DISK thema 8 Technologie - Taak 1

DISK Thema 8 Technologie
Taak 1
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsISKISK

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

DISK Thema 8 Technologie
Taak 1

Slide 1 - Tekstslide

Filmpje: Waar gaat de les over?

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Gesprek oefenen 

Slide 4 - Tekstslide

Luister naar het gesprek
  • Onderstreep de woorden die je niet kent 

Slide 5 - Tekstslide

Het apparaat

Een voorwerp dat je kunt gebruiken om je te helpen.

Zin: 
Ik heb een apparaat gekocht voor in de keuken.

Slide 6 - Tekstslide

Tevreden
Blij met wat je hebt, alles is goed.

niet tevreden = ontevreden

Zin:
Ik ben tevreden met mijn huis.

Slide 7 - Tekstslide

Lees het gesprek voor
  • Lees de zinnen hardop voor. Leerling A begint. 
  • Doe de opdracht nog een keer. Nu begint B.

Slide 8 - Tekstslide

Oefen het gesprek
A Heb je een telefoon?
B Ja, natuurlijk. Iedereen heeft een telefoon.
A Wat voor merk is het?
B Ik heb een CHT.
A Ben je tevreden over je telefoon?
B Ja, hij is echt geweldig. Hij is mooi en snel en hij heeft ook een supergoede accu.
A Wat doe je allemaal op je telefoon?
B Wat denk je? Instagrammen, gamen en zo.
A Whatsapp je ook veel?
B Ja, vooral met mijn zus en mijn moeder.
A Welke app gebruik je het meest?
B Ik denk Snapchat of YouTube. Die vind ik echt de beste.
A Heb je ook een computer thuis?
B Ja, we hebben thuis twee laptops. Ze zijn klein maar hebben een heel mooi scherm.
A Wie gebruiken die?
B Vooral mijn zus en ik. En mijn moeder af en toe.
timer
5:00
Klaar?
Wissel van rol

Slide 9 - Tekstslide

Praten over apparaten
Stel elkaar de vragen. 
  • Heb je een telefoon?
  • Wat voor merk is het?
  • Ben je tevreden over je telefoon?
  • Wat doe je allemaal op je telefoon?
  • Whatsapp je ook veel?
  • Welke app gebruik je het meest?
  • Heb je ook een computer thuis?

 Klaar? De andere persoon stelt de vragen
timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

De pitch

Een minipresentatie -> 
een korte presentatie

Zin: 
Ik geef een pitch over mijn plan.

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld van een pitch
"Hallo allemaal, ik wil jullie vertellen over mijn smartphone, de SuperPhone X. Dit is de beste telefoon die je kunt kopen! Hij is snel, krachtig en heeft een prachtig scherm. De camera maakt scherpe en heldere foto’s, zelfs in het donker. De batterij gaat de hele dag mee, zodat je nooit zonder stroom zit.

Ik gebruik mijn SuperPhone X voor alles: bellen, berichten sturen, video’s kijken en spelletjes spelen. De telefoon is ook superveilig, want hij heeft gezichtsherkenning.

Wil jij een telefoon die mooi, handig en supersnel is? Koop dan de SuperPhone X!"

Slide 12 - Tekstslide

Pitch voorbereiden
  • Voor welk apparaat of welke technologie ga je reclame maken? Je telefoon, een app, je digitale camera of een ander apparaat.
  • Waarom is het apparaat zo goed? 
  • Wat vind je er leuk aan? 
  • Wat kan je ermee doen?
  • Waarom moet iemand anders het ook gaan gebruiken?

Groep A: Schrijf de antwoorden op je werkblad (opdracht 4). Of schrijf in je schrift.

Een pitch
Een pitch is een hele korte presentatie.
Voor deze opdracht is je pitch 1 minuut.

Slide 13 - Tekstslide

Groep B:
Welke woorden maken een reclame goed?

Slide 14 - Woordweb

Voorbeeld van een pitch
"Hallo allemaal, ik wil jullie vertellen over mijn smartphone, de SuperPhone X. Dit is de beste telefoon die je kunt kopen! Hij is snel, krachtig en heeft een prachtig scherm. De camera maakt scherpe en heldere foto’s, zelfs in het donker. De batterij gaat de hele dag mee, zodat je nooit zonder stroom zit.

Ik gebruik mijn SuperPhone X voor alles: bellen, berichten sturen, video’s kijken en spelletjes spelen. De telefoon is ook superveilig, want hij heeft gezichtsherkenning.

Wil jij een telefoon die mooi, handig en supersnel is? Koop dan de SuperPhone X!"

Slide 15 - Tekstslide

Pitchen
  • Donderdag
  • Je oefent eerst zelf. 
  • Daarna oefen je in groepjes.
  • Ten slotte ga je voor de klas pitchen.

Slide 16 - Tekstslide

Welke reclame was het beste?

Slide 17 - Woordweb