Hoofdstuk 10 par. 10.1 en 10.2 en 10.3

Week 13 Wat gaan we doen?
  • We bekijken een aanbodfunctie en een aanbodcurve.
  • Verschil tussen individuele aanbodcurve en collectieve aanbodcurve.
  • Verschuiving van -en langs de aanbodlijn
  • Producentensurplus
Vandaag paragraaf 10.1 en 10.2 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Week 13 Wat gaan we doen?
  • We bekijken een aanbodfunctie en een aanbodcurve.
  • Verschil tussen individuele aanbodcurve en collectieve aanbodcurve.
  • Verschuiving van -en langs de aanbodlijn
  • Producentensurplus
Vandaag paragraaf 10.1 en 10.2 

Slide 1 - Tekstslide

10.1 Prijs, winst en bedrijfsproductie
Qa = de aangeboden hoeveelheid van product x
p = de prijs van product x
a = de mate waarin het aanbod reageert op veranderingen in de prijs
b = het gedeelte van de vraag dat niet afhankelijk is van de prijs
er is een positief verband tussen de prijs en de aangeboden hoeveelheid.

Prijsaanbodlijn geeft het verband weer tussen de prijs van een goed en de aangeboden hoeveelheid van dat goed. 
qa=apb

Slide 2 - Tekstslide

Er is een positief verband tussen het prijs en het aanbod. 

Slide 3 - Tekstslide

prijsaanbodlijn= MK
Marginale kosten zijn de extra kosten die je moet betalen als je een extra product maakt. De minimale prijs die de aanbieder wil krijgen moet in ieder geval de MK zijn. Dus hij gaat de hoeveelheid aanbieden waarbij de prijs in ieder geval gelijk is aan MK.

Slide 4 - Tekstslide

Doelstelling:
max winst.
MO=MK

Slide 5 - Tekstslide

Prijs, GO, GTK, GVK
Sommige producenten streven naar maximale winst. Dan is de MO=MK
Wanneer de prijs (gemiddelde opbrengst, GO) lager is dan de kostprijs van het product (GTK) gaat de producent verlies maken.
Hij gaat pas stoppen als de GO onder de GVK komt.

Slide 6 - Tekstslide

par. 10.2 prijs en marktaanbod
Productiecapaciteit is de maximaal haalbare productie die je kan maken met de aanwezige productiefactoren (kapitaal, arbeid, natuur en ondernemerschap). 

Slide 7 - Tekstslide

Een collectieve aanbodcurve
We tellen de individuele prijsaanbodcurven bij elkaar op bijvoorbeeld:
qa = 0,5P-10 +(1,25P-25)
Dit geeft dus de nieuwe functie:
qa = 1,75P-35

Lees par. 10.1 en 10.2 door en maak checklist 10.1 en 10.2 als huiswerk.

Slide 8 - Tekstslide

week 14 les 1
Deze les bekijken we paragraaf 10.2 en 10.3
prijs en marktaanbod 
kosten en marktaanbod

Slide 9 - Tekstslide

checklist 10.1
Als de prijs < GTK krijg je verlies
is de prijs > GVK  dan zal je doorgaan met produceren (je verdient dan een deel van je constante kosten terug)
Shut-downpoint: De prijs waarbij de productie onmiddellijk wordt gestaakt (Prijs < GVK)

Slide 10 - Tekstslide

Winstmaximalisatie: arceren
Arceer de maximale winst
stap 1 kies MO=MK
stap 2 loop naar GO lijn
stap 3 op de weg naar boven ben 
je de GTK tegen gekomen. Zet daar
een punt.
Welke prijs en welke kostprijs horen
bij de maximale winst?






Slide 11 - Tekstslide

checklist 10.2
De collectieve prijsaanbodcurve
We tellen de individuele prijsaanbodcurven bij elkaar op bijvoorbeeld:
qa = 0,5P-10 
qa=1,25P-25
Dit geeft dus de nieuwe functie (dit is een collectieve prijsaanbodcurve)
qa = 1,75P-35



Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Waarom gaat de aanbodlijn naar links of rechts?

Slide 14 - Tekstslide

Weet je het nog?
op óf langs

VAN

Slide 15 - Tekstslide


A
Prijs ging omhoog
B
Behoefte van consumenten is gedaald
C
Het aanbod is gestegen
D
Het inkomen van consumenten is groter geworden

Slide 16 - Quizvraag


A
Prijs ging omhoog
B
Behoefte van consumenten voor dit product is gedaald
C
Het aanbod is gestegen
D
Het inkomen van consumenten is groter geworden

Slide 17 - Quizvraag


A
Het totaal aantal aanbieders is gestegen
B
Er zijn nieuwe innovaties waardoor er goedkoper geproduceerd kan worden
C
Overheid heeft een accijns geheven, waardoor de MK stijgen
D
Ceteris Paribus

Slide 18 - Quizvraag


A
Het totaal aantal aanbieders is gedaald
B
Er zijn nieuwe innovaties waardoor er goedkoper geproduceerd kan worden
C
Overheid heeft een accijns geheven, waardoor de MK stijgen
D
Ceteris Paribus

Slide 19 - Quizvraag

huiswerk 
checklist paragraaf 10.3 maken en lezen paragraaf 10.5 van je boek. 
Denk aan je taken. 

Slide 20 - Tekstslide