§ 10 Het bestuur van Nederland

Tijd van burgers en stoommachines   1800 - 1900
Kenmerkende aspecten:

  • De industriële revolutie
  • De sociale kwestie
  • Emancipatiebewegingen
  • Democratisering
  • Politieke stromingen
  • Het moderne imperialisme
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Tijd van burgers en stoommachines   1800 - 1900
Kenmerkende aspecten:

  • De industriële revolutie
  • De sociale kwestie
  • Emancipatiebewegingen
  • Democratisering
  • Politieke stromingen
  • Het moderne imperialisme

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Waarom zijn er politieke partijen ontstaan?
A
Zodat kiezers beter inzicht kregen in wie er wat wilde bereiken
B
Zodat mensen met dezelfde ideeën sterker stonden
C
Zodat de liberalen niet meer de grootste waren
D
Zodat de socialisten buiten de regering gehouden konden worden

Slide 3 - Quizvraag

De VVD is ...
A
links
B
midden
C
rechts

Slide 4 - Quizvraag

Op economisch gebied zijn liberalen voor...
A
de vrije markt
B
overheidsingrijpen

Slide 5 - Quizvraag

Het CDA is...
A
links
B
midden
C
rechts

Slide 6 - Quizvraag

CDA, Christenunie en SGP behoren tot de ... strominge
A
confessionele
B
liberale
C
sociaal-democratische

Slide 7 - Quizvraag

PvdA en SP zijn...
A
links
B
midden
C
rechts

Slide 8 - Quizvraag

Op economisch gebied zijn de sociaaldemocraten voor...
A
overheidsingrijpen
B
vrije markt

Slide 9 - Quizvraag

uitleg § 10
hoe zat het ook alweer

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Het dagelijks bestuur van de gemeente wordt gevormd door...
A
gemeenteraad
B
burgemeester en wethouders

Slide 12 - Quizvraag

De gemeenteraad ....
A
stemt voor plannen van de wethouders
B
voert de plannen uit

Slide 13 - Quizvraag

In het kabinet zitten...
A
alle ministers en staatssecretarissen
B
de volksvertegenwoordigers

Slide 14 - Quizvraag

De ministers...
A
controleren de tweede kamer
B
bedenken wetten en voeren deze uit

Slide 15 - Quizvraag

uitleg § 10

Slide 16 - Tekstslide

ministers maken wetsvoorstellen en voeren aangenomen wetten uit
Het parlement stemt over wetsvoorstellen en controleert de of ze goed worden uitgevoerd.
De rechterlijke macht is onafhankelijk en beslist bij wetsovertredingen. Ook van de overheid!

Slide 17 - Tekstslide

Controlerende taak

  • Recht van vragen stellen 
  • Recht van interpellatie (minister moet in de Kamer uitleg geven)
  • Recht van motie (stemmen over het beleid van een minister)
wetgevende Taak

  • Stemmen over wetsvoorstel
  • Recht van initiatief (zelf wetsvoorstellen indienen)
  • Recht van amendement (om wetsvoorstellen van de ministers aan te passen)
Rechten van de Tweede Kamer

Slide 18 - Tekstslide

Een minister zit NOOIT in de volksvertegenwoordiging.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Een volksvertegenwoordiger zit NOOIT in het kabinet.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Welk recht? De Tweede Kamer vraagt een minister om uitleg te komen geven in de Kamer.
A
Amendement
B
initiatief
C
interpellatie
D
vragen stellen

Slide 21 - Quizvraag

Welk recht? Een Tweede Kamer lid dient een voorstel in om een deel van de wet aan te passen.
A
Amendement
B
Initiatief
C
Motie
D
Stemrecht

Slide 22 - Quizvraag

Welk recht. Een Tweede Kamer-lid dient zelf een nieuw wetsvoorstel in.
A
Initiatief
B
Interpellatie
C
Amendement
D
Motie

Slide 23 - Quizvraag

Welk recht? Een (deel van) de Tweede Kamer zegt zijn vertrouwen op in een minister.
A
Amendement
B
Initiatief
C
Interpellatie
D
Motie

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Video

zelfstandig werken
Maken blz 146:     35, 38, 39

Maken blz 158:  § 10 vraag 1, 2, 4, 5, 6 

Leren § 10

Slide 26 - Tekstslide