Procentuele verandering berekenen

Procentuele verandering berekenen

Leerdoel

Aan het eind van de les kan je een procentuele verandering berekenen met de formule: (nieuw - oud) : oud x 100%

Maak het leerdoel duidelijk aan de leerlingen, zodat ze weten wat ze aan het eind van de les moeten kunnen.

Wat weet je al over het berekenen van een procentuele verandering?

Formule

De formule om een procentuele verandering te berekenen is: (nieuw - oud) : oud x 100%

Toon de formule op deze dia en leg kort uit wat de verschillende delen betekenen.

Voorbeeld

Stel je hebt oud = 20 en nieuw = 25. Bereken de procentuele verandering.

Geef hier een eenvoudig voorbeeld om te laten zien hoe de formule werkt.

Voorbeeld uitgewerkt

Stap 1: nieuw - oud = 25 - 20 = 5. Stap 2: 5 : 20 = 0,25. Stap 3: 0,25 x 100% = 25%.

Werk het voorbeeld op de vorige dia stap voor stap uit. Leg uit wat je doet bij elke stap.

Ingewikkeld voorbeeld

Stel je hebt oud = 70 en nieuw = 55. Bereken de procentuele verandering.

Geef hier een iets moeilijker voorbeeld om te laten zien dat de formule ook werkt bij andere getallen.

Ingewikkeld voorbeeld uitgewerkt

Stap 1: nieuw - oud = 55 - 70 = -15. Stap 2: -15 : 70 = -0,2143. Stap 3: -0,2143 x 100% = -21,43%.

Werk het ingewikkelde voorbeeld stap voor stap uit en leg uit wat je doet bij elke stap.

Let op!

Als de uitkomst negatief is, dan is er sprake van een afname. Als de uitkomst positief is, dan is er sprake van een toename.

Leg uit dat een negatieve uitkomst betekent dat er sprake is van een afname en een positieve uitkomst betekent dat er sprake is van een toename.

Toepassing

Bereken de procentuele verandering bij oud = 80 en nieuw = 64.

Laat de leerlingen zelf een opgave maken en uitwerken om te laten zien dat ze de stof begrijpen.

Toepassing uitgewerkt

Stap 1: nieuw - oud = 64 - 80 = -16. Stap 2: -16 : 80 = -0,2. Stap 3: -0,2 x 100% = -20%.

Werk de toepassing samen met de leerlingen uit en leg uit wat je doet bij elke stap.

Samenvatting

Een procentuele verandering kan worden berekend met de formule: (nieuw - oud) : oud x 100%. Als de uitkomst negatief is, dan is er sprake van een afname en als de uitkomst positief is, dan is er sprake van een toename.

Vat de belangrijkste punten van de les samen op deze dia.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.