In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Pak je laptop, boeken en pen.
Tas op de grond en telefoon weg.
Jas uit en niet zichtbaar.
Slide 1 - Tekstslide
Lezen
Slide 2 - Tekstslide
lesopbouw
lezen
wat weet je al over werkwoorden?
doel: voltooid deelwoorden
uitleg
opdracht
zelfstandig werken
afsluiting
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet je al van het voltooid deelwoord?
Slide 4 - Woordweb
Doel
Aan het eind van de les kan je minimaal 4 voltooid deelwoorden opnoemen die beginnen met ge-, be-, ver-, her- en -ont.
Slide 5 - Tekstslide
d3clkn2tk03bff.cloudfront.net
Slide 6 - Link
Voltooid deelwoord
Is een werkwoord.
Begint vaak met ge-.
Staat altijd een vorm van hebben, zijn of worden in de zin.
Staat vaak aan het eind van de zin.
Slide 7 - Tekstslide
Sterke werkwoorden
Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank.
wij rijden - wij reden
wij zwemmen - wij zwommen
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden eindigt meestal op -en.
We zijn snel naar huis gereden.
Hij heeft in de zee gezwommen.
Slide 8 - Tekstslide
Zwakke werkwoorden
Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden eindigt op -d of -t.
Maak het voltooid deelwoord langer. Dan hoor je of het een -d of -t moet zijn.
Of gebruik 'T KoFSCHiP X. Is de laatste letter van de stam van het werkwoord een -t, -k, -f, -s, -ch, -p of -x, dan schrijf je een -t. In alle andere gevallen schrijf je een -d.
Slide 9 - Tekstslide
'T KoFSCHiP X
De rekening is betaald. (de betaalde rekening)
De schoenen zijn ingepakt. (de ingepakte schoenen)