herhalen hoofdstuk 4

Herhaling hoofdstuk 4
Werken met aantallen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Herhaling hoofdstuk 4
Werken met aantallen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 1:
  • Je kunt aan de hand van een factor aangeven of het totale aantal stijgt of daalt.
  • Je kunt de grootte van de stijging of daling berekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Theorieblokje

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video


Bij de factor 1,10 wordt het getal ...
A
groter
B
kleiner
C
blijft gelijk
D
verdubbeld

Slide 6 - Quizvraag

De toename is 15%
de factor is dan:
A
0,15
B
0,85
C
1,15
D
1,5

Slide 7 - Quizvraag

Bij een afname van 35% hoort factor...
A
O,35
B
1,35
C
0,65
D
1,65

Slide 8 - Quizvraag

Leerdoelen paragraaf 2
  • Je kunt een situatie waarbij steeds hetzelfde percentage erbij komt of eraf gaat schrijven als een vermenigvuldiging.
  • Je kunt vermenigvuldigingen met dezelfde factor korter schrijven.

Slide 9 - Tekstslide

Theorieblokje

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

De rente op je spaargeld is 1,2%,
de groeifactor is dan:
A
1,2
B
1,02
C
1,012
D
101,2

Slide 13 - Quizvraag

rente van 5 % over 780 euro voor 6 jaar is
A
780 x 1,05^6
B
780 x 1,06 ^ 5
C
780 x 5 ^6
D
780 x 6 ^5

Slide 14 - Quizvraag

Lesdoelen paragraaf 3+4
  • Je kunt grote getallen in de wetenschappelijke notatie schrijven.
  • Je kunt grote getallen die in de wetenschappelijke notatie staan als getal opschrijven en in woorden. 
  • Je kunt kleine getallen in de wetenschappelijke notatie schrijven.
  • Je kunt kleine getallen die in de wetenschappelijke notatie staan schrijven als gewoon getal.

Slide 15 - Tekstslide

Theorieblokje paragraaf 3

Slide 16 - Tekstslide

Theorieblokje paragraaf 4

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

In de wetenschappelijke notatie...
A
0,21010
B
0,21011
C
2,01010
D
2,01011

Slide 19 - Quizvraag

Is dit in de wetenschappelijke notatie?
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de wetenschappelijke notatie van 26750000000
A
2,68×1010
B
2,68×109
C
2,67×109
D
2,67×1010

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de wetenschappelijke notatie van 0,0023 ?
A
2,3×104
B
2,3×104
C
2,3×103
D
2,3×102

Slide 22 - Quizvraag

Leerdoelen paragraaf 5
  • Je leert rekenen met hele grote getallen.  

Slide 23 - Tekstslide

Theorieblokje

Slide 24 - Tekstslide

Succes!
Succes met het voorbereiden voor de toets. Ik stuur jullie ook een oefentoets waar je nog mee kunt oefenen!

Slide 25 - Tekstslide