DISK thema 8 intro + taak 1

DISK taak 1 thema 8
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

DISK taak 1 thema 8

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Nieuw thema bekijken
  • Nieuwe woorden
  • DISK taak 1
        - Gesprek oefenen
        - Vragen beantwoorden
        - Pitch voorbereiden

Slide 2 - Tekstslide

Doel van de les
Aan het einde van de les kun je:
- De nieuwe woorden vertalen in je eigen taal, aangeven welke andere woorden erbij horen en ze gebruiken in een Nederlandse zin.

- Een korte pitch geven over een apparaat.

Slide 3 - Tekstslide

Technologie
Waarover gaat dit thema?
Een wereld zonder computers, internet of telefoon?  Kan dat?

Welke apparaten zijn belangrijk voor jou? 

En welke apparaten worden in de toekomst belangrijk?
Heeft iedereen dan een robot? 

Slide 4 - Tekstslide

Technologie
Waar denk je aan?

Slide 5 - Woordweb

De technologie =
Technologie is het uitvinden en toepassen van nieuwe technieken. 

Slide 6 - Tekstslide

De uitvinding =
Iets dat als eerste bedacht of gemaakt is.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Vroeger

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

De toekomst???

Slide 12 - Tekstslide

Wat kunnen we
in de toekomst?

Slide 13 - Woordweb

Wat is dit?
Wat kun je hiermee
doen?

Slide 14 - Woordweb

Wat weet je
hierover?

Slide 15 - Woordweb

Wat weet je
hierover?

Slide 16 - Woordweb

Wat weet je
hierover?

Slide 17 - Woordweb

Welke uitvindingen
ken je nog meer?

Slide 18 - Woordweb

AI
Kunstmatige intelligentie (Engels: artificial intelligence):

 - De technologie die computers laat 'denken'. 

- De computer kan keuzes maken zonder dat de mens hem helpt. 

- De computer kan zichzelf trainen en slimmer maken. 
  Dit heet 'machinaal leren' of 'automatisch leren',  

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeelden
AI

Slide 20 - Woordweb

Voorbeelden AI
* Het controleren of betalingen bij de bank echt zijn of niet.
* Het berekenen van de snelste route (Googlemaps).
* Het kiezen welke reclame je te zien krijgt op Youtube.
* Zelfrijdende auto's (Tesla)

Kan AI ook muziek schrijven? 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Dit thema vind ik:

Slide 23 - Poll

Kijken naar de woordenlijst

Slide 24 - Tekstslide

Type hier een titel
Woorden groep roze
We doen eerst de woorden van groep roze.
Groep groen kan beginnen aan de woordenlijst.

Schrijf voor elk woord de woordendriehoek in je schrift.
In je schrift:
De reactie: praten, antwoord, gevoel.

Slide 25 - Tekstslide

Type hier een titel
📲 De app
Ik gebruik een app om muziek te luisteren.

🔺 Woorddriehoek:
  • Telefoon
  • Internet
  • Software

Slide 26 - Tekstslide

Type hier een titel
ℹ️ De informatie
Ik zoek informatie over het nieuwe apparaat op het internet.

🔺 Woorddriehoek:
  • Weten
  • Geven
  • Lezen

Slide 27 - Tekstslide

Type hier een titel
💰 De kosten
Hoeveel kosten deze schoenen?

🔺 Woorddriehoek:
  • Prijs
  • Geld
  • Betalen

Slide 28 - Tekstslide

Type hier een titel
💶 Goedkoop 
Mijn telefoon was goedkoop.

🔺 Woorddriehoek:
  • Weinig geld
  • Prijs
  • Winkelen

Slide 29 - Tekstslide

Type hier een titel
🔄 Nog 
Ik wil nog een stukje pizza.

🔺 Woorddriehoek:
  • Meer
  • Extra
  • Opnieuw

Slide 30 - Tekstslide

Type hier een titel
🎉 Geweldig
Mijn nieuwe smartphone is geweldig!

🔺 Woorddriehoek:
  • Fantastisch
  • Leuk
  • Super

Slide 31 - Tekstslide

Type hier een titel
👥 Iedereen
Bijna iedereen heeft een mobiel.

