Kerstkaarten
1 / 15
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Heb jij wel eens een kerstkaart of nieuwjaarskaart gekregen?
A
nooit
B
vroeger wel
C
ja dit jaar
D
vaak
Slide 2 - Quizvraag
Heb je zelf wel eens een kerst/nieuwjaarskaart aan iemand geschreven?
A
Nee, nog nooit
B
Ja, alleen op school
C
Ja, ook thuis
D
Ik weet het niet
Slide 3 - Quizvraag
Welke bewering past het beste bij jou, over Nieuwsbegrip online
A
Ik heb de tekst over kerstkaarten gelezen, maar niet de opdrachten gemaakt
B
Ik heb niets in Nieuwsbegrip gelezen of gemaakt
C
ik heb de woordenschatoefening over kerstkaarten ook gemaakt
D
Ik heb een andere tekst gelezen en de oefeningen gemaakt
Slide 4 - Quizvraag
kerstkaarten
Slide 5 - Woordweb
Welke bewering is NIET waar
A
In 1980-1990 werden er wel 200 miljoen kerstkaarten verstuurd in Nederland
B
In 2017 werden er ongeveer 85 miljoen papieren kerstkaarten gestuurd in Nederland
C
In 2020 zijn er minder papieren kerstkaarten verstuurd dan in 2019
D
De eerste kerstkaarten werden al rond het jaar 1850 verstuurd.
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Welk woord past in de zin?
Het aantal besmettingen van corona is toegenomen. Er is weer sprake van een ..... van het virus
Het aantal besmettingen van corona is toegenomen. Er is weer sprake van een ..... van het virus
A
modegril
B
link
C
fenomeen
D
opleving
Slide 8 - Quizvraag
Welk woord past het beste in de zin? Vuurwerk afsteken bij oud & nieuw is in Nederland al jaren een ....... maar dit jaar was het verboden
A
fenomeen
B
impuls
C
traditie
D
ophef
Slide 9 - Quizvraag
Elk jaar staan er vanaf november oliebollenkramen in de stad. de oliebollenkramen zijn een .........
A
modegril
B
link
C
impuls
D
fenomeen
Slide 10 - Quizvraag
de link
de impuls
de opleving
de ophef
de overdreven drukte
het verband, de relatie
de aansporing, gebeurtenis
die iets in gang zet
Het herstel. opnieuw
tot leven komen
Slide 11 - Sleepvraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
mijn samenvatting van het filmpje
