Spaans Ede OLP 3 les 7 alleen secretarieel

maken 3.12 p. 54
deberes: 3.13 p. 55  -> vandaag mondeling in groepjes
leren de getallen p. 54
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

maken 3.12 p. 54
deberes: 3.13 p. 55  -> vandaag mondeling in groepjes
leren de getallen p. 54

Slide 1 - Tekstslide

semana 4.1           hoy es lunes
programa de hoy
repaso poder/ querer y vocabulario
prácticar números ==> kahoot
mondeling p. 55 en grupitos de dos

Slide 2 - Tekstslide

¿Qué significa?
Waarmee kan ik u van dienst zijn
A
¿En qué puedo servirle?
B
¿Tenemos una habitación libre?
C
¿Tiene la llave?
D
Por supuesto

Slide 3 - Quizvraag

¿Qué significa?
Voor hoeveel nachten?
A
¿Para cuántos días?
B
¿Para cuántas noches?
C
¿Para cuántas tardes?

Slide 4 - Quizvraag

¿Qué significa?
We hebben maar één kamer vrij
A
Tenemos dos habitaciones libres
B
No tenemos habitaciones libres
C
Sólo tenemos una habitación libre

Slide 5 - Quizvraag

¿Qué significa?

hasta miércoles
A
tot maandag
B
tot dinsdag
C
tot woensdag
D
tot vrijdag

Slide 6 - Quizvraag

¿Qué significa?

¿Cuánto cuesta la habitación?
A
Hoeveel kamers heeft het huis?
B
Hoeveel kost een kamer met bad?
C
Hoeveel kost de kamer?
D
Hoeveel is de kamer?

Slide 7 - Quizvraag

¿Qué significa?

Podemos desayunar en el hotel?
A
Willen we ontbijten in het hotel
B
Ontbijten we in het hotel?
C
Kunnen we ontbijten in het hotel?
D
Kunnen we lunchen in het hotel?

Slide 8 - Quizvraag

¿Qué significa?

Queremos aparcar el coche
A
Wij kunnen de auto parkeren
B
Wij willen de auto parkeren
C
Wij parkeren de auto
D
Jullie parkeren de auto

Slide 9 - Quizvraag

willen
A
querer (ie)
B
poder (ue)
C
dormir (ue)
D
empezar (ie)

Slide 10 - Quizvraag

Ik wil
A
querer
B
quieres
C
quiere
D
quiero

Slide 11 - Quizvraag

vervoeg
querer (nosotros)
A
queréis
B
quieremos
C
quieréis
D
queremos

Slide 12 - Quizvraag

Werkwoord: QUERER
De vervoeging van ÉL/ELLA/USTED is...
A
quiero
B
queremos
C
quiere
D
queréis

Slide 13 - Quizvraag

Camila Cabello y yo ......... (querer) cantar una canción española.
A
queremos
B
quieremos
C
quero
D
quiero

Slide 14 - Quizvraag

Mi hermana (querer) ______ viajar a Latinoamérica.
A
quiere
B
quieres
C
quere
D
quiero

Slide 15 - Quizvraag

Werkwoord: QUERER
De vervoeging van YO is...
A
quieres
B
quiero
C
queréis
D
quieren

Slide 16 - Quizvraag

kunnen/mogen
A
aparacar
B
poder (ue)
C
costar (ue)
D
posible

Slide 17 - Quizvraag

(tú) PODER
A
puedo
B
poder
C
puedes
D
podeis

Slide 18 - Quizvraag

(Él) PODER
A
podemos
B
poder
C
Puede
D
pueden

Slide 19 - Quizvraag

(yo) PODER
A
pudo
B
puedo
C
poder
D
podemos

Slide 20 - Quizvraag

Los números hasta 1000

Slide 21 - Tekstslide

¡Ojo!: estos números!
100 = cien
101 = ciento uno
500 = quinientos
700 = setecientos
900 = novecientos
OJO: alléén tussen tientallen en eenheden schrijf je "Y"

Slide 22 - Tekstslide

kahoot
getallen 1 - 15.000

Slide 23 - Tekstslide

p. 55 3.13 ejercicio oral
Aquí tiene la llave, usted tiene la habitación número .....

Slide 24 - Tekstslide

maken tarea final: p. 56 
1 conversatie

Slide 25 - Tekstslide