de uitslag gesjoemeld en zich stemmen toegeëigend die wettelijk gezien niet van hem waren (zo zie je dat commotie rond wettelijke stemmen niet alleen vandaag gebeurt, Trumpisme), maar daarbij kwam nog dat de Zuidelijke Nederlanden evenveel vertegenwoordigers kreeg in de 2e kamer van de Staten-Generaal hoewel zij demografisch gezien met veel meer waren . Maar de Zuidelijke Nederlanden mochten wel meer bijdragen bij de afbetaling van de schulden

Toon aan dat de koning in dit systeem veel macht heeft

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Bestudeer de bronnen in je cursus en beschrijf welke maatregelen Willem I neemt

Wat denk je dat zijn bedoeling is met die maatregelen?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontevredenheid Willem I: BESTUUR
  • Invoering grondwet met veel macht voor de koning 
- Benoemt een deel van de Staten-Generaal (parlement)
- Koning kan wetten afkeuren
- Geen ministeriële verantwoordelijkheid
- Geen Persvrijheid
GEVOLG: Liberalen zijn ontevreden

Bovendien
1. Het Zuiden is dichtbevolkter, maar heeft maar evenveel vertegenwoordigers in de Staten-Generaal
2. Het Zuiden had tegen de grondwet gestemd, maar deze raakte door de 'Hollandse rekenkunde' toch goedgekeurd

Slide 24 - Tekstslide

Autoritair bestuur
Ontevredenheid Willem I: onderwijs en religie
  • Religieus beleid
    - Godsdienstvrijheid
    - Afschaffen kleinseminaries priesteropleiding (in plaats komt een filosofisch college)
    - Willem I wil bisschoppen benoemen
  • Onderwijsbeleid
    - Oprichting Rijksscholen
    - Probeert invloed van de katholieke kerk over het onderwijs te verminderen

    GEVOLG: katholieke kerk is ontevreden 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontevredenheid Willem I: Taal
  • Taalpolitiek
    - Nederlands wordt de
    bestuurstaal in Vlaanderen
    - promoten van Nederlands in
    Wallonië
    GEVOLG: Franstaligen ontevreden
    (Rijke burgerij en adel) 

Slide 26 - Tekstslide

Taalpolitiek:
Vanaf 1819 werd het gebruik van het Nederlands in het Vlaamse gedeelte (en dus ook in Brussel) verplicht in administratie, rechtspraak, leger en onderwijs – er werd nl gekeken naar de taal van het volk
Maar de Franstalige burgerij was hiermee uiteraard niet blij – zij zagen zich zo uitgesloten van een carrière binnen administratie, gerecht en leger
Ook wordt het Nederlands gepromoot in Wallonië
Bref: boze burgerij en boze adel

Ontevredenheid Willem I: Economie
Bovendien
Economische crisis eind jaren 1820:
Het gewone volk is ontevreden door de stijgende voedselprijzen
Willem I, wilde van Nederland een modern land maken 'Koopman-koning': 
==> stimuleerde de economie en industrie
- aanleg wegen, kanalen en havens
- Oprichting Generale Maatschappij (bank)
- Aankopen gronden voor industrie
Dit is positief voor de industriëlen!

Maar - ontevredenheid bij:
  • Werklieden uit de traditionele ambachten door concurrentie van industrie
  • Adel (grondbezitters!) wou meer aandacht
  • Landbouwers 

