Lesson 7. Grammar revision

What are we going to do today?
- Grammar revision 
- Homework check
- Slim stampen words/grammar 
- Time left? Read theory

lesson goal: at the end of the class you know how to use the Grammar in 5 sentences correctly. 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

What are we going to do today?
- Grammar revision 
- Homework check
- Slim stampen words/grammar 
- Time left? Read theory

lesson goal: at the end of the class you know how to use the Grammar in 5 sentences correctly. 

Slide 1 - Tekstslide

Grammar E1 - Present Tenses
Present Simple: normale tegenwoordige tijd. 
bijvoorbeeld: I walk, she walks, we walk. 
Gebruiken bij: feiten, gewoontes, regelmatige gebeurtenissen.


Present Continuous: duurvorm tegenwoordige tijd. 
bijvoorbeeld: I am walking, she is walking, we are walking. 
Gebruiken bij: dingen die NU gebeuren of iets wat iemand NU doet.

Slide 2 - Tekstslide

Grammar E1: Present Tenses
Bij Present Continuous zijn er vaak signaal woorden waar je op kunt letten: at the moment, now, at this time. 

Bij de Present Simple zijn deze er ook: usually, always, often, every day. 

Slide 3 - Tekstslide

I .......... (to study) at the moment.
A
study
B
am studying

Slide 4 - Quizvraag

We always ....... (to take) the bike to school.
A
take
B
are taking

Slide 5 - Quizvraag

I often ...... (to play) the piano at school recitals.

Slide 6 - Open vraag

She ......... (to work) a 15hr shift right now.

Slide 7 - Open vraag

Grammar E2: Tag questions
Een tag question is iets wat je aan het einde van de zin toevoegt om bevestiging te vragen. In het Nederlands is dat het woordje: toch? 

Als het een positive zin is, is the tag question negative:
He is a strict teacher, isn't he. 

Je herhaalt dus het eerste werkwoord: is en zet deze in een ontkennende vorm

Slide 8 - Tekstslide

Grammar E2: tag questions
Is de zin negative, dan zet je de tag question in een positive vorm: You aren't my English teacher, are you? 

De tag question komt dus altijd NA de komma. Het eerste werkwoord is dus of positief of negatief. Een negatief werkwoord heeft het woordje: not erachter. 

Slide 9 - Tekstslide

Grammar E2: tag questions
Met de werkwoorden: to be (am/are/is/was/were), modals (can/should) of to have herhaal je dus het werkwoord in de tag question. 
He can come too, can't he? 

Bij andere werkwoorden gebruik je een vorm van to do in de tag question. 
We collected money for charity, didn't we. 
She volunteers at the hostel, doesn't she. 
de tag question staat ook altijd in dezelfde tijd als de rest van de zin. 

Slide 10 - Tekstslide

He isn't that tall, ......
A
is he?
B
isn't he?

Slide 11 - Quizvraag

We are quite fast ......
A
aren't we?
B
are we?

Slide 12 - Quizvraag

I can come too, ....
A
can I?
B
can't I?

Slide 13 - Quizvraag

She skates at a professional level, ....
A
doesn't she?
B
didn't she?

Slide 14 - Quizvraag

We handed out everything, .....
A
don't we?
B
didn't we?

Slide 15 - Quizvraag

Homework 
Let's check 25, 26 & 28 

(Blok E chapter 1)  

Slide 16 - Tekstslide

Do: 

Study words at Quizlet for 10 minutes or practice with the grammar in Slim Stampen for 10 minutes. 

timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

What did you learn
today?

Slide 18 - Woordweb