Werkwoordspelling

Werkwoordspelling
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 25 min

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de ik-vorm tegenwoordige tijd van geloven?

Slide 2 - Open vraag

Wat is de hij-vorm tegenwoordige tijd van geloven?

Slide 3 - Open vraag

Wat komt er achter de ik-vorm van een werkwoord wanneer je er de hij-vorm van maakt?

Slide 4 - Open vraag

Schrijf de ik-vorm tegenwoordige tijd en de hij-vorm tegenwoordige tijd op van: spelen, braden, bidden. Dus ik....... hij ......... en dan de volgende.

Slide 5 - Open vraag

Wat komt er bij de verleden tijd van klankvaste werkwoorden achter de ik en hij-vorm van werkwoord?

Slide 6 - Open vraag

Schrijf de ik-vorm verleden tijd van pakken, braden, stoppen

Slide 7 - Open vraag

Hoe weet je nu of er -te(n) of -de(n) achter het werkwoord komt?

Slide 8 - Open vraag

't kofschip -x
Wij ......de hele middag over voetbal (praten in de vt)

Slide 9 - Open vraag

't kofschip -x
Hij .........gisteren over het eten (niezen)

Slide 10 - Open vraag

Bedenk minimaal 2 werkwoorden die een verleden tijd hebben op -de(n)

Slide 11 - Woordweb