u1k Cursus 7 Spelling 4 meervouden

Welkom
  • Ga vast zitten volgens
    de nieuwe plattegrond.
  • Doe je boek alvast open
    op bladzijde 228-229.



1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
  • Ga vast zitten volgens
    de nieuwe plattegrond.
  • Doe je boek alvast open
    op bladzijde 228-229.



Slide 1 - Tekstslide

1. Verder met Cursus 7 Spelling.
2. De uitleg van §4 Meervouden.
3. Oefenen met §4 Meervouden.


In deze les gaan we

Slide 2 - Tekstslide

De lesdoelen
  • Je kunt de verlengproef correct gebruiken.
  • Je kunt uitleggen wat een meervoud is.
  • Je kunt meervouden op -en en -s spellen.

Slide 3 - Tekstslide

6.2

Slide 4 - Tekstslide

Soms kun je niet horen of een woord op een -d of
een-t eindigt. De laatste klank van de woorden olifant, zwart, paard en verwond klinken allemaal als een -t.

Hoe kun je erachter komen of je een -d of een -t aan het einde van een woord schrijft?
Laatste letter -d of -t?

Slide 5 - Tekstslide

Controleer eerst of het woord de persoonsvorm is. Zo niet, maak het woord langer door er -e, -en, of -eren achter te zetten.
Hoor je een -t? Dan schrijf je die ook.
Hoor je een -d? Dan schrijf je die ook.
Olifant -> olifanten,
Verwond -> verwonden
De verlengproef

Slide 6 - Tekstslide

Als er van iets maar één is, dan is dat het enkelvoud. De zon bijvoorbeeld.
Als er van iets meer dan één is, dan is dat het meervoud. Meervouden schrijf je vaak door -en of -s achter het woord te plakken.
Vriend -> vrienden
Tafel -> tafels
Meervouden

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat
Cursus 7, paragraaf 4, opdracht 1 en 2
Hoe
In je boek (bladzijde 228-229) en je schrift.
Hulp
Eerst buurman/buurvrouw vragen, daarna vinger omhoog als je het niet begrijpt.
Tijd
5 minuten.

Uitkomst
Je kunt meervouden op -en en -s spellen.
We gaan het na vijf minuten bespreken.
Klaar
Lees alvast de theorie van paragraaf 5
(volgende bladzijde).
Offf ga verder met opdracht 3.
timer
5:00

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Oefenen
H7 Spelling
§1: Hoofdletters
Bladzijde 222-223
 
Opdracht 1 t/m 5
 
  • Ben je klaar? Oefen dan online verder met Cursus 1: Meer dan Lezen voor het aankomende proefwerk.


waar?
wat?
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Welk woord schrijf je met een hoofdletter?

In verband met het onweer werd de wedstrijd van zaterdag op sportpark rotterdam verplaatst.

A
onweer
B
wedstrijd
C
sportpark
D
rotterdam

Slide 12 - Quizvraag

Herschrijf de zin met hoofdletters.
bij de albert heijn koopt jack elke pauze een reep van het merk milka.

Slide 13 - Open vraag

Met welke leesteken eindig je deze zin?
Hebben jullie gehoord dat Mevrouw de Vries jarig is vandaag

Slide 14 - Open vraag

Wat zijn de meervouden in de zin?
De afspraken met de docenten waren op alle locaties verschillend.
A
afspraken
B
docenten
C
locaties
D
verschillend

Slide 15 - Quizvraag

Herschrijf de zin in het meervoud.
De verdediger kopte de bal in het doel.

Slide 16 - Open vraag

Herschrijf de zin met meervoud.
De toets is enorm goed gemaakt door de student.

Slide 17 - Open vraag

Einde van deze les!
Je weet nu:
  • Hoe je de verlengproef correct  kunt gebruiken.
  • Wat een meervoud is.
  • Hoe je meervouden op
    -en en -s moet spellen.

Slide 18 - Tekstslide

De lesdoelen
  • Je kunt bepalen of je aan het einde van een woord een -d of -t moet schrijven.
  • Je kunt meervouden op -en en 

Slide 19 - Tekstslide