Formatieve toets Chapitre 2 1HV

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Toets Chapitre 2

-gram D

- voca A-B-E-F

-phrases-clés C-G

Afspraken

Doel van de toets:

Jij en jouw docent krijgen inzicht in hoeverre je de lesstof beheerst. Welke onderdelen gaan goed en waar moet je nog aan werken.

Je hebt voor de toets 30 minuten de tijd. 
Lever je toets in als je klaar bent.

Grammaire

regelmatige w.w. op -er   -     de ontkenning

Regelmatige werkwoorden op -ER

Je

tu

il,elle,on

nous

vous

ils, elles

arrivez

préfère

adorons

mangent

déteste

aimes

Luc_________ les crêpes (adorer)

Monsieur, vous______ français? (parler)

Comment tu_______ le dessert? (trouver)

Les garçons _______ le poulet.(détester)

Zet de woorden in de goede volgorde

1

2

3

4

5

ne

français.

pas

suis

Je

Maak de zin ontkennend:
Nous cherchons la boulangerie.

Maak de zin ontkennend:
Il aime les frites.

Maak de zin ontkennend:
J'ai faim.

Phrases-clés 

Traduis: Ober, de kaart alstublieft.

Traduis: Ik wil graag twee ijsjes

Traduis: Hoeveel kost dat?

Traduis: Waar zijn de toiletten?

Les nombres

Zet de getallen van klein naar groot

quatre-vingt-quinze

vingt-et-un

quatre-vingt-dix-huit

quatre-vingt-six

quarante-huit

soixante- seize

Traduis: 77

quatre-vingt-quinze

1. 85
2. 86
3. 69
4. 95

Vocabulaire

l'eau

le poulet

le lait

les légumes

le thé

le poisson

la viande

Le cours commence ..... (nu)

1. donc
2. souvent
3. maintenant
4. demain

Traduis: Le copain fait les courses dans un supermarché

Traduis: Ik zoek het strand

Traduis: L'enfant prépare le plat principal

Traduis: ____(dertig) euros?! C'est ____(duur)

1. trente - bon
2. tentre - mais
3. trente - cher
4. trente - avec

Traduis: Voor mij ook een stokbrood.

Dit is het einde van de toets.
1. Hoe vond je het gaan?
2. Waar moet je de aankomende tijd nog aandacht aanbesteden?

La fin

Lever nu je toets in.