Marketing 2 voor schoolonderneming - Les 5

Marketing 2 - Les 5
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Marketing 2 - Les 5

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weekplanning
  1. Marketingplan van A tot Z
  2. Marketingplan van A tot Z - Geef elkaar feedback
  3. Marketingactiviteiten - Introductie
  4. Marketingactiviteiten - Creatieve activiteiten
  5. Marketingactiviteiten - Online marketing
  6. Marketingactiviteiten - Evalueer en rapporteer

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  • Wat is online marketing?
  • Online marketing kanalen
  • Online marketingstrategie
  • Klantreis
  • 7 principes van beïnvloeding 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen vandaag
  1. Jij hebt kennis van verschillende online marketing methoden
  2. Jij kunt online marketing inzetten om je product te promoten

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is online marketing?
De term online marketing is een verzamelnaam van alle marketingpraktijken die online (op het internet) plaatsvinden. 
Dat zijn activiteiten waarbij je een boodschap via online kanalen deelt over je merk, product of diensten. Deze boodschap wordt op een effectieve, meetbare wijze gedeeld met potentiële klanten.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Online marketingstrategie in 7 stappen

Slide 8 - Tekstslide

1: Huidige situatie in kaart brengen
2: Wat zijn onze doelen?
3: Wat gaan we doen om onze doelen te behalen
4: Welke middelen zetten we in om mensen te bereiken
5: Hoe zetten we de middelen in?
6: Taakverdeling
7: Meten is weten

Klantreis - AIDA model

Slide 9 - Tekstslide

De eerste stap van het AIDA-model begint met attention, ofwel de aandacht trekken van de consument. Het doel is om de consument bewust te maken dat het product bestaat. De meest voorkomende methode om de aandacht van de consument te trekken is door middel van massacommunicatie. Echter is massacommunicatie niet altijd de beste methode. Vaak is een meer persoonlijke communicatie namelijk een stuk effectiever!

Stap twee van het AIDA-model is interest en gaat in op de interesses van de consument. Wanneer het product niet de juiste interesse(s) van de consument benadert, kan het zijn dat de consument niet geïnteresseerd is en afhaakt. Probeer dus de juiste doelgroep te benaderen!

De derde stap van het AIDA-model is desire, wat de verlangens van de consument betreft. De consument is nu bewust van het bestaan van het product en beschouwt het als interessant. In stap drie moet de consument bewust worden van de voordelen van het product, zodat hij een aankoop kan gaan overwegen.

De laatste stap van het AIDA-model is action en betreft de daadwerkelijke actie van de consument. De consument is bewust van het product en de daarbij horende voordelen. Het enige wat de consument nu nog hoeft te doen is overgaan tot de koop. De trigger tot actie is zeer breed. Alles kan van invloed zijn op de koop van het product, namelijk onbeheersbare en beheersbare factoren. Een onbeheersbare factor kan bijvoorbeeld weersomstandigheden zijn. Beheersbare factoren zijn van groter belang en betreffen factoren zoals schap positie, uitstraling van het product en stimulering van de belevenis van het product.
Klantreis

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

REAN staat voor Reach (klanten bereiken), Engage (betrokkenheid creëren), Activate (klanten activeren) en Nurture (klanten koesteren). Dit zijn de 4 fasen van een campagne. Elke fase heeft een eigen doel en vraagt om andere soorten communicatiemiddelen.

In de eerste fase – de Reach-fase – probeer je de doelgroep te bereiken en potentiële klanten (die het merk misschien nog niet kennen) kennis te laten maken met het merk. Het merk moet een positieve associatie oproepen door een bepaald gevoel over te brengen.

In de tweede fase – de Engage-fase – moeten de klanten die je in de eerste fase bereikt hebt zich gaan verbinden met het merk. De klant bevindt zich nu in de oriëntatiefase en overwegingsfase van het koopproces. Hij oriënteert zich op de mogelijkheden en overweegt of hij het product wil kopen / de dienst wil afnemen.

De derde fase – de Activate-fase – is de daadwerkelijke aankoopfase. De consument moet zoveel vertrouwen hebben gekregen in het merk dat hij een volgende interactie wil aangaan en het product wil kopen. Overigens gaat het niet altijd om een aankoop, het doel kan ook zijn om een nieuwsbriefinschrijving te realiseren, de klant het bedrijf te laten volgen op social media, contact op te laten nemen, etc. Wat het precieze doel is stel je zelf vast. In de meeste gevallen gaat het echter om een aankoop.

De vierde en laatste fase – de Nurture-fase – betreft de evaluatiefase waarbij de consument de aankoop reeds heeft gedaan en evalueert of hij tevreden is over het gehele aankoopproces, de aanbieder en het product of de dienst. In deze fase is het belangrijk om de klant te behouden en van hem een terugkerende klant te maken.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Wederkerigheid

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Toewijding en consistentie
Mensen zijn graag consistent. We doen het liefst iets wat overeenkomt met wat we eerder hebben gezegd of gedaan. 
Denk maar eens aan een bestelling via het internet. Je moet je gegevens invoeren, maar een lang formulier met vragen schrikt af. Slimme websites knippen dat formulier daarom op in kleine delen met enkele simpele vragen. Zodra je één of twee van die delen hebt ingevoerd, vul je ook de rest in.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Sociale bewijskracht
Het principe van social proof heeft betrekking tot de invloed van anderen op jouw keus. We vertrouwen populaire dingen die worden aangeprezen door anderen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Het principe van sympathie
Het principe van sympathie bestaat uit het feit dat we liever zaken te doen met mensen en bedrijven die we aardig of leuk vinden.

Als consument houden we van mooi vormgegeven websites met content die ons aanspreekt. Daarvoor kun je ook heel goed social media gebruiken. Je kunt er geweldig conversaties met je (potentiële) klanten mee aan gaan. In de taal van je doelgroep.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Autoriteit
Mensen volgen experts. Blindelings. En hoe laat je je expertise blijken? Met titels, bijvoorbeeld. Weet je nog wie deze principes bedacht heeft? Dr. Robert Cialdini. Op je website kun je dat laten blijken door je kennis te laten zien in blogs of vlogs. Of door (gratis) advies ‘van een expert’ in zijn vakgebied aan te bieden, waarin jij natuurlijk de expert bent.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6. Schaarste
Iedereen wil exclusieve dingen. Dingen waarvan er maar een paar zijn. Dat is het basisidee achter het creëren van schaarste. Je kunt dat op je website gebruiken door aan te geven dat er van een bepaald product nog slechts enkele exemplaren beschikbaar zijn.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. Eenheid
Het gaat hier om de gedeelde identiteit die je hebt met je doelgroep. Met dit principe speel je in op het groepsgevoel. Je maakt jezelf of je doelgroep onderdeel van een groter geheel. En dat kan op basis van een heleboel dingen: cultuur, locatie, leeftijd en ga zo maar door.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maak een online marketing campagne
• Wat is het doel? Wat wil je bereiken?
• Welke doelgroep wil je bereiken?
• Welke kanalen zet je in? En waarom?
• Wat is de boodschap die je verteld?
• Hoe gaan jullie je USP inzetten in online marketing?
• Hoe val je op tussen alle andere adverteerders?



Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen vandaag
  1. Jij hebt kennis van verschillende online marketing methoden
  2. Jij kunt online marketing inzetten om je product te promoten

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week...
Gastles - Het foodatelier

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies