voorbeeld opgave uitwerking
Jantje doet mee aan de 100 meter sprint. Hij rent 100 meter in 20 seconden. Hoe snel rent jantje in meter per seconden?
gegeven: afstand = 100 meter
tijd = 20 seconden
oplossing: gemiddelde snelheid = afstand/tijd
uitwerking: gemiddelde snelheid = 100 meter / 20 seconden
gemiddelde snelheid = 5 m/s