Politiek 3LVG

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Politiek 

 1-2-3-4-5-6 

Let op: alles wat je doet en invult in LessonUp kan ik ook zien. Doe het dus zo serieus mogelijk. Daar leer je ook het meeste van :)

Wat is politiek?

1. Het maken van keuzes en nemen van besluiten over het land, provincie en gemeente
2. Alle politici en ambtenaren bij elkaar
3. Democratie
4. Het recht om te mogen stemmen

Wel van algemeen belang 

Niet van algemeen belang 

Veiligheid op straat 

Folders bezorgen in Vinkhuizen

Goede gezondheidszorg 

Kapotte brievenbus in Groningen

Goede treinverbindingen 

Goed onderwijs op de LVG

Wie hoort er niet bij de overheid?

1. Mark Rutte
2. Ambtenaren
3. Politieagent
4. Burgers

Directe democratie

Indirecte democratie

Iedereen mag stemmen 

Je gaat naar de stembus om over een wet te stemmen 

Er is een volksvertegenwoordiging 

Referendum

Stemmen op een partij

Nederland is een..

Wat is te zien op het filmpje?

1. Compromissen
2. Actief kiesrecht
3. Passief kiesrecht
4. Volksvertegenwoordiging

Wat betekent het woord?

compromis

1. uitleggen
2. bijna
3. massaal
4. oplossing waarbij iedereen een beetje toegeeft

"Vrije verkiezingen" betekent dat ...

1. je niemand hoeft te vertellen wat je stemt
2. iedere partij mag meedoen
3. iedereen mag stemmen op wie hij/zij wil
4. je zelf mag weten of je gaat stemmen

Passief kiesrecht betekent dat je

1. mag stemmen
2. kandidaat mag zijn
3. niet mag stemmen
4. alleen onder begeleiding mag stemmen

Nummer één op de verkiezingslijst van een partij

1. minister-president
2. premier
3. minister
4. lijsttrekker

Welk kenmerk hoort NIET bij linkse partijen?

1. Gelijkwaardigheid
2. De overheid zorgt alleen voor veiligheid
3. Opkomen voor zwakkeren
4. Passieve overheid

Een rechtse partij

1. wil opkomen voor de zwakkeren
2. is voor een een sterke, actieve overheid
3. is voor orde en gezag
4. wil dat bedrijven veel belasting betalen

Welk kenmerk hoort NIET bij rechtse partijen?

1. Eigen verantwoordelijkheid
2. Passieve overheid
3. Alle mensen moeten gelijke kansen hebben
4. De overheid zorgt voor veiligheid

Een linkse partij

1. is voor veel economische vrijheid
2. vindt de zorgen om het milieu overdreven
3. wil dat de uitkeringen zo laag mogelijk zijn
4. vindt dat iedereen goede zorg verdient

Welke partij noemen we geen middenpartij?

1. CDA
2. SP
3. ChristenUnie
4. D66

Links

Midden

Rechts

PvdD

FvD

CU

D66

PVV

SP

Gelijkheid

Overleg/

samenwerking

Vrijheid

Wat is geen politieke stroming?

1. Liberalisme
2. Liberaal-Socialist
3. Christen-Democratie
4. Sociaal-Democratie

Liberalisme draait vooral om.....

1. naastenliefde en religie
2. vrijheid
3. milieu
4. gelijkwaardigheid

Christen- democratie Draait vooral om....

1. naastenliefde en religie
2. vrijheid
3. milieu
4. gelijkwaardigheid

Sociaal-democratie draait vooral om.....

1. naastenliefde en religie
2. vrijheid
3. milieu
4. gelijkwaardigheid

Hoe heet het dagelijks bestuur van ons land?

1. Regering
2. Tweede Kamer
3. Parlement
4. Gemeenteraad

Welke uitspraak is ONJUIST over de politieke rol van de koning?

1. De koning zit in de regering
2. De koning mag politieke uitspraken doen
3. De koning leest op Prinsjesdag de Troonrede voor
4. De koning ondertekent alle wetten

is de leider van de groep ministers

zit in de regering en is verantwoordelijk voor 1 bepaalde taak

Een groep mensen die dezelfde ideeen hebben over hoe het land gereerd moet worden. 

Is het dagelijks bestuur van het land. 

minister

minister president

regering

politieke partij

In Nederland kunnen ministers:

1. nooit deel uit maken van het parlement
2. ook in de Eerste Kamer zitten
3. ook in de Tweede Kamer zitten
4. samen een fractie in de Tweede Kamer vormen

bestuurt en deel van de samenleving

ministers en staatssecretarissen samen

De ministers en de koning

onderminister die helpt te besturen 

MINISTER

STAATSSECRETARIS

KABINET

Regering

Wat is een regeerakkoord?

1. Wat de standpunten van een politieke partij zijn
2. Wat de minister wilt dat er gaat gebeuren
3. De plannen van de regering voor de komende jaren
4. Plannen van de koning

Wie schrijft de troonrede?

1. Minister-president
2. Minister van financiën
3. Minister van geldzaken
4. De koning

Het kabinet wordt gecontroleerd door:

1. De regering
2. Ministers
3. Het parlement
4. Europees Parlement

Het parlement is onze volksvertegenwoordiging. Hoe wordt het parlement gekozen?

1. Door de burgemeester.
2. Door de Koning.
3. Door de burgers.
4. Door de minister-president.

Het indienen van een wetsvoorstel noem je?

1. Stemrecht
2. Recht van amendement
3. Recht van initiatief
4. Motierecht

Zet de stappen van het wetsvoorstel in de juiste volgorde.

1

2

3

4

5

6

Het woord oppositie van oppositiepartijen betekent...

1. Voorstander
2. Partij in de regering
3. Tegenpartij
4. Eerste Kamer

Wie heeft de wetgevende macht?

1. Parlement
2. Regering
3. Rechters

Wat betekent "coalitie"?

1. alle partijen in de Tweede Kamer
2. alle regeringspartijen samen
3. de Tweede en Eerste Kamer samen
4. alle oppositiepartijen samen

Wetsvoorstellen kunnen worden gemaakt door

1. ministers en Eerste-Kamerleden
2. ministers
3. Tweede-Kamerleden
4. ministers en Tweede-Kamerleden

Een Kamerlid dat een wijziging in een wetsvoorstel wil, maakt gebruik van het ...

1. recht van initiatief
2. recht van motie
3. recht van interpellatie
4. recht van amendement

Welk recht valt onder de controlerende taak van de Tweede Kamer?

1. enqueterecht
2. recht van amendement
3. recht van initiatief
4. stemrecht

Wat is geen manier om de politiek te beïnvloeden?

1. media-aandacht zoeken
2. zelf een partij oprichten
3. spreekrecht gebruiken
4. thuis discussieren over politiek

Wat is de bedoeling van een rechtsstaat?

1. Macht verdelen
2. Machtsmisbruik tegengaan.
3. Macht aan 1 persoon geven.

Wetgevende macht

Uitvoerende macht

Rechterlijke macht

Voert wetten uit

Maakt wetten

Rechtspraak

Eerste en tweede kamer

OM en rechter

Ambtenaren

In welke wet staan de grondrechten omschreven?

1. De hoofdwet
2. De grondwet
3. Strafwet
4. Rechtenwet

Welke drie machten worden er gescheiden bij de trias politica?

1. Wetgevende, wetmakende en rechtsprekende macht
2. Wetgevende, plichtgevende en uitvoerende macht
3. Wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht.