3.2 Samenstelling en concentratie

dichtheid en  concentratie
                                                   Deze formules lijken erg op elkaar.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

dichtheid en  concentratie
                                                   Deze formules lijken erg op elkaar.

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Lessonup in ELO
vragen stellen
dichtheid en concentratie
rekenen met formules lezen blz 213
Aan de slag of extra uitleg rekenen met dichtheid en concentratie

Slide 2 - Tekstslide

lesdoelen
je kunt uitleggen wat het verschil is tussen dichtheid en concentratie
je kunt rekenen met de formules voor
 dichtheid en concentratie
je kent de formule voor concentratie (staat niet in je binasboek)

Slide 3 - Tekstslide

dichtheid
dichtheid van zeewater bepalen:
bepaal de massa van het zeewater
bepaal het Volume van het zeewater
Nu kun je de dichtheid berekenen

Maar hoe kan ik weten hoeveel zout er is het zeewater is opgelost. 

Slide 4 - Tekstslide

Concentratie
Hoeveel gram er van een bepaalde stof in een liter water is opgelost.
Bv. 'sterke' of 'slappe' ranja --> hoge of lage concentratie

Slide 5 - Tekstslide

Lage concentratie
Hoge concentratie

Slide 6 - Tekstslide

Concentratie berekenen met formule
Je kan de concentratie berekenen  met een formule.
Deze formule lijkt op de formule voor dichtheid 

C  =   m  /  V
C: concentratie
m: massa
V: Volume

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht Concentratie
C = m / V

je lost 10 g suiker op in 750 mL water.
je lost 0.6 g zout op in 312 mL water.
je lost 10 g suiker op in 1,5 L water.

Bereken de concentraties in g/mL.

timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

DUS
Concentratie:   massa van de toegevoegde stof / totale Volume

dichtheid zout water: massa  zout water / totale Volume


Slide 9 - Tekstslide

rekenen met formules (boek blz 213)
lees de opgave goed !
noteer de gegevens grootheid en eenheid
zo nodig de gegevens omrekenen 
noteer altijd de formule die je moet gebruiken
vul de gegevens in en werk de berekening uit
Noteer je antwoord als volgt : grootheid  =....  eenheid. bijvoorbeeld:  de massa m = 100 kg

 

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Voor de volgende les: Lees blz 80 Concentratie
Maak opdracht  4 en 6 op blz 81, 82 en 83

Voor deze week: Lees H1.4 en H1.5 goed door, kijk ook naar de lessonup in de ELO en 
maak deze week test je zelf van H1.4 en H1.5  online (volgende maandag af) 

Slide 11 - Tekstslide