2. haben und sein tegenwoordige tijd en verleden tijd en voltooid deelwoord

• Duits
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

Klas 3 Duits

Pak je grammaticaoverzicht op pagina 50

Herhaling van ......

haben - sein : verleden tijd

voltooid deelwoord zwakke werkwoorden

Doel

Ik kan voltooid deelwoorden maken van zwakke en sterke werkwoorden

Ik kan de verleden tijd van haben en sein vervoegen

voltooid deelwoord

zwakke werkwoorden

grillen

sehen

retten

sein

gegrillt

gewesen

gesehen

gerettet

kijk eens naar de volgende woorden

gewohnt

gespielt

gearbeitet

gewartet

kijk eens naar de volgende woorden

geschwommen

geblieben

gesprungen

gehabt

sterke werkwoorden

- veranderen in de verleden tijd

- voltooid deelwoord is niet standaard

- voltooid deelwoord staat in de woordenlijst

Voorbeelden

er hat gefunden

er hat gelaufen

er ist geflogen

er hat gefressen

 

Hij is (naar Spanje) gevlogen.

1. er hat geflogen
2. er ist geflogen

gehen
Wir sind ins Kino _______

lesen
Ich habe drei Bücher_______

reservieren
Herr Mayer hat ein Zimmer im Hotel ________

sein
Wir sind in Hamburg ________

tanzen
Wir haben die ganze Abend________

chatten
Hast du auch mit Milan ________?

helfen
Sie hat mir bei den Aufgaben ______

haben en sein

verleden tijd

Gestern ... (was) ein komischer Tag.

1. war
2. wart
3. hattet
4. hatten

Du ... (had) schlechte Laune (humeur).

1. hattest
2. warst
3. war
4. hatte

Es regnete und es ... (was) kalt.

1. hatte
2. war
3. waren
4. wart

Du ... (had) Kopfschmerzen.

1. warst
2. hatte
3. war
4. hattest

Meine Brüder ... (hadden) ein Auto.

1. hatten
2. war
3. hattet
4. wart

Mein Handy ... (was) kaputt.

1. war
2. hattest
3. hatte
4. wart

Außerdem ... (waren) meine Eltern auch da.

1. war
2. warst
3. waren
4. wart

evaluatie

Ik kan voltooid deelwoorden maken van sterke werkwoorden

1. Ja
2. Nog niet
3. Nee

Ik kan de verleden tijd van haben en sein vervoegen

1. ja
2. bijna
3. nee
4. ik heb geen idee