Les 2 hoofdstuk 1.2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 2,3

Hoofdstuk 1

Paragraaf 1.2 Waarom koop je dat?

Wat gaan we doen:

1. paragraaf 1.1 
2. Doelen van de les bespreken 
3. Instructie 
4. Zelfstandig werken 
5. Doelen behaald?

Paragraaf 1.1 

• Basisbehoeften 
• Overige behoeften 
• Goederen en diensten 
• €29,10 of €29,1 ?
• Consumeren
• Zelfvoorziening 

Doelen van de les:

• Je weet waardoor mensen verschillende behoeften hebben. 
• Je kent het verschil tussen sociale en commerciële beïnvloeding. 
• Je weet waarom fabrikanten en winkels reclame maken.
• Je kunt met een percentage een getal uitrekenen 

behoeften verschillen 

• Wat is je favoriete kleding- of schoenenmerk?

- Jongens vinden soms andere dingen leuk dan meisjes 

- Leeftijd 

Budget:

- Het geld wat je kunt gebruiken om iets te kopen 

Invloed op jouw keuze

Sociale beïnvloeding:

- Je omgeving beïnvloed je keuze 

- Mensen met wie je omgaat

- Familie en vrienden 

Commerciële beïnvloeding:

- Reclame 

- Commercieel betekent dat ze er iets aan willen verdienen

Sociale beïnvloeding 

Commerciële beïnvloeding 

Reclame 

- Overal is reclame 

- Winkels en fabrikanten willen aandacht voor een product 

- Uiteindelijke doel meer verkopen 

Doelgroep

- Een groep mensen waarvoor een product of dienst bedoeld is. 

Welke doelgroep is het?

- Reclame over voetbalschoenen?

- Reclame voor vrouwen parfum? 

- Reclame over playstation spelletjes?

Met procenten een getal berekenen 

Je kunt het op verschillende manieren berekenen:

• Met een verhoudingstabel 
• formule gebruiken 

bereken het antwoord:

Op deodorant van €3,75 krijg je een korting van 40%. 

1. Wat is het bedrag van de korting. 
2. Bereken wat je voor de deodorant betaalt.

Ik heb nog extra hulp nodig?

1. Ja
2. Nee

Aan het werk 

Weektaak:

- Af paragraaf 1.2 

Doelen van de les:

• Je weet waardoor mensen verschillende behoeften hebben.
• Je kent het verschil tussen sociale en commerciële beïnvloeding. 
• Je weet waarom fabrikanten en winkels reclame maken.
• Je kunt met een percentage een getal uitrekenen 

Heb jij de doelen van deze les behaald?