In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom
4 MAVO || 2020-2021
Hoofdstuk 2 - Verdien je genoeg?
Exameneenheid Consumptie
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Nakijken
Vorige les
Lesdoelen
Theorie
Aan de slag
Evaluatie
Slide 2 - Tekstslide
Nakijken t/m H2.2
Slide 3 - Tekstslide
Vragen?
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les
Kun je beschrijven waarom mensen geld lenen
Kun je de kredietkosten berekenen
Kun je verschillende soorten leningen beschrijven
Slide 6 - Tekstslide
Lening = krediet.
Geld lenen = gebruik maken van geld van een ander.
Aflossen = geld terugbetalen.
Als vergoeding voor het lenen betaal je rente.
De rente en aflossing samen betaal je in termijnen aan de bank.
Alles wat je méér terugbetaalt dan je hebt geleend, noem je de kredietkosten. (rente + andere kosten)
Slide 7 - Tekstslide
Welke reden kunnen mensen hebben om geld te lenen?
Slide 8 - Open vraag
Leenmotieven
Je hebt een tijdelijk geldtekort.
Je wilt de aankoop van een duurzaam consumptiegoed niet uitstellen maar er nu al van genieten. Je haalt dan je koopkracht naar voren.
Je wilt een woning kopen. Daarvoor sluit je een hypothecaire lening (hypotheek) af.
Je leent geld om een onverwachte tegenvaller op te vangen.
Slide 9 - Tekstslide
Verschillende kredietvormen
Slide 10 - Tekstslide
Consumptief krediet
Als je geld leent voor de aankoop van duurzame consumptiegoederen dan spreek je van een consumptief krediet.
Slide 11 - Tekstslide
Persoonlijke lening:
je leent een bedrag en betaalt dat terug in een afgesproken aantal termijnen dat elke maand gelijk blijft.
Slide 12 - Tekstslide
Doorlopend krediet:
je mag lenen tot een maximumbedrag (de kredietlimiet). Je mag dat in één keer lenen, maar ook in gedeeltes. Alleen over het deel dat je opneemt, betaal je rente. Je betaalt af in termijnen.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Salariskrediet:
je mag op je betaalrekening tot een afgesproken bedrag rood staan. De hoogte ervan hangt af van je salaris.
Slide 15 - Tekstslide
Waarom hangt de hoogte van het krediet af van je inkomen?
Slide 16 - Open vraag
In termijnen betalen
Koop op afbetaling:
je koopt een product en betaalt het in een afgesproken aantal termijnen terug. Je bent meteen eigenaar van het product.
Huurkoop:
je koopt een product, maar je wordt pas officieel eigenaar ervan nadat je alle afgesproken termijnen hebt betaald.
Lease:
je huurt een product en betaalt een maandelijks bedrag.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Hoe noemen we een lening voor een huis?
Slide 20 - Open vraag
Hypothecaire lening
Voor de aankoop van een huis kun je een hypothecaire lening (hypotheek) afsluiten.
Omdat het om veel geld gaat, dient het huis als onderpand voor de bank. De bank kan het huis verkopen als de rente en aflossing niet worden betaald.
Een hypotheek heeft meestal een looptijd van dertig jaar.
Als woningeigenaar kun je een deel van de betaalde hypotheekrente via de belastingdienst terugkrijgen.