Via Vooraf thema 1 Familie en vrienden H2 Spelling en grammatica les 1

Thema 1
Familie en vrienden

Hoofdstuk 2 Spelling en grammatica




Via Vooraf Op weg naar 1F
Jaar 2 - Les 1
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 1
Familie en vrienden

Hoofdstuk 2 Spelling en grammatica




Via Vooraf Op weg naar 1F
Jaar 2 - Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Planning
1. Dictee – moeilijke woorden ​
2. Leerdoelen bespreken​
3. Instructie – leestekens en zinnen ​
4. Samen oefenen​
5. Zelfstandig werken​
6. Afsluiten 


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen vorige les
1. Je leert nieuwe woorden begrijpen binnen het thema familie en vrienden

2. Je leert hoe je deze woorden goed kunt schrijven
3. Je leert zelfstandig werken​
- je werkt alleen
- je concentreert je op je werk
- het is stil in de klas

Je leert verantwoording nemen voor je eigen werk

Slide 3 - Tekstslide

Dictee moeilijke woorden
Thema 1 Familie en vrienden

30 min

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
Je kunt leestekens gebruiken; 
Hoofdletters
punt
vraagteken

Je kunt een zin opdelen in zinsdelen 

Slide 5 - Tekstslide

Instructie blz. 18
Een zin begint met een hoofdletter​
Een zin eindigt met een leesteken een punt of vraagteken

Ik ga elk jaar met mijn vrienden op vakantie.
Heb jij respect voor alle leerlingen in de klas?​

Maak opdracht 1

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Instructie blz. 19
Een zinsdeel is een stukje van de zin. (onderwerp/persoonsvorm/ leidend voorwerp/ bijvoeglijk en zelfstandig naamwoord.) Je kunt de volgorde van de zinsdelen veranderen. Een zinsdeel kan meer dan één woorden hebben.​

Mijn familie - is - heel belangrijk - voor mij.​

Mijn familie >  mijn zegt iets over familie​
Is  > werkwoordsvorm van zijn  > vertelt wat ze doen of betekenen
Heel belangrijk > hoe belangrijk? Heel zegt iets over belangrijk
Voor mij > voor wie? Voor verwijst naar mij

Je kunt de zinsdelen in een andere volgorde zetten.​
Is - mijn familie - heel belangrijk - voor mij?​
Voor mij – is – mijn familie – heel belangrijk.

Maak opdracht 2

Slide 8 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak opdracht 3 en 4

Slide 9 - Tekstslide

Nabespreken
Klassikaal nakijken opdracht 1, 2, 3 en 4
Ik gebruik de leestekens: hoofdletter, punt en vraagteken. ​

hoe controleren wij of jij dit leerdoel hebt behaald​
door de leestekens in te vullen in deze twee zinnen​

Ik kan een zin opdelen in zinsdelen.​

Ik heb een uitnodiging voor mijn verjaardag opgestuurd naar mijn​ vrienden.

Slide 10 - Tekstslide

Huiswerk
Studiemeter: viaStarttaal online > op weg naar 1F > thema 1​

Spelling en grammatica

Slide 11 - Tekstslide