Behalve dat er deze vrede was rond 1900, heerste er wel een heftige vorm van nationalisme en
militarisme.
Dit zorgde er eigenlijk voor dat de vrede een meer gewapende vrede werd: er werd gewerkte aan een leger en het opbouwen van wapens en munitie maar niet (vooralsnog) om gebruikt te worden.
Militarisme is een voorliefde hebben voor alles dat met het leger te maken heeft (uniformen, medailles, discipline en parades).