De ontkenning

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

La négation = De ontkenning 
ne...pas (niet) en andere ontkenningen

Slide 2 - Tekstslide

De ontkenning - ne...pas
Voorbeeld: je n'aime pas la musique de Stromae.

  • ne...pas vertaal je met niet

  • ne verandert naar n' voor een klinker of een stomme 'h'


Slide 3 - Tekstslide

De ontkenning - ne...pas

Voorbeeld: je n'aime pas la musique de Stromae.

  • ne staat vóór de p.v.
  • pas staat er direct achter 


Slide 4 - Tekstslide

Andere ontkenningen
Kies uit: niets, nog niet, niet meer, nooit

  1. Tu n'écoutes jamais la musique de Stromae?
  2. Jules n'est pas encore arrrivé. 
  3. Il ne va plus venir.
  4. Je n'ai rien vu. 

Slide 5 - Tekstslide

Andere ontkenningen
Je ne vois personne ici! 

  • ne...personne vertaal je met niemand


Slide 6 - Tekstslide

Let op! ne...personne
Je n'ai vu personne.                         Ik heb niemand gezien.
Je ne veux voir personne.             Ik wil niemand zien

  • voltooid deelwoord of heel werkwoord achter persoonsvorm?
  • personne komt achter dit voltooid deelwoord of hele werkwoord (achter alle w.w.)


Slide 7 - Tekstslide

De ontkenning
Les négations?
Questions?

Slide 8 - Tekstslide

Les négations
ne ... pas                                   niet
ne ... jamais                             nooit
ne...rien                                     niets
ne ... pas encore                    nog niet 
ne ... plus                                   niet meer
ne...personne                          niemand

Slide 9 - Tekstslide

Maak ontkennend:
J'ai mangé. (nog niet)

Slide 10 - Open vraag

Maak ontkennend:
Elle va au concert de Stromae. (niet meer)

Slide 11 - Open vraag

Maak ontkennend:
Ils vont au cinéma. (nooit)

Slide 12 - Open vraag

*Maak ontkennend:
Elle a vu quelqu'un. (niemand)

Slide 13 - Open vraag

**Geef een ontkennend antwoord:
Tu habites à Paris? (niet)

Slide 14 - Open vraag

**Geef een ontkennend antwoord:
Il va au cinéma? (nooit)

Slide 15 - Open vraag

**Geef een ontkennend antwoord:
Vous avez mangé? (nog niet)

Slide 16 - Open vraag

**Geef een ontkennend antwoord:
Elles ont vu quelqu'un?

Slide 17 - Open vraag

Faites l’exercice 5 + 6
Page 38 et 39
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide