In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Welkom bij Nederlands
Slide 1 - Tekstslide
Spelling
Tussenletters in samenstellingen
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Wanneer moet je een -s toevoegen?
Als je in een samenstelling een -s- hoort, dan schrijf je die ook.
Soms begint het tweede deel van de samenstelling met een s-klank. Vervang dan het tweede deel door een ander woord dat niet met een s-klank begint. Oorlogsschip - oorlogsbuit Hoofdstraat - hoofddoek
Slide 4 - Tekstslide
peer+sap
A
peersap
B
perensap
C
peresap
Slide 5 - Quizvraag
Breken+been
A
breekbeen
B
brekenbeen
C
brekebeen
Slide 6 - Quizvraag
hebben+ding
A
hebbeding
B
hebbending
C
hebding
Slide 7 - Quizvraag
arm+lui
A
armelui
B
armenlui
C
armlui
Slide 8 - Quizvraag
zon+stelsel
A
zonnestelsel
B
zonnenstelsel
C
zonstelsel
Slide 9 - Quizvraag
station+plein
A
stationplein
B
stationsplein
Slide 10 - Quizvraag
mening+verschil
A
meningverschil
B
meningsverschil
Slide 11 - Quizvraag
meisje+fiets
A
meisjefiets
B
meisjesfiets
Slide 12 - Quizvraag
zaak+man
A
zaakman
B
zakeman
C
zakenman
Slide 13 - Quizvraag
kat+bak
A
katbak
B
kattebak
C
kattenbak
D
kattensbak
Slide 14 - Quizvraag
Seconde+wijzer
Slide 15 - Open vraag
Bejaarde+flat
Slide 16 - Open vraag
tarwe+bloem
Slide 17 - Open vraag
Regels apostrof
Een hoge komma (’) noem je ook wel een apostrof. Hij wordt gebruikt om problemen met de uitspraak van sommige woorden te voorkomen.
Ook wordt hij gebruikt als er van woorden letters of van jaartallen delen worden weggelaten.