2.3

WELKOM
3 Kader
Welkom

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

WELKOM
3 Kader
Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Lesplanning
Opstarten + Lesdoelen
5 min
LessonUp terugblik 2.2
10 min
Uitleg 2.3 deel 1 
10 min
Maken 2.3 opdracht 
10 min
Uitleg 2.3 deel 2
10 min
Afmaken paragraaf 2.2
15 min
Check met LessonUp
10 min

Slide 2 - Tekstslide

Duurzame energie noemen we ook wel...
A
Rode energie
B
Gele energie
C
Blauwe energie
D
Groene energie

Slide 3 - Quizvraag

Wat is duurzame energie?
A
Energie die erg duur is
B
Energie die hernieuwbaar is
C
Energie die niet-hernieuwbaar is

Slide 4 - Quizvraag

Wat is geen duurzame energie?
A
Zonne-energie
B
Bodemwarmte
C
kernenergie
D
Windenergie

Slide 5 - Quizvraag

Welke duurzame energiebron zie je hier?
A
Kernenergie
B
Waterkracht
C
Zonne-energie
D
Windenergie

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een groot voordeel van Nucleaire Energie?
A
Het verbruikt weinig fossiele brandstoffen
B
Geen uitstoot van Co2
C
Geen afval
D
Het is met water op te wekken

Slide 7 - Quizvraag

Hieronder zie je zes voorbeelden van fossiele en duurzame energiebronnen. Herken jij ze? Zet ze bij het juiste rijtje
Fossiele energie
Duurzame energie

Slide 8 - Sleepvraag

Hieronder staan vier energiebronnen die in Nederland worden gebruikt. Zet ze in de volgorde van de energiebron die het meest wordt gebruikt tot de energiebron die het minst wordt gebruikt. 
1
2
3
4
Biomassa
Fossiele energie
Windenergie
Zonne-energie

Slide 9 - Sleepvraag

Koppel het juiste nadeel aan de juiste energiebron.
Windenergie
Zonne-energie
Hydro-elektriciteit
Geothermische energie
Alleen geschikt in vulkanische gebieden
Levert in de winter nauwelijks energie op
Vooral geschikt voor bergachtige gebieden
Alleen geschikt voor kustgebieden of op zee

Slide 10 - Sleepvraag

Begrippen
energiebronnen.
Fossiele energiebronnen
Hernieuwbare energiebronnen
Grijze stroom
kernenergie.
Groene stroom

Slide 11 - Tekstslide

2.3 Gevolgen van energiegebruik

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoel
  • Noem voor- en nadelen van het gebruik van energiebronnen voor mens en milieu 
  • Noem voordelen en nadelen van het gebruik duurzame energiebronnen.
  • Leg uit waarom het verbranden van biomassa niet helemaal een groene energie soort is.

Slide 13 - Tekstslide

Grijze energie
Fossiele energiebronnen
  • Goedkoop om te winnen, importeren en verwerken
  • Raakt op; niet hernieuwbaar

Nederland: vooral aardgas, aardolie en steenkool, stopt in de nabije toekomst mee


Slide 14 - Tekstslide

Milieuvervuiling

Niet hernieuwbare energiebronnen zijn schadelijk voor het milieu: Luchtvervuiling, uitstoot van te veel broeikasgas CO2.

Gevolgen: het wordt warmer
  • overstromingen
  • extremer weer
  • droogte
  • voedsel- en drinkwater tekorten
  • uitsterven dieren- en plantensoorten


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Aan de slag
  • Wat? Maak paragraaf 2.3 opdracht 1 t/m 4-2
  • Hoe? Zelfstandig, overleggen mag
  • Hulp? Buur, docent, internet
  • Tijd? 10 minuten
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Maak paragraaf 2.3 af
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Groene energie

Duurzame energiebronnen
  • veroorzaken geen milieuvervuiling
  • raakt niet op: hernieuwbaar

Voorbeelden: wind, zon, waterkracht maar ook verbranden van biomassa

    

Slide 18 - Tekstslide

Brandbare natuurlijke materialen
Biomassa

Slide 19 - Tekstslide

Biobrandstof is  CO2-neutraal.
Het verbranden van afval is niet CO2-neutraal

Slide 20 - Tekstslide

Beschikbare ruimte:
Horizonvervuiling 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Aan de slag
  • Wat? Maak paragraaf 2.3 helemaal af
  • Hoe? Zelfstandig, overleggen mag
  • Hulp? Buur, docent, internet
  • Tijd? 10 minuten
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Verbeter + maak 2.1 en 2.2 af. Start daarna met 2.4
timer
10:00

Slide 23 - Tekstslide

Wat zijn sociale redenen om niet overal duurzame energiebronnen te gebruiken?
A
Offshore is niet overal mogelijk
B
De uitstoot van CO2 en horizonvervuiling
C
Horizonvervuiling en geluidsoverlast
D
Politieke redenen

Slide 24 - Quizvraag

Waarom zet men windmolens vooral aan de kust?
A
Dan krijgen ze meer zon
B
Aan de kust is er altijd veel wind
C
Ze staan 'niet in de weg' (horizonvervuiling)
D
Aan de kust is het goedkoper

Slide 25 - Quizvraag

Welk gas veroorzaakt het versterkte broeikaseffect?
A
zuurstof
B
koolstofdioxide ( CO2)
C
stikstof
D
biogassen

Slide 26 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de temperatuur als het versterkte broeikaseffect door gaat?
A
gaat naar beneden
B
gaat omhoog

Slide 27 - Quizvraag

Begrippen
 niet-hernieuwbare energiebronnen
afvalverbranding.
milieu.
horizonvervuiling.
luchtvervuiling
broeikasgas.
energiebronnen.

Slide 28 - Tekstslide