PO les 6

De omzetting van eiwit naar ammoniak noemen we
A
ammonificatie
B
denitrificatie
C
nitrificatie
D
stifstoffixatie
1 / 29
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De omzetting van eiwit naar ammoniak noemen we
A
ammonificatie
B
denitrificatie
C
nitrificatie
D
stifstoffixatie

Slide 1 - Quizvraag

In welke vorm kan koolstof in de koolstofkringloop NIET voorkomen?
A
CO2
B
C6H12O6
C
NHO2
D
CH4

Slide 2 - Quizvraag

Wat is groenbemesting?
A
Kunstmest strooien op het land
B
Natuurlijke mest strooien op het land
C
Bemesten door middel van knolletjesbacterien
D
Bemesten met groene planten

Slide 3 - Quizvraag

Uit nitraationen en glucose stikstofhoudende organische verbindingen opbouwen, noemen we ...
A
Stikstoffixatie
B
Voortgezette assimilatie
C
Stikstofassimilatie
D
Accumulatie

Slide 4 - Quizvraag

Een ander woord voor eutrofiëring is
A
Waterbloei
B
Algenbloei
C
Overbemesting
D
Vermesting

Slide 5 - Quizvraag

Is voor nitrificatie van nitrificerende bacteriën zuurstof nodig? en voor denitrificatie?
A
alleen voor denitrificatie
B
voor zowel nitrificatie als denitrificatie
C
alleen voor nitrificatie
D
geen van beiden

Slide 6 - Quizvraag

Wat is waar over stikstofbindende bacteriën
A
zetten ammonium om in N2
B
zetten ammoniak om in ammonium
C
zetten N2 om in ammonium
D
zetten N2 om in nitraat

Slide 7 - Quizvraag

Bij de afbraak van eiwitten door rottingsbacteriën ontstaan?
A
ammoniak en CO2
B
ureum en ammoniak
C
ammoniak en nitraat
D
ureum en CO2

Slide 8 - Quizvraag

PO les 6
Accumulatie
Biomassa
Biobrandstof
Insectenkoekjes (staat al ingeschreven in binask)
Werk aan PO (6 t/m 9)

Slide 9 - Tekstslide

Piramide van biomassa
Biomassa: totale hoeveelheid energierijke stoffen in een organismen

Piramide van biomassa: biomassa per schakel

Slide 10 - Tekstslide

Pesticiden
Selectief & niet -selectief

Accumulatie

resistentie

Slide 11 - Tekstslide

Groener bezig zijn: biobrandstoffen, insecten?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Insecten eten
Veeteelt: veel biomassa gaat verloren en het is slecht voor het milieu
Insecten: duurzamer, biomassa blijft behouden
Duurzaamheid experts: Insecten eten is de oplosssing

Slide 14 - Tekstslide

Rondvraag
Vragen?

Slide 15 - Tekstslide

In enkele polders zijn experimenten gedaan om de randen van akkers niet langer te bespuiten met bestrijdingsmiddelen. I.p. dv werden randen verbreed, ingezaaid met wilde planten en niet meer bewerkt. De rest van de akker werd normaal bewerkt. Daarop werd geploegd, ingezaaid, geoogst en zo nodig gespoten met bestrijdingsmiddelen. Na de nieuwe behandeling van de randen van de akkers zagen de boeren in de loop van de jaren een toename van het aantal veldmuizen, patrijzen, torenvalken en kerkuilen.
uitspraak I: Bij de patrijzen en veldmuizen treedt nu geen accumulatie van bestrijdingsmiddelen op
uitspraak II: De patrijzen en veldmuizen hebben nu meer en/of gevarieerder voedsel
welke uitspra(a)k(en) is/zijn juist
A
uitspraak I
B
uitspraak II
C
uitspraak I en II zijn juist
D
uitspraak I en II zijn onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Biomassa gaat NIET verloren door:
A
Dissimilatie
B
Assimilatie
C
Afgestorven weefsel
D
Onverteerd voedsel