Slide 27 - Tekstslide

Aanvankelijk was de burgerij nochtans blij met Willem: zijn aanpak van de rooms-katholieke kerk paste perfect bij de antiklerikale verlichte opvattingen van de progressieve burgerij. Ook zijn economische politiek zorgde voor bloei:
Hij liet kanalen en havens aanleggen
Richtte de Generale Maatschappij op om kredieten te verlenen aan bedrijven (we zitten hier dus in het bankwezen)
- hij steunde industriëlen zoals Cockerill in Luik (staalindustrie) oa door de aankoop van gronden door die industrie
Maar dit zorgde wel wrevel bij
Kleine ondernemers die zich over het hoofd gezien zagen
Ambachtslieden die door de industriële productie werden weggeconcurreerd (ik leg dus al graag de brug met het volgende hoofdstuk: de Industriële Revolutie – Willem was zeker een ondernemer van zijn tijd)
Grondadel: meer aandacht voor de belangen van de landbouw en traditionele grondbezit (ipv onteigening voor industrie)
Bovendien werd het gewone volk ontevreden door de stijgende voedselprijzen en de crisis eind jaren ‘20: enkele mislukte oogsten vielen samen met de harde winter van 1829 en 1830

Sleutel Bookwidgets

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom was men in het Zuiden ontevreden?
Liberalen
Kerk
Ambachtslieden
Franstaligen
Gewone volk

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom was men in het Zuiden ontevreden?
Liberalen
Voelden zich uitgesloten uit het systeem door autoritaire koning - grondwet gesjoemel 
Geen ministeriële verantwoordelijkheid
Kerk
Godsdienstvrijheid, Wou kerk onder zijn controle krijgen en de rol van de geestelijken beperken (oa in het onderwijs)
Ambachtslieden
Door de economische ontwikkelingen werden ambachtslieden weggeconcurreerd
Franstaligen
Het gebruik van het Nederlands in het Vlaamse landsgedeelte werd verplicht in administratie, leger, rechtspraak en onderwijs (terwijl elite Frans sprak en zo werd uitgesloten)
Gewone volk
Wilden medebeslissingsrecht, maar er was cijnskiesrecht
Economische crisis weegt zwaar door

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Welk soort bron is dit?
A
primaire
B
secundaire

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vertaal de titel boven de spotprent

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke 'partij' is rood omringd?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke 'partij' staat in de blauwe rechthoek?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ziet de cartoonist dit verbond evolueren?

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat bedoelt de maker van deze spotprent eigenlijk?
Is de titel oprecht?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tussen de katholieken (geestelijkheid) en liberalen
werd een monsterverbond gesloten
Waarom is het monsterverbond
een eigenaardig verbond?

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

  • In 1828 sloten liberalen en katholieken het monsterverbond
  • In 1848 kwam een einde aan dit unionisme

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


2. De Belgische Opstand

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zet onderstaande gebeurtenissen over de Belgische Opstand op de juiste volgorde, van links naar rechts.
Gevechten in Brussel
Plunderingen Brussel
Oprichting burgerwacht
Koning stuurt troepen naar Brussel
Eisen aan regering
Conferentie van Londen
Onafhankelijkheid van België
Oprichting Voorlopig bewind

Slide 43 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van Opstand naar Revolutie

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld van standplaatsgebondenheid
Nederlandse prent (1831) die de strijd aan de Schaarbeekse Poort in 1830 afbeeldt
Belgische prent (1831) 
Welke boodschap geeft de prent links?
3
Welke boodschap geeft de prent rechts?
4
Wat zie je op de prent?
1
Wat zie je op de prent?
2

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een voorbeeld van standplaatsgebondenheid
Nederlandse prent (1831) die de strijd aan de Schaarbeekse Poort in 1830 afbeeldt
Belgische prent (1831) 
Welke boodschap geeft de prent links?
De Belgen worden afgebeeld als een boerenleger (met hooivorken), bestaande uit laffe strijders die de Nederlanders vanuit huizen beschieten.
3
Welke boodschap geeft de prent rechts?
Volgens de Belgen maken de Nederlanders zich schuldig aan oorlogsmisdaden.
4
Wat zie je op de prent?
1
Wat zie je op de prent?
2

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Voorlopig Bewind
Na mislukte interventie Willem I

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Louis De Potter
  • republikein
  • democraat
  • progressief (journalist)
Graaf de Merode
  • adel
  • conservatief
  • klerikaal
=weerspiegeling v/h Monsterverbond
Kledij verraadt achtergrond
Het voorlopig bewind van België in 1830; schilderij door Charles Picqué, collectie Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België.

