15.4 + 15.5 De stad als ecosysteem

15.5 De stad als ecosysteem
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

15.5 De stad als ecosysteem

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud hoofdstuk
15.1 Energiestromen
15.2 Populaties
15.3 Warmte, water en exoten
15.4 Biobrandstof en recycling
15.5 De stad als ecosysteem

Veel toepassen van wat we al weten.
Belangrijk: komt veel terug in het examen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les:
- Rekenvraag: Vangst-terugvangst methode
- 15.4 Koolstofkringloop en Biobrandstoffen

Slide 3 - Tekstslide

Rekenvraag; Vangst-terugvangst
Mario vangt in de visvijver de eerste keer 37 stekelbaarsjes, die hij allemaal markeert met een groene stip. Vervolgens laat hij de dieren vrij.
Een week later vangt hij 44 vissen, waarvan er 2 een stip hebben.

Hoe groot is de populatie stekelbaarsjes in de vijver?

Slide 4 - Tekstslide

Hoe groot is de populatie stekelbaarsjes in de vijver?

Slide 5 - Open vraag

Rekenvraag
Stekelbaarsjes met een groene stip vallen echter eerder op voor hun roofdier (de snoek), waardoor ze sneller opgegeten worden.
In de vorige vraag was een populatie berekend van 814 stekelbaarsjes. 

Je vangt weer 44 stekelbaarsjes waarvan 2 met een stip.

Zal de werkelijke populatie stekelbaarsjes groter, gelijk aan of kleiner zijn dan 814 stekelbaarsjes?

Slide 6 - Tekstslide

Zal de werkelijke populatie stekelbaarsjes groter, gelijk aan of kleiner zijn dan 814 stekelbaarsjes?
A
groter
B
gelijk aan
C
kleiner

Slide 7 - Quizvraag

Rekenvraag
Want:
aantal stekelbaarsjes is 37*44/2 = 814

Maar die 2 is eigenlijk een te lage waarde (deel is weggegeten)

37*44/>2..  is dus kleiner dan 814.

Slide 8 - Tekstslide

Doel 15.4
  • Je leert wat biobrandstoffen zijn en hoe mensen stoffen hergebruiken.

Slide 9 - Tekstslide

Biodiversiteit

Slide 10 - Tekstslide

CO2 uitstoot

Slide 11 - Tekstslide

BINAS 93F

Slide 12 - Tekstslide

Biobrandstoffen  - 1e generatie
Biobrandstoffen ter vervanging van fossiele brandstoffen.
Eerste generatie: brandstof gemaakt uit koolzaad/ suikerbieten.

Nadelen: kost veel landbouwgrond, kost veel energie, hoog gebruik pesticiden

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het verschil voor het milieu tussen het verbranden van fossiele brandstoffen en biobrandstoffen?

Slide 14 - Open vraag

Biobrandstoffen  - 2e generatie
Biobrandstoffen ter vervanging van fossiele brandstoffen.
Tweede generatie: biomassa (afval) -> biodiesel of bio-ethanol
E-10 benzine is 90% bezine, 10% bioethanol

In NL wordt 7% van de brandstof uit biobrandstoffen gehaald door frituurvet te importeren en hier biodiesel van te maken.

Slide 15 - Tekstslide

Biobrandstoffen  - 3e generatie
Biobrandstoffen ter vervanging van fossiele brandstoffen.
Derde generatie: algen en zeewier.

Voordelen: groeit snel, kan in tanks dus weinig ruimte
Nadelen: duur proces

Slide 16 - Tekstslide

Havo 2012-II

Slide 17 - Tekstslide

Antwoorden
5. maximumscore 1. Voorbeelden van een juist antwoord zijn:
− verminderen van het versterkt broeikaseffect
− minder stijging van het koolstofdioxide gehalte in de atmosfeer
− minder stijging van de opwarming van de aarde
− minder stijging van de stijging van de zeespiegel
− minder smelten van de ijskappen
− biobrandstof is een blijvend vervangbare brandstof

6 A
7 E

Slide 18 - Tekstslide

Doel 15.4
  • Je leert wat biobrandstoffen zijn en hoe mensen stoffen hergebruiken.

begrippen: biodiversiteit, biobrandstoffen, recycling

Slide 19 - Tekstslide

Doel 15.5
  • Je leert waarin steden afwijken van andere ecosystemen

Slide 20 - Tekstslide

Verschillende energievormen
Zonne-energie ->
Warmte (zonneboilers)
Elektrische energie (zonnepanelen)

Chemische energie->
Electrische energie (electriciteitscentrale)
Warmte (aardgas)

Slide 21 - Tekstslide

Microklimaat stad
warmer, droger, meer luchtverontreiniging (fijnstof, NOx, CO2, )

Slide 22 - Tekstslide

Steden zijn warmer dan de omgeving

Slide 23 - Tekstslide

Luchtkwaliteit

Slide 24 - Tekstslide

Voedselweb in de stad
Start met afval van mensen/huisdieren
Daarvan leven de afvaleters

Nauwelijks producenten, weinig carnivoren

Slide 25 - Tekstslide

Invloed van mensen

Slide 26 - Tekstslide

vwo 2010-I

Slide 27 - Tekstslide

Doel 15.5
  • Je leert waarin steden afwijken van andere ecosystemen

Slide 28 - Tekstslide

Opdrachten maken
15.4 opdr. 1, 3, 5, 6
15.5 opdr. 1, 3 t/m 5

Slide 29 - Tekstslide