Les 5 De kerk en de geestelijken



Geschiedenis
Introductie
Les 5 De kerk en de geestelijken
Geschiedenis
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



Geschiedenis
Introductie
Les 5 De kerk en de geestelijken
Geschiedenis

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het leenstelsel?

Slide 2 - Woordweb

Wat is het hofstelsel?

Slide 3 - Woordweb

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je uitleggen:

- Wat de geestelijken en de kerk betekenden voor de samenleving.

- Hoe kloosters werken en hoe missionarissen zorgen voor de uitbreiding van het Christendom.




Slide 4 - Tekstslide


De hulp van God


  • Het leven van de mensen in de vroege Middeleeuwen was zwaar.
  • Veel van de dingen om hen heen begrepen ze niet.
  • Bij ziektes, natuurrampen of hongersnoden vroegen ze God om hulp.
  • De mensen die voor de kerk werkten, de geestelijken, hielpen hen hierbij.
  • Hiervoor moesten de boeren wél belasting betalen...

Slide 5 - Tekstslide

Paleizen...


Tussen 1309 en 1377 woonden de pausen niet in Rome, maar in de Franse stad Avignon. Dit was in die tijd hun paleis, het Palais des Papes.

  • De Paus, de leider van de kerk, had in de Middeleeuwen enorm veel macht, soms zelfs meer dan een koning of keizer.
  • De Paus en andere hoge geestelijken, zoals bisschoppen, hadden veel grond en woonden in enorme paleizen, vol luxe.

Slide 6 - Tekstslide

...en kloosters


  • Lage geestelijken, zoals priesters, monniken en nonnen, woonden en leefden vaak veel eenvoudiger.
  • Priesters woonden bij de kerk waar ze werkten
  • Monniken en nonnen waren zelf niet rijk, de kloosters vaak wél: zij hadden veel grond en kregen pacht van de boeren op hun land.

Dit is het klooster van Fontevraud in Frankrijk. Het werd een erg rijk klooster omdat het gesteund werd door koningen.

Slide 7 - Tekstslide

De macht steunt elkaar

  • Koningen beschermden geestelijken met het zwaard en door het schenken van grond aan kerken en kloosters.

  • Geestelijken konden daarentegen weer lezen en schrijven en hielpen daarom vaak de koning. Bovendien benadrukte de kerk dat koningen door God waren aangesteld. De kerk versterkte de machtspositie van de koning. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide


Leven in een klooster



  • In een klooster werd veel gebeden door de monniken en nonnen, maar ze werkten ook hard, bijvoorbeeld op het land.
  • Daarnaast verzorgden zij de zieken en hielpen mensen bij hun geloof in God.
  • Ze verzorgden ook het onderwijs in een gebied




Slide 12 - Tekstslide




  • In de kloosters werden soms ook oude boeken overgeschreven. 
  • Dit duurde heel lang: het was dus echt 'monnikenwerk'.