Slide 17 - Quizvraag

Anna zegt: accumulatie wordt veroorzaakt door het feit dat de gifstoffen niet worden afgebroken.
Teun zegt: accumulatie wordt veroorzaakt door het feit dat in een voedselketen altijd biomassa verloren gaat.
Wie heeft gelijk?
A
Geen van beide
B
Anna
C
Teun
D
Beide

Slide 18 - Quizvraag

Koolzaad is een plant die bekend staat vanwege de schitterende gele velden die het veroorzaakt. Hierover twee uitspraken:

Huub zegt: Met koolzaad kan men biobrandstoffen maken. Dit is een voorbeeld van een fossiele brandstof.
Patrick zegt: Zo'n groot akker met koolzaad noemen we een monocultuur.

Wie heeft/hebben er gelijk?
A
Beide ongelijk
B
Beide gelijk
C
Alleen Huub
D
Alleen Patrick

Slide 19 - Quizvraag

Waarom is een biobrandstof een koolstofdioxide-neutrale brandstof, en fossiele brandstof niet?
A
Biobrandstof is ontstaan uit producten van de fotosynthese en fossiele brandstof niet.
B
Biobrandstof levert bij verbranding geen koolstofdioxide op en fossiele brandstof wel.
C
Biobrandstof zorgt niet voor een extra hoeveelheid koolstofdioxide in de lucht en fossiele brandstof wel.

Slide 20 - Quizvraag

Als de toppredator sterft, gaat de biomassa dan verloren in de kringloop?
A
Nee, afvaleters en reducenten leven van deze biomassa
B
Ja, de toppredator heeft geen natuurlijke vijanden
C
Nee, planten eten dode organismen
D
Ja, dode organismen drogen uit en dan is er geen biomassa meer over

Slide 21 - Quizvraag

In welk ecosysteem blijft de biomassa gemiddeld genomen vrijwel gelijk?
A
pioniersecosysteem
B
climaxecosysteem

Slide 22 - Quizvraag

Biomassa gaat NIET verloren door:
A
Dissimilatie
B
Assimilatie
C
Afgestorven weefsel
D
Onverteerd voedsel

Slide 23 - Quizvraag

Anna zegt: accumulatie wordt veroorzaakt door het feit dat de gifstoffen niet worden afgebroken.
Teun zegt: accumulatie wordt veroorzaakt door het feit dat in een voedselketen altijd biomassa verloren gaat.
Wie heeft gelijk?
A
Geen van beide
B
Anna
C
Teun
D
Beide

Slide 24 - Quizvraag

Koolzaad is een plant die bekend staat vanwege de schitterende gele velden die het veroorzaakt. Hierover twee uitspraken:

Huub zegt: Met koolzaad kan men biobrandstoffen maken. Dit is een voorbeeld van een fossiele brandstof.
Patrick zegt: Zo'n groot akker met koolzaad noemen we een monocultuur.

Wie heeft/hebben er gelijk?
A
Beide ongelijk
B
Beide gelijk
C
Alleen Huub
D
Alleen Patrick

Slide 25 - Quizvraag

Waarom is een biobrandstof een koolstofdioxide-neutrale brandstof, en fossiele brandstof niet?
A
Biobrandstof is ontstaan uit producten van de fotosynthese en fossiele brandstof niet.
B
Biobrandstof levert bij verbranding geen koolstofdioxide op en fossiele brandstof wel.
C
Biobrandstof zorgt niet voor een extra hoeveelheid koolstofdioxide in de lucht en fossiele brandstof wel.

Slide 26 - Quizvraag

Als de toppredator sterft, gaat de biomassa dan verloren?
A
Nee, afvaleters en reducenten leven van deze biomassa
B
Ja, de toppredator heeft geen natuurlijke vijanden
C
Nee, planten eten dode organismen
D
Ja, dode organismen drogen uit en dan is er geen biomassa meer over

Slide 27 - Quizvraag

In welk ecosysteem blijft de biomassa gemiddeld genomen vrijwel gelijk?
A
pioniersecosysteem
B
climaxecosysteem

Slide 28 - Quizvraag

Aan de slag
aan de slag met PO opdracht 4 en 5
Vandaag optioneel inleveren

Slide 29 - Tekstslide