woensdag 15 december

Wat gaan we doen vandaag?
* Terugblik vorige les 
* Leerdoelen vandaag
* Mening gevraagd
- Verwoording van een personage
* Zelfstandig werken
* Evaluatie leerdoelen

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen vandaag?
* Terugblik vorige les 
* Leerdoelen vandaag
* Mening gevraagd
- Verwoording van een personage
* Zelfstandig werken
* Evaluatie leerdoelen

Slide 1 - Tekstslide

Weet je nog wanneer je aanhalingstekens --> '' '' gebruikt?

Slide 2 - Open vraag

Aanhalingstekens of niet?
Joep zei dat hij moe was
A
Geen aanhalingstekens
B
Wel aanhalingstekens

Slide 3 - Quizvraag

een deelon-
derwerp
een stukje tekst over hetzelfde deelonderwerp.
het onderwerp van een alinea
de belangrijkste zin van een alinea.
kernzinnen
een alinea 

Slide 4 - Sleepvraag

Aanhalingstekens gebruik je bij:
A
indirecte rede
B
directe rede

Slide 5 - Quizvraag

Leerdoelen vandaag
Je verwoordt je sympathie of antipathie voor een personage en licht het toe

Slide 6 - Tekstslide

Hoe verwoord je wat je van een personage vindt?
Personages in films en boeken zijn net echte mensen. Net als in het echte leven zijn er leuke personen en minder leuke personen.

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen sympathie en antipathie?

Slide 8 - Open vraag

Wat vind je van een personage?
Je kunt een personage leuk vinden, dan heb je sympathie voor die persoon.

Wanneer je hem of haar juist stom vindt, dan heb je antipathie.

Je geeft je mening met behulp van beoordelingswoorden.

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeelden beoordelingswoorden
grappig - saai
voorspelbaar - onvoorspelbaar
kinderachtig - niet kinderachtig
vrolijk - droevig
humoristisch - geen humor
opgewekt - verdrietig
knap - lelijk
oppervlakkig - diepzinnig
gevoelig - niet gevoelig
aantrekkelijk - onaantrekkelijk

Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig aan de slag
Verder werken aan de doelen van Nederlands >
 portal > Blok 1 > Trede 3

Van het kopje fictie maken >
- Mening gevraagd
Klaar? > verder werken aan Nederlands of eigen leerdoelen
Denk ook aan je boekendoos!

Slide 11 - Tekstslide

Wat is antipathiek?
A
Een personage vinden lijken op je vader
B
Een hoofdpersoon niet aardig vinden
C
Een bijpersoon vinden lijken op je vader
D
Een personage niet aardig vinden

Slide 12 - Quizvraag

Wat is sympathiek?
A
Een personage heel aardig vinden
B
Een personage niet aardig vinden
C
Een hoofdpersoon die aardig is
D
Een bijpersoon die niet aardig is

Slide 13 - Quizvraag

Ik weet het verschil tussen sympathie en antipathie
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll