Oefening werkwoordspelling

Oefening werkwoordspelling
Vul de goede vorm van het werkwoord in. 
Kijk goed of de zin in de tegenwoordige of in de verleden tijd staat. 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 10 min

Onderdelen in deze les

Oefening werkwoordspelling
Vul de goede vorm van het werkwoord in. 
Kijk goed of de zin in de tegenwoordige of in de verleden tijd staat. 

Slide 1 - Tekstslide

De garagehouder (verkopen)......mijn vader een nieuwe auto.

Slide 2 - Open vraag

De vlugge jongens (lopen)..............gisteren hard weg

Slide 3 - Open vraag

Ik (geven).............een lange presentatie

Slide 4 - Open vraag

De kok (braden)............. en (bakken)........... gisteren het vlees heerlijk mals.

Slide 5 - Open vraag

De hond heeft de hele dag (blaffen)......................

Slide 6 - Open vraag

Einde herhaling 1. 
Start Herhaling 2

Slide 7 - Tekstslide

Oefening werkwoordspelling
Vul de goede vorm van het werkwoord in. 
Kijk goed of de zin in de tegenwoordige of in de verleden tijd staat. 

Slide 8 - Tekstslide

Het smalle pad (leiden)............naar een open plek in het bos

Slide 9 - Open vraag

De jongen (verpesten)......... gisteren zijn examen

Slide 10 - Open vraag

De trein (hebben)............ vertraging

Slide 11 - Open vraag

Vannacht (zien) .......... we heel veel sterren

Slide 12 - Open vraag

De schilder (schuren).......... en (verven)...... gisteren de deur bij de klant

Slide 13 - Open vraag

De postbode heeft ons een leuk pakket (bezorgen).............

Slide 14 - Open vraag