1.1 Elektrische stroom

1.1 Elektrische Stroom
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

1.1 Elektrische Stroom

Slide 1 - Tekstslide

Aan het eind van deze les kan jij...
uitleggen hoe elektrische stroom rond stroomt in een stroomkring.

uitleggen hoe je een stroommeter moet aansluiten.

uitleggen waarom de stroom in een serieschakeling overal gelijk is.

de stroomsterktes in een parallelschakeling berekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Elektrische stroom
Elektrische stroom in een draad bestaat uit bewegende elektronen.

De spanningsbron pompt de elektrische stroom rond.

Er verdwijnen geen elektronen.

Slide 3 - Tekstslide

Model elektrische stroom

Slide 4 - Tekstslide

Eenheid elektrische stroom

Bij stroomsterkte hoort de eenheid Ampère (A)


Slide 5 - Tekstslide

     stroommeter aansluiten - schema

Slide 6 - Tekstslide

Omrekenen met Ampère
Bij stroomsterkte hoort de eenheid Ampère (A)
Je moet deze kunnen omrekenen van en naar mA

1 A = 1000 mA
0,1 A = 100 mA
0,01 A = 10 mA
etc.


Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag..
Lees eerst de eerste 2 pagina's door van par. 1.1. Ken je de begrippen?

Maak daarna de opgaves:
KB: 1 t/m 8
GT: 1 t/m 7

Slide 8 - Tekstslide

1.1 Stroommeter aflezen
Je schrijft dit als: 

I = 0,015 A





I = 0,32 A

Slide 9 - Tekstslide

1.1 stroomsterkte in serie, parallel en gemengd
Serie
Parallel
Gemengd
1      0,3 A
2     0,15 A
3     0,15 A

Slide 10 - Tekstslide

Wat moet je kunnen/kennen?
Je kunt uitleggen hoe een elektrische stroom rond stroomt in een stroomkring.
  
Je kunt aangeven hoe je een stroommeter moet schakelen om een bepaalde stroom te meten.

Je kunt uitleggen dat de stroomsterkte in een serieschakeling op alle plaatsen even groot is.

Je kunt stroomsterktes in parallelschakelingen berekenen.

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag..
Lees eerst de tekst door van par. 1.1. Ken je de begrippen?

Maak daarna de opgaves:
KB: 1 t/m 14 (15, 16, 17 voor TL uitdaging)
GT: 1 t/m 12 (13, 14, 15 voor Havo uitdaging)

Slide 12 - Tekstslide

Elektrische stroom is:
A
Hoeveel spanning er door de draad gaat
B
Hoeveel elektronen er door de draad gaan
C
Hoeveel spanning er op de draad staat
D
Hoeveel elektronen er op de draad staat

Slide 13 - Quizvraag

Wat zal de stroommeter aangeven?
A
0.00 A
B
0.50 A
C
1.00 A
D
2.00 A

Slide 14 - Quizvraag

De eenheid van elektrische stroom is...
A
volt
B
ampère
C
watt

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het symbool voor een Stroommeter ?
A
B
C
D

Slide 16 - Quizvraag

Wat stroomt er bij elektrische stroom?
A
moleculen
B
atomen
C
elektronen
D
protonen

Slide 17 - Quizvraag


Serie of parallel?
A
Dit is een serieschakeling
B
Dit is een parallelschakeling

Slide 18 - Quizvraag

Het symbool voor de elektrische stroom is
A
U
B
I
C
A
D
R

Slide 19 - Quizvraag

Kan de stroommeter ook aan de andere kant?
A
Ja, de stroomsterkte is daar hetzelfde
B
Nee, de stroomsterkte is daar anders
C
Nee, de stroommeter kan maar op 1 plek.

Slide 20 - Quizvraag

Serie of parallel schakeling?
A
Serie
B
Parallel

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de aanwijzing van de stroommeter?
A
4 A
B
4 V
C
0,4 A
D
0,4 I

Slide 22 - Quizvraag