🔺 Woorddriehoek:
  • Alle mensen
  • Samen
  • Groep

Slide 32 - Tekstslide

Type hier een titel
📱 De smartphone
Ik bel mijn moeder met mijn smartphone.

🔺 Woorddriehoek:
  • Telefoon
  • Mobiel
  • App

Slide 33 - Tekstslide

Type hier een titel
Woorden groep groen
Nu doen we de woorden van groep groen.
Groep roze kan beginnen aan de woordenlijst.

Schrijf voor elk woord de woordendriehoek in je schrift.
In je schrift:
De reactie: praten, antwoord, gevoel.

Slide 34 - Tekstslide

Type hier een titel
📱Het apparaat
  • Mijn nieuwe telefoon is een handig apparaat om foto’s te maken en berichten te sturen.

🔺 Woorddriehoek:
Technologie
Telefoon
Machine

Slide 35 - Tekstslide

Type hier een titel
De batterij🔋
  • Mijn telefoon is bijna leeg, ik moet de batterij opladen.

🔺 Woorddriehoek:
  • Energie
  • Opladen
  • Elektronica

Slide 36 - Tekstslide

Type hier een titel
Modern
Het nieuwe museum is heel modern.

🔺 Woorddriehoek:
  • Nieuw
  • Van nu
  • Technologie


Slide 37 - Tekstslide

Type hier een titel
De prijs 💰
De nieuwe Iphone heeft een hoge prijs.

🔺 Woorddriehoek:
  • Kosten
  • Geld
  • Betalen



Slide 38 - Tekstslide

Type hier een titel
beschrijven ✍️
Kun je het schilderij beschrijven zodat ik het beter kan begrijpen?

🔺 Woorddriehoek:
  • Uitleggen
  • Vertellen
  • Uitzien

Slide 39 - Tekstslide

Opdracht 1. Oefen het gesprek
A Heb je een telefoon?
B Ja, natuurlijk. Iedereen heeft een telefoon.
A Wat voor merk is het?
B Ik heb een CHT.
A Ben je tevreden over je telefoon?
B Ja, hij is echt geweldig. Hij is mooi en snel en hij heeft ook een supergoede accu.
A Wat doe je allemaal op je telefoon?
B Wat denk je? Instagrammen, gamen en zo.
A Whatsapp je ook veel?
B Ja, vooral met mijn zus en mijn moeder.
A Welke app gebruik je het meest?
B Ik denk Snapchat of YouTube. Die vind ik echt de beste.
A Heb je ook een computer thuis?
B Ja, we hebben thuis twee laptops. Ze zijn klein maar hebben een heel mooi scherm.
A Wie gebruiken die?
B Vooral mijn zus en ik. En mijn moeder af en toe.
timer
5:00
Klaar?
Wissel van rol

Slide 40 - Tekstslide

Opdracht 2. Stel vragen
Stel de vragen aan degene naast je.
  • Heb je een telefoon?
  • Wat voor merk is het?
  • Ben je tevreden over je telefoon?
  • Wat doe je allemaal op je telefoon?
  • Whatsapp je ook veel?
  • Welke app gebruik je het meest?
  • Heb je ook een computer thuis?

 Klaar? De andere persoon stelt de vragen
timer
5:00

Slide 41 - Tekstslide

Opdracht 3. Pitch voorbereiden
  • Voor welk apparaat ga je reclame maken?
  • Waarom is het apparaat zo goed? 
  • Wat vind je er leuk aan? 
  • Wat kan je ermee doen?
  • Waarom moet iemand anders het ook gaan gebruiken?

Beantwoord de vragen in DISK taak 1!
In het 5e uur gaat iedereen presenteren.
Een pitch
Een pitch is een hele korte presentatie.
Voor deze opdracht is je pitch 1 minuut.

Slide 42 - Tekstslide

De pitch
= Een korte presentatie



Ik geef een pitch over mijn nieuwe idee.

Slide 43 - Tekstslide

Tevreden
= Blij met wat je hebt, alles is goed.

niet tevreden = ontevreden

Ik ben tevreden met mijn huis.

Slide 44 - Tekstslide

Het apparaat
een voorwerp dat je kunt gebruiken om je te helpen.

Ik heb een apparaat gekocht voor in de keuken.

Slide 45 - Tekstslide