Artikel schrijven

Artikel
Hoe schrijf je een artikel?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Artikel
Hoe schrijf je een artikel?

Slide 1 - Tekstslide

In de krant staan stukjes over verschillende onderwerpen. Vaak zijn het nieuwsberichten, maar er zijn ook andere soorten artikelen. Hierdoor wordt de krant lekker afwisselend!
Wat voor soort artikelen zijn er?



Nieuwsbericht ● Reportage ● Interview 
● Achtergrond ● Recensie


 


Een reportage is een verslag van de journalist, waarin de sfeer van de omgeving en het gevoel van de verslaggever ook een rol spelen. Denk bijvoorbeeld aan een verhaal over een dagje strand, een groot feest of een wedstrijd waar je aan meedoet.
Achtergrondverhaal
Vaak kun je niet al het nieuws kwijt in een nieuwsbericht. Dan heb je teveel informatie. In een achtergrondverhaal kun je meer vertellen over wat iets betekent, hoe het gekomen is of wat het gevolg kan zijn. Eigenlijk kun je het vergelijken met een nieuwsbericht, maar met meer informatie.
Recensie
Dit is een verslag van een boek, toneelstuk, film of game waarin de journalist zegt of het goed of slecht was en waarom. Moet je het boek lezen of kun je het overslaan, omdat het niet de moeite waard is?


Slide 2 - Tekstslide

Nieuwsbericht
Een nieuwsbericht is een artikel over het nieuws. Er staat zoveel mogelijk informatie in. De schrijver probeert altijd deze vragen te beantwoorden:
Wat is er gebeurd?
Wie heeft ermee te maken?
Waar is het gebeurd?
Wanneer is het gebeurd?
Waarom is het gebeurd?

Slide 3 - Tekstslide

De journalist moet nagaan of alle informatie wel klopt, want je mag niet zomaar iets in de krant zetten. Het moet wel waar zijn. Dat betekent dat de journalist moet navragen en nog een
 keertje moet checken of het wel echt waar is wat hij gehoord heeft.

Slide 4 - Tekstslide

Interview
Een interview is een vraaggesprek, waarbij je vragen stelt aan een persoon van wie je meer wilt weten. Als je iemand wilt interviewen, moet je je altijd goed voorbereiden, door boeken over die persoon te lezen of eerder verschenen artikelen. Je moet weten wat je wilt vragen, zodat het gesprek niet alleen maar over het mooie of slechte weer gaat.

Slide 5 - Tekstslide

Reportage
Een reportage is een verslag van de journalist, waarin de sfeer van de omgeving en het gevoel van de verslaggever ook een rol spelen. Denk bijvoorbeeld aan een verhaal over een dagje strand, een groot feest of een wedstrijd waar je aan meedoet.

Slide 6 - Tekstslide

Achtergrondverhaal
Vaak kun je niet al het nieuws kwijt in een nieuwsbericht. Dan heb je teveel informatie. In een achtergrondverhaal kun je meer vertellen over wat iets betekent, hoe het gekomen is of wat het gevolg kan zijn. Eigenlijk kun je het vergelijken met een nieuwsbericht, maar met meer informatie.

Slide 7 - Tekstslide

Recensie
Dit is een verslag van een boek, toneelstuk, film of game waarin de journalist zegt of het goed of slecht was en waarom. Moet je het boek lezen of kun je het overslaan, omdat het niet de moeite waard is?

Slide 8 - Tekstslide

Inhoud artikel
  • Een artikel is een informatieve tekst
  • De opdracht van het artikel bestaat altijd uit:
- situatiebeschrijving





- opdracht
- punten die in het artikel moeten staan 
  • Dit is ook de volgorde die je moet aanhouden als je gaat beginnen met schrijven

Slide 9 - Tekstslide

Artikel schrijven
Het artikel bestaat altijd uit:
  • inleiding
  • kern
  • slot 
  • Dit zijn dus tenminste 3 alinea's

Slide 10 - Tekstslide

Artikel schrijven
Verdeel de gevraagde punten in de alinea's:


  • Welke punten horen bij de inleiding?
  • Welke punten horen bij de kern?
  • Welke punten horen bij het slot?


Slide 11 - Tekstslide

Inleiding
  • Je begint met het schrijven van de inleiding (1e alinea)
  • In de inleiding vertel je waarom je het artikel schrijft.
  • Bekijk of er een 'punt' in de inleiding hoort.

Slide 12 - Tekstslide

Kern
  • Nu begin je met het schrijven van het middenstuk, de kern. In de kern staat alle informatie die je kwijt wilt.
  • Het is mooi als je hier ook nog verschillende alinea's van maakt

Slide 13 - Tekstslide

Slot
  • In het slot benoem je nog even het belangrijkste uit dit artikel, hier rond je het artikel mee af.
  • Kijk weer welk punt er ook alweer bij slot hoorde

Slide 14 - Tekstslide

aandachtspunten
Extra tips bij de opdracht

Slide 15 - Tekstslide

Laatste check
  • Check nog even het laatste stukje onder de aandachtspunten:


  • Kijk of je alle punten hebt verwerkt in je artikel 
  • Kijk je artikel na op interpunctie, spelling en formulering

Slide 16 - Tekstslide

Beoordeling
  • inhoud: aandachtspunten
  • Taal: interpunctie, spelling en formulering
  • conventies: Titel, naam, 
alinea-indeling, samenhang, logische volgorde en passend taalgebruik

Slide 17 - Tekstslide

Doel van vandaag:
• interpunctie toepassen: punt, uitroepteken, vraagteken, aanhalingsteken, komma;
• hoofdletters correct gebruiken;
• het meervoud van zelfstandige naamwoorden vormen;
• de leestekens apostrof, accent, koppelteken en trema gebruiken.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide