In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Herodotos
Slide 1 - Tekstslide
Wat was de bijnaam van Herodotos?
Slide 2 - Open vraag
Herodotos
De vader van de geschiedschrijving
Voor Herodotos: memoriseerders
Memoriseerders onthielden de verhalen van een bepaalde stad/familie tot meer (dan drie) generaties terug
Risico: Verhalen veranderen & wie betaalt, bepaalt
Slide 3 - Tekstslide
Herodotos: anders dan anders
ca 484-425 vC
schreef: Historiën
Griekse woord ἱστορίη betekent: onderzoek
reiziger
andere aanpak geschiedschrijving
onderzoek door: ἀκοή, ὄψις, γνώμη
Slide 4 - Tekstslide
Brongebruik
vermeldt in tekst hoe hij aan zijn informatie komt
gebruikt memoriseerders als een van zijn bronnen
altijd expliciet: De Perzen zeiden dat ...., de Grieken zeiden dat ...
Dus veel aci-constructies!
Herodotos gebruikt die ook als soort disclaimer
Slide 5 - Tekstslide
Thematiek
rode draad: daden Grieken en niet-Grieken & waarom conflict
veel digressies
thema’s:
vrijheid (in politiek en van oorlog)
wisselvalligheid menselijk bestaan
ὕβρις en φθόνος
Slide 6 - Tekstslide
Wat was de bijnaam van Herodotos
A
de grootvader van de geschiedschrijving
B
de vader van de geschiedschrijving
C
de oom van de geschiedschrijving
D
de neef van de geschiedschrijving
Slide 7 - Quizvraag
Conclusies trekken door wat je ziet doe je door
A
ἀκοή
B
γνώμη
C
ὄψις
D
ἱστορίη
Slide 8 - Quizvraag
Conclusies trekken door wat je van anderen hoort doe je door
A
ἀκοή
B
γνώμη
C
ὄψις
D
ἱστορίη
Slide 9 - Quizvraag
Conclusies trekken door wat je bedenkt doe je door
A
ἀκοή
B
γνώμη
C
ὄψις
D
ἱστορίη
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Maatschappelijke context
(aanloop naar) Perzische oorlogen
godsdienst/mythologie
το θειον
orakels en dromen
Grieken en barbaren
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Een digressie is
A
een afwijking
B
een epanalepsis
C
een ringcompositie
D
een uitwijding
Slide 14 - Quizvraag
Verteltechnieken
epanalepsis: na een – kleine of grote – digressie wordt het hoofdverhaal weer opgepakt door woordelijke herhaling van (een deel van) het voorafgaande
kop-staartverbinding: herhaling van het hoofdwerkwoord in zin 1 als ptc in zin 2, verbindt informatieblokken
Slide 15 - Tekstslide
Verteltechnieken vervolg
ringcompositie: aan het begin en het eind van een episode komen (woordelijke) overeenkomsten voor waardoor de episode als één informatieblok gepresenteerd wordt
enargeia, directerede, praesenshistoricum: om het verhaal levendig te houden
Slide 16 - Tekstslide
Bijzonderheden taalgebruik Herodotos
Hij komt uit Halikarnassos (Klein-Azië), dus hij spreekt/schrijft Ionisch ipv Attisch
Bijzonderheden: zie ook Pharos!
Slide 17 - Tekstslide
enkele eigenaardigheden:
η in plaats van een lange α
soms ε in plaats van ει
dativus meervoud: οισι(ν) in plaats van οις en αισι(ν) in plaats van αις
geen aspiratie (dus geen h-klank) waar je die wel verwacht (dit heet psilosis)
Slide 18 - Tekstslide
en nog wat andere eigenaardigheden…
zoals soms σσ ipv ττ
γίνομαι en γίνωσκω ipv γίγνομαι en γίγνωσκω
vaak geen contractie (dus geen samentrekking van klinkers)
soms beginnen woorden waarvan je dacht dat ze met een π begonnen met een κ (πως -> κως; που -> κου)
Slide 19 - Tekstslide
Het dialect van Herodotos was
A
Attisch
B
Dorisch
C
Ionisch
D
Korinthisch
Slide 20 - Quizvraag
"Hij werd verliefd op zijn eigen vrouw. Nadat hij verliefd was geworden, ging hij ..." is een voorbeeld van
A
epanalepsis
B
kop-staartverbinding
C
retrospectie
D
ringcompositie
Slide 21 - Quizvraag
"Hij reisde via Leiden. Daar blablabla. Toen hij verder reisde, ..." is een voorbeeld van