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorlopig Bewind
  • 20/09/1830 als interimregering opgericht;
  • zeer heterogene groep 'jonge' mannen;
  • progressieven & conservatieven;
  • 4/10/1830: V.B. roept onafhankelijkheid uit en schrijft verkiezingen voor een parlement (Nationaal Congres) uit;
  • verkiezingen volgens cijnskiesrecht;
  • V.B. bestuurt het land tot begin 1831 wanneer Nationaal Congres een regent aanduidde;
  • N.C. neemt op 7/2/1831 zeer liberale grondwet aan.

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conferentie van Londen 
Een 'vechtscheiding'?
1830 - 1833
1838 - 1839

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verklaar de posities van de verschillende grootmachten
Lithografie van de conferentie in Londen van 1830 (Fra - 1832)

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verklaar de posities van de verschillende grootmachten
Benoem de verschillende landen
Nederland
Belgium
Polen
Rusland
Frankrijk
Groot-Brittannië
Pruisen
Oostenrijk

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoals steeds is bij een spotprent niets toeval. De maker heeft met alles een bedoeling. Wat vertelt de positionering van de dieren je dan over de positie van de verschillende landen tijdens de Conferentie van Londen?

Slide 54 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Iedereen heeft een bepaald belang te verdedigen op de Conferentie van Londen. Wat is de positie van Pruisen, Rusland en Oostenrijk?

Slide 55 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Iedereen heeft een bepaald belang te verdedigen op de Conferentie van Londen. Wat is de positie van Frankrijk?

Slide 56 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Iedereen heeft een bepaald belang te verdedigen op de Conferentie van Londen. Wat is de positie van de Britten?

Slide 57 - Open vraag

De Britten onderhandelden een compromis: splitsing in twee aparte landen. Zo werd het machtsevenwicht niet verstoord en werd een economische concurrent van de Britten verzwakt. Het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden had immers door de combinatie van de industrialiserende Zuidelijke Nederlanden en het koloniale rijk en handelsgeest van de Noordelijke Nederlanden, een groot economisch potentieel. 
Wat kan je vertellen over Polen a.d.h.v. deze cartoon?

Slide 58 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noord en Zuid
Congres van Londen (1839) 
België wordt onder een aantal voorwaarden onafhankelijk: 


  1. Deel staatsschuld NL afbetalen. 
  2. Limburg en Luxemburg naar NL, 
  3. België eeuwigdurend neutraal. 

Slide 59 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is de mogelijke hereniging van België met Frankrijk (volgens het plan Talleyrand) onaanvaardbaar voor Groot-Brittannië?

Slide 60 - Open vraag

Dan zou Frankrijk weer te machtig worden. België was tijdens het Congres van Wenen, waar Groot-Brittannië een van de grootmachten was, juist verenigd met Nederland om een bufferstaat te vormen tegen Frankrijk. 
Op zoek naar een vorst

Slide 61 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prent: Rijksmuseum Amsterdam, Prentenkabinet (1830)
1
2
3
4
Aankomst van Leopold I in De Panne op 17/7/1831. (pentekening uit 1868)

Slide 62 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prent: Rijksmuseum Amsterdam, Prentenkabinet (1830)
Belgische burgers als kippen zonder kop
1
De troon staat leeg te blinken. Hij is 'terstond' (=onmiddellijk) te aanvaarden voor wie hem wil.
2
Belgen zoeken wanhopig (bij kaarslicht) naar een koning. 
3
'awel' & 'zulle' benadrukken de Vlaamse tongval.
4
Aankomst van Leopold I in De Panne op 17/7/1831. (pentekening uit 1868)

Slide 63 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Gevolgen

  • 1831: Leopold I wordt de eerste Belgische koning
  • 1831: Tiendaagse Veldtocht
  • Het permanent klaar houden van zijn leger aan de grens stelt de Nederlandse economie zwaar op de proef
  • 1839: onder internationale druk erkent Willem I de onafhankelijkheid
  • 1840: Willem I treedt af
Aanvaardde Willem I de regeling van het verdrag van Londen?
Neen, hij weigerde tot 1839 om het verdrag te ondertekenen en hield de hele tijd zijn leger klaar aan de grens

Slide 64 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 65 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 66 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Belgische Grondwet

Slide 67 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3

Slide 68 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:28
In hoeveel landen werd de Belgische Grondwet (gedeeltelijk) overgenomen? cijfer

Slide 69 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

01:42
Welke drie zaken maken de Belgische Grondwet zo bijzonder?

Slide 70 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

01:52
Waarop was men in Europa in die periode bijzonder jaloers?

Slide 71 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

waarbij burgers de wetgevende macht over hebben gedragen aan volksvertegenwoordigers 
de rol van de Koning wordt vastgelegd in de Grondwet (de belangrijkste wet van de Belgen)

Slide 72 - Tekstslide

België werd een parlementaire monarchie met als hoofdprincipe van de grondwet een scheiding der machten: de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht, Montesqieue zou trots geweest zijn.
De grondwet was zeer vooruitstrevend voor die tijd, maar bevat ook enkele conservatieve elementen om de adel en geestelijkheid tevreden te stellen en de andere grootmachten niet voor het hoofd te stoten.
Het Compromis Belge – een cliché met veel waarheid dat tot op vandaag bestaat. Wij Belgen staan er tot op heden om gekend om tot in het absurde compromissen te kunnen sluiten om iedereen tevreden te stellen of op zijn minst niemand voor het hoofd te stoten.
Je kan dit ook zeer postitief bekijken: wij, belgen zijn meester in de diplomatie. Je ziet dat ook weerspiegelt in het aantal Europese topfuncties die toebedeeld worden aan België. In de korte periode bekleedden al 2 Belgen de functie van president van Europa. Een functie die eigenlijk niet bestaat (dit is de voorzitter van de Europese Raad, momenteel de Belg en ex-premier Charles Michel) maar in de volksmond wel zo wordt genoemd.
Onze grondwet werd geïnspireerd door de Verlichting, de Amerikaanse Revolutie en de Franse Revolutie met als 4 hoofdprincipes:
Constitutionele monarchie
Represenatieve democratie - representatieve of indirecte democratie als de politieke besluitvorming plaatsvindt door gekozen volksvertegenwoordigers. Indien alle leden van een samenleving regeren zonder tussenkomst van vertegenwoordigers, spreken we van directe democratie.
Scheiding der machten
Volkssoevereiniteit (macht ligt bij het volk. Het rijke volk weliswaar: cijnskiesrecht) – algemeen enkelvoudig stemrecht is pas een feit in 1948)
Ga nu zelf aan de slag: je vindt in de cursus een brontekst over de Belgische grondwet – vul de bijhorende vragen in en bekijk de aflevering ‘België voor beginners’

Slide 73 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belasting (40%) waardoor kranten enkel voor de rijken betaalbaar waren.

Slide 74 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoekstaak
De actuele situatie in België

Slide 75 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetgevende machten

Slide 76 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Uitvoerende machten

Slide 77 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Functie Grondwettelijk Hof

Slide 78 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet de Raad van State?

Slide 79 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 80 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke grondwetartikelen regelen de scheiding tussen Kerk en Staat?

Slide 81 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen uit deze les
  • Restauratie
  • Volkssoevereiniteit
  •  Scheiding der machten
  •  Ministeriële verantwoordelijkheid
  • Conservatisme
  • Progressief
  • Liberalisme
  • Nationalisme
  • Unionisme
  • Monsterverbond
  • Grondwet

Slide 82 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies