13.9. D + E

Willkommen!
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Willkommen!

Slide 1 - Tekstslide

Programm, Mittwoch 13.9.
Sterke werkwoorden met a en e in stam
Schreiben

Slide 2 - Tekstslide

Sterke werkwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Wat gebeurt er met sterke werkwoorden met e in de stam?

Slide 4 - Open vraag

Sterke werkwoorden met e in stam t.t.


helfen


sehen
ich
helf - e
seh - e
du
hilf - st
sieh - st 
er/sie/es
hilf - t
sieh - t
wir
helf - en
seh - en
ihr
helf - t
seh - t 
sie/Sie
helf - en
seh - en
geholfen
gesehen

Slide 5 - Tekstslide

Sterke werkwoorden met e in stam t.t.


helfen


sehen


geben


nehmen


treten
ich
helf - e
seh - e
geb - e
nehm - e
tret - e
du
hilf - st
sieh - st 
gib- st
nimm - st
tritt - st
er/sie/es
hilf - t
sieh - t
gib - t
nimm - t
trit - t
wir
helf - en
seh - en
geb - en
nehm - en
tret - en
ihr
helf - t
seh - t 
geb - t
nehm - t
tret - et
sie/Sie
helf - en
seh - en
geb - en
nehm - en
ret - en
geholfen
gesehen
gegeben
genommen
getreten

Slide 6 - Tekstslide

lesen
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
lese
liest
liest
lesen
lest
lesen

Slide 7 - Sleepvraag

geben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
gebe
gebt
gibt
geben
gibst
geben
gibe
gibben

Slide 8 - Sleepvraag

sterke werkwoorden
 met a in stam

Slide 9 - Tekstslide

Wat gebeurt er met sterke werkwoorden met a in de stam?

Slide 10 - Open vraag

Sterke werkwoorden met a in stam t.t.


fallen


lassen


halten


laufen


stoßen
ich
fall - e
lass - e
halt - e
lauf - e
stoß - e
du
fäll  - st
läss - t 
hält- st
läuf - st
stöß - t
er/sie/es
fäll  - t
läss - t
hält
läuf - t
stöß - t
wir
fall  - en
lass - en
halt - en
lauf - en
stoß - en
ihr
fall  - t
lass - t 
halt - t
lauf - t
stoß - t
sie/Sie
fall  - en
lass - en
halt- en
lauf- en
stoß - en
gefallen
gelassen
gehalten
gelaufen
gestoßen

Slide 11 - Tekstslide

fahren
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
fahre
fährst
fahrt
fahren
fährt
fahren

Slide 12 - Sleepvraag

Du (sprechen)..................immer so leise.
A
sprichst
B
spricht
C
sprecht
D
sprechst

Slide 13 - Quizvraag

Der Arzt (geben)..............Meike eine Spritze.
A
gebt
B
gibst
C
gibt

Slide 14 - Quizvraag

wij nemen (nehmen)
A
wir nehmen
B
wir nimmen

Slide 15 - Quizvraag


Vervoeg het werkwoord.
Ich sehe was, was du nicht (ziet)
A
sehst
B
siehst
C
sihst
D
sist

Slide 16 - Quizvraag

Der Lehrer (vergeet) die Hausaufgaben
A
vergisst
B
vergest
C
vergiesst
D
vergiest

Slide 17 - Quizvraag

(Geef) du mir bitte das Buch?
A
Giebst
B
Geebst
C
Gebst
D
Gibst

Slide 18 - Quizvraag

Der Apfel (vallen)?
A
treffst
B
trieffst
C
triffst
D
treeffst

Slide 19 - Quizvraag

(essen) Was ............ du am liebsten?

Slide 20 - Open vraag

(fahren) Mein Vater ............ mich immer zur Schule

Slide 21 - Open vraag

(helfen) ............ du mir dabei?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Schreiben
Buch Seite 36 
Aufgabe 35 + 36

Slide 24 - Tekstslide

Wörterliste 

Slide 25 - Tekstslide

HA für Montag 18.9.  

Lernen:  für SO



Slide 26 - Tekstslide

Antworten   Trinkhalle
1a  2c  3b  4b  5a      6  heute
7   In het Ruhrgebied heb je veel kiosken (8000) die al sinds 1870 bestaan. Het aanbod is veelzijdig, je kunt er kranten, drankjes en cigaretten kopen. Het is typisch voor het Ruhrgebied.
Anworten Mode-Experiment
1c  2b  3c  4b  5a  6c
7 Marie probeerde een week lang dezelfde kleren te dragen. Ze heeft gemeerkt, dat je met weinig kleren uitkomt als je slim combineert. Marie wil dit nu vaker doen ook omdat het goed is voor het milieu.

Slide 27 - Tekstslide

Hulpwerkwoorden
Zoek de hulpwerwoorden in de tekst

Slide 28 - Tekstslide

Goed of fout?

er nihmt
A
goed
B
fout

Slide 29 - Quizvraag

ik lees (lesen)
A
ich lese
B
ich liese

Slide 30 - Quizvraag

Mijn moeder geeft (geben)
A
Meine Mutter gebt
B
Meine Mutter gibt

Slide 31 - Quizvraag

wij nemen (nehmen)
A
wir nehmen
B
wir nimmen

Slide 32 - Quizvraag