Zinsdelen

Zinsdelen/ontleden
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zinsdelen/ontleden

Slide 1 - Tekstslide

Waarom zinsontleding?
* Als je de structuur van een zin herkent,
-> begrijp je beter wat je leest.
* Nuttig voor schrijfvaardigheid, het formuleren van zinnen.

Slide 2 - Tekstslide

Persoonsvorm
- altijd een werkwoord
1. Zin vragend maken
2. Zin in een andere tijd zetten
Jan gaat morgen kamperen.

Slide 3 - Tekstslide

Gezegde
Alle werkwoorden in de zin

Jan gaat morgen kamperen.

Slide 4 - Tekstslide

Onderwerp
WIE + gezegde

Jan gaat morgen kamperen.

Slide 5 - Tekstslide

Lijdend voorwerp
WAT + gezegde+ onderwerp

Linda eet een ijsje bij de ijssalon.

Slide 6 - Tekstslide

Meewerkend voorwerp
Die persoon uit de zin, waar je "VOOR of AAN"  vóór
kunt zetten. Of: Je kunt "VOOR of AAN" weglaten.

Klaas gaf haar een ijsje.

Slide 7 - Tekstslide

Benoem de zinsdelen
PV =
Gz = 
OW = 
LV = 
De kinderen
hebben
goede resultaten
behaald..

Slide 8 - Sleepvraag

Mijn moeder is gisteren naar het tuincentrum gefietst.
Persoonsvorm?
A
mijn moeder
B
is
C
gefietst

Slide 9 - Quizvraag

Mijn moeder is gisteren naar het tuincentrum gefietst.
Gezegde?
A
is gefietst
B
gefietst
C
naar het tuincentrum

Slide 10 - Quizvraag

Mijn moeder is gisteren naar het tuincentrum gefietst.
Onderwerp?
A
het tuincentrum
B
is
C
mijn moeder

Slide 11 - Quizvraag

Marieke geeft Alex een cadeau.

Wat is het lijdend voorwerp?
A
Marieke
B
geeft
C
Alex
D
een cadeau

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het meewerkend voorwerp?

Wil jij mij dat boek geven?
A
dat boek
B
jij
C
geven
D
mij

Slide 13 - Quizvraag

Volg de stappen! 
Zoek de...
1. pv (tijd veranderen)
2. gez (alle ww in een zin)
3. ow (wie of wat + gez)
4. lv (wie of wat + gez + ow) 
5. mw (aan/voor wie + gez + ow (+ lv)) 
6. bijwoordelijke bepaling ---> wat dan nog niet is benoemd (tijd, plaats etc.)
-> 4,5,6  zitten niet altijd in een zin. 

Slide 14 - Tekstslide

Hoe vind je

1. PV
2. Gezegde
3. Ondw.
4. Lijd. vw.
5. Meew. vw.
6. Bijw. bep.

Slide 15 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak de opdrachten in Studiemeter Zinsdelen:
2 oefeningen

Slide 16 - Tekstslide