Auditieve discriminatie ie oe ou au ei ui eu
1 / 34
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Welk woord is goed ?
A
ruiken
B
reuken
Slide 7 - Quizvraag
Welk woord is goed ?
A
ei
B
ui
Slide 8 - Quizvraag
Welk woord is goed ?
A
heut
B
hout
Slide 9 - Quizvraag
Welk woord is goed ?
A
buik
B
beuk
Slide 10 - Quizvraag
Welk woord is goed ?
A
zein
B
zien
Slide 11 - Quizvraag
Welk woord is goed ?
A
ei
B
ui
Slide 12 - Quizvraag
Welk woord is goed ?
A
boeken
B
beuken
Slide 13 - Quizvraag
Welk woord is goed ?
A
pauw
B
puiw
Slide 14 - Quizvraag
Welk woord is goed ?
A
trein
B
trien
Slide 15 - Quizvraag
Welk woord is goed ?
A
blouw
B
blauw
Slide 16 - Quizvraag
Welk woord is goed ?
A
heus
B
huis
Slide 17 - Quizvraag
Welk woord is goed ?
A
goud
B
geud
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
De [ deur / duir ] is dicht.
Slide 20 - Open vraag
Mijn zusje is [ vier / veur ] jaar.
Slide 21 - Open vraag
Mijn zusje is [ klein / klien ].
Slide 22 - Open vraag
In de wei staat een [ kou / koe ].
Slide 23 - Open vraag
Dat is [ fout / feut ].
Slide 24 - Open vraag
Ik ga naar [ heus / huis ].
Slide 25 - Open vraag
Slide 26 - Tekstslide
Wat zie je?
Slide 27 - Open vraag
Wat zie je?
Slide 28 - Open vraag
Wat zie je?
Slide 29 - Open vraag
Wat zie je?
Slide 30 - Open vraag
Wat zie je?
Slide 31 - Open vraag
Wat zie je?
Slide 32 - Open vraag
maak een zin met
--> veel <--
--> veel <--
