In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Beeldende begrippen
COMPOSITIE
Klas 1
Slide 1 - Tekstslide
Compositie
Compositie is een ander woord voor ordening of vlakverdeling. De compositie is de keus van de kunstenaar of vormgever, waar zet je wat in het beeld.
Je moet er 8 weten & kunnen herkennen
Slide 2 - Tekstslide
1. Centrale compositie
Bij een centrale compositie staat het belangrijkste element in het midden van het beeldvlak. Je oog wordt direct getrokken naar 1 onderdeel van een (kunst)werk.
Slide 3 - Tekstslide
Is dit een centrale compositie?
A
Ja
B
Nee
Slide 4 - Quizvraag
2. Overall compositie
Een overall compositie houdt in dat de beeldelementen zonder enige rangorde op het beeldvlak geplaatst zijn.
Overall is iets te zien.
Slide 5 - Tekstslide
Wat voor compositie is dit?
A
Centrale compositie
B
Over-all compositie
C
Geen van beide
Slide 6 - Quizvraag
3. Diagonale compositie
Bij een diagonale compositie kan je een denkbeeldige diagonale lijn trekken langs de belangrijkste elementen van de compositie.
Slide 7 - Tekstslide
4. Driehoeks compositie
Een driehoek compositie heeft de belangrijkste elementen in de vorm van een al dan niet zichtbare driehoek staan.
Slide 8 - Tekstslide
Hoe heet deze compositie?
Slide 9 - Open vraag
5. Horizontale compositie
Bij een horizontale compositie kan je een denkbeeldige horizontale lijn (van links naar rechts) trekken langs de belangrijkste elementen van de compositie.
Slide 10 - Tekstslide
6. Verticale compositie
Bij een verticale compositie kan je een denkbeeldige verticale lijn (van boven naar beneden) trekken langs de belangrijkste elementen van de compositie.
Slide 11 - Tekstslide
7. Statische compositie
De compositie is rustig en er worden vaak verticale en horizontale vormen gebruikt. De compositie is 'in rust'.
Slide 12 - Tekstslide
8. Dynamische compositie
De compositie lijkt beweeglijk. Er worden vaak diagonale vormen en of houdingen in gebruikt.