Slide 13 - Tekstslide

Hier is de slaapzaal.
Alle monniken slapen in dezelfde ruimte. 
Monniken en nonnen leefden gescheiden.
Men geloofde dat je kuis moest leven.
Om het klooster staat een kloostermuur. De muur beschermt de monniken tegen rovers en wilde dieren. 
Dit is de landbouwgrond.
De monniken verbouwen daar gewassen.
Het kon ook zijn dat horigen daar herendiensten 
verrichten.  
Dit is de kerk. Dit is het belangrijkste gebouw van het klooster. Hier bidden de monniken. 
Dit is de eetzaal. Hier eten de monniken samen. Tijdens het eten leest één van de monniken voor uit de Bijbel. 
Dit is de kloostergang. Alle gebouwen in het klooster worden verbonden door een kloostergang. Deze heeft een dak, zodat de monniken niet nat worden als het regent. De monniken gebruiken de kloostergang ook om te lezen en te bidden. 
Dit is de kruidentuin. De monniken kweken zelf kruiden om te koken en om mensen beter te maken. Ze maken van sommige kruiden zalf, thee of olie. De monniken weten precies welk kruid zij nodig hebben. 
In de ziekenboeg zorgen de monniken ook voor de zieken. Alleen zij kunnen medische boeken lezen en hebben ervaring met het verzorgen van zieken.
In het scriptorium (schrijfzaal)
schreven monniken boeken over.
Doordat er geen drukpers was moest dit met de hand.
Een monik kon jaren doen over één boek.
De kerkasiel, de kerk stond altijd voor iedereen open.
Kerkasiel werd in de 6e eeuw ontwikkeld door bisschop Gregorius van Tours. Dit betekende dat kerken het recht hadden voortvluchtigen asiel te verlenen. Onder andere in de jaren tachtig en negentig van de 20ste eeuw beriepen kerken in Nederland zich op dit kerkasiel. In de jaren tachtig nam de stroom vluchtelingen als gevolg van oorlogsgeweld toe en ontstond er een dringendere behoefte aan beter geregelde opvang voor asielzoekers. Ook de Nederlandse kerken wilden hieraan een steentje bijdragen.
De kerkasiel, de kerk stond altijd voor iedereen open.
Kerkasiel werd in de 6e eeuw ontwikkeld door bisschop Gregorius van Tours. Dit betekende dat kerken het recht hadden voortvluchtigen asiel te verlenen. Onder andere in de jaren tachtig en negentig van de 20ste eeuw beriepen kerken in Nederland zich op dit kerkasiel. In de jaren tachtig nam de stroom vluchtelingen als gevolg van oorlogsgeweld toe en ontstond er een dringendere behoefte aan beter geregelde opvang voor asielzoekers. Ook de Nederlandse kerken wilden hieraan een steentje bijdragen.

Slide 14 - Tekstslide

Het 
Mac Donalds-
effect

Slide 15 - Tekstslide

Dit zijn nog maar twee monnikenordes... 

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de beste omschrijving van het begrip ‘geestelijken’?
Kies het juiste antwoord.
A
mensen die in God geloven
B
mensen die iedere week naar de kerk gaan
C
mensen die in dienst zijn van de kerk
D
mensen die voor andere mensen bidden

Slide 17 - Quizvraag

Door het harde leven gingen veel mensen het christendom extra belangrijk vinden. Waarom was dat zo?
A
De mensen hoopten dat God hen zou beschermen tegen honger, ziekte en dood.
B
In de Bijbel staat hoe je betere medicijnen kunt maken en hoe je grotere oogsten kunt krijgen.
C
Als je christen was, mocht je in een klooster wonen. Daar was wel genoeg voedsel.
D
Als je arm, maar goed geleefd had, werd je na je dood erg rijk in de hemel.

Slide 18 - Quizvraag

Willibrord was een Engelse missionaris die probeerden de Friezen tot het Christendom te bekeren. De Friezen zaten daar niet op te wachten.
Bonifatius was ook een Engelse missionaris die probeerde de Friezen te bekeren. Dit lukte niet: in 754 werd hij door Friezen in Dokkum vermoord.

Slide 19 - Tekstslide

Maak de juiste combinaties 
Geestelijke
Monnik
Paus
Priester
Iemand met een functie in de plaatselijke kerk
Iemand in dienst van de kerk
Geestelijke die leeft in een klooster
Hoogste geestelijke leider van de kerk

Slide 20 - Sleepvraag

Slide 21 - Video

Kerstening




De Germanen werden heidenen genoemd omdat ze nog niet in de christelijke god geloofden

De bekering tot het christendom wordt ook wel kerstening genoemd

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk (pak je agenda)




                            

                           
                               
                                   
                                       
       
           
               
       
   
               
                   
                   
                       
                           
   
     
       
 
   
   
   
   
   
   
   
     
       
       
     
   
 

   
   

   
   

   
   

   
       
           
               
 
   
   
   
   
       
           
                Vragen over de vorige les????
           
       
       
   
   
   
 
 
           
       
   

 
 
 
     
   
   
   
     
   
 
                       
                   
               
               
                   
                       
                         Jagers en Verzamelaars
                   
               
               
                     
               
               
                   
                       
                           
                             
                           
                       

                   
               
           
       
   

                                   
                               
                           

                           
                       
 

H/V:
4.4 De verspreiding van het Christendom over Europa
53 t/m 63






Slide 23 - Tekstslide