Tui 1 periode 4 les 3: getallen, dagen, klinkerwisseling

• Spaans
• MBO
• Studiejaar 1

Welke dag komt na woensdag?

1. domingo
2. jueves
3. sábado
4. viernes

Op welke dag hebben jullie Spaans?

1. lunes
2. miércoles
3. martes
4. jueves

Op welke dag hebben jullie Duits

1. lunes
2. martes
3. miércoles
4. jueves

Welke dag ontbreekt?

Los números hasta 1000

Wanneer is er geen klinker wisseling

1. Als er geen klinker in zit
2. alleen bij de 3e vorm enkel en meervoud
3. bij wij en bij jullie
4. er is altijd een klinkerwisseling

vervoeg met PODER[ue]:
¿Tu ______ abrir la puerta?

vervoeg met PODER[ue]:
¿En que (yo) _____ servirle?

vervoeg met PODER[ue]:
Carmen y yo _____ aparcar el coche.

vervoeg met QUERER[ie]:
Laura y Thomas _____ comer paella

vervoeg met QUERER:
Tessa _____ viajar a México.

vervoeg met QUERER:
Lara y tú _____ reservar una habitación.

Vond je dit een fijne manier om te herhalen?

1. Sí
2. No
3. un poco