S07 - Spreekwoorden en zegswijzen over communicatie

S07 - Spreekwoorden en zegswijzen over communicatie
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

S07 - Spreekwoorden en zegswijzen over communicatie

Slide 1 - Tekstslide

Beeld de uitdrukking uit:

Slide 2 - Tekstslide

Doelen

Slide 3 - Tekstslide

Maak je klaar voor de pretest!

Slide 4 - Tekstslide

Uitdrukkingen zijn altijd letterlijk.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de betekenis van de onderstaande zegswijzen?
uit je vel springen
iemand in de wielen rijden
in het water vallen
ergens een stokje voor steken
recht door zee zijn
ervoor zorgen dat iets niet doorgaat
plotseling heel erg boos worden
iemand dwarszitten
eerlijk zijn
mislukken

Slide 6 - Sleepvraag

Welke bewering is juist over spreekwoorden?
A
Je kunt de vorm veranderen.
B
Je kunt de vorm niet veranderen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een zegswijze?
A
de manier waarop je spreekt
B
een spreekwoord
C
een soort gezegde

Slide 8 - Quizvraag

Welke beweringen zijn juist over zegswijzen?
A
Een zegswijze kan deel uitmaken van een zin.
B
Een gezegde is een volledige zin.
C
De vorm kan verschillen.
D
De vorm kan niet verschillen.

Slide 9 - Quizvraag

Werk in stilte.
  • Maak opdracht 1, 2, 3 en 4 van de opbouw.
  • Overloop de theorie in stilte.
  • Maak oefening 1, 2 en 3 bij oefeningen.
  • Maak tot slot de quizlet over de woorden uit dit traject bij oefeningen.

Slide 10 - Tekstslide