minitoets wwspelling en uitleg volt deelw en bijv nw.
MINITOETS wwspelling
persoonsvorm
tegenwoordige tijd (t.t.)
verleden tijd (v.t.)
voltooid deelwoord (volt. dlw.)
&
toelichting werkwoord bijvoeglijk gebruiken
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
MINITOETS wwspelling
persoonsvorm
tegenwoordige tijd (t.t.)
verleden tijd (v.t.)
voltooid deelwoord (volt. dlw.)
&
toelichting werkwoord bijvoeglijk gebruiken
Slide 1 - Tekstslide
Hoe vind je de persoonsvorm? Door...(noem 2 manieren)
Slide 2 - Open vraag
1.. Ik kan niet meer, ik stop. 2. Ga nog even door, je hebt de opdracht bijna af. 3. Ik wacht op jou, waarom ben je er nu nog niet? Noteer de persoonsvormen van alle zinnen
Slide 3 - Open vraag
Vul de tegenwoordige of verleden tijd in. Gisteren ...... ik in het ziekenhuis.
A
lag
B
lig
Slide 4 - Quizvraag
Gisteren lag ik in het ziekenhuis, dat .... geen pretje.
A
is
B
was
Slide 5 - Quizvraag
Voltooid deelwoord?
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Ik heb in het ziekenhuis gelegen, dat was geen pretje. Wat woord is het voltooid deelwoord?
Slide 9 - Open vraag
Wat bedoelen we met een sterk werkwoord? Geef ook een voorbeeld van een sterk werkwoord
Slide 10 - Open vraag
verleden tijd gebruiken Hij ...... (koken) een lekkere maaltijd en wij ....(genieten) ervan.
A
kokte, genietten
B
kookt, genieten
C
kookte, genoten
D
kookte, genieten
Slide 11 - Quizvraag
Voltooid deelwoord Jij hebt dit heel goed gemaakt, jij hebt zeker heel veel geoefend?
A
hebt, hebt
B
gemaakt, hebt
C
hebt, geoefend
D
gemaakt, geoefend
Slide 12 - Quizvraag
Werkwoordspelling
laatste onderdeel
Het werkwoord kun je ook bijvoeglijk gebruiken
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Opdracht voltooid deelwoord
Start je licentie op (NuNederlands)
Ga naar onderdeel Gram 3, oefeningen 3.3. voltooid deelwoord