Taalverzorging: hoofdletters en leestekens

Taalverzorging
Leestekens
Hoofdletters
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Taalverzorging
Leestekens
Hoofdletters

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt punten, vraagtekens, uitroeptekens en komma's gebruiken.
  • Je kunt een dubbele punt, aanhalingstekens en hoofdletters gebruiken bij een citaat.
  • Je  weet wanneer je een hoofdletter moet gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Leestekens
Als je een leesteken vergeet of verkeerd gebruikt, maak je een interpunctiefout.

Slide 3 - Tekstslide

Hoofdletters
Als je een hoofdletter vergeet of verkeerd gebruikt, maak je een spelfout.

Slide 4 - Tekstslide

Leestekens
Wanneer gebruik je een punt, vraagteken of uitroepteken?
Aan het einde van een zin.

Slide 5 - Tekstslide

Komma
Wanneer gebruik je een komma?

  • Tussen twee persoonsvormen;
  • Tussen delen van een opsomming;
  • Na een naam of uitroep aan het begin van een zin;
  • Voor voegwoorden zoals: dat, omdat, terwijl, toen, want.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Dubbele punt en aanhalingstekens

Gebruik je bij een citaat.
Maaike vroeg: "Mag ik jouw boek lenen?"
André zei: "Ja hoor, dat is prima."

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Hoofdletters
  • Gebruiken we aan het begin van een zin
  • Bij namen: Maaike Zijm, mevrouw Zijm
  • Bij merknamen of namen van bedrijven: Action, Aldi, Lidl, Pepsi, Nintendo

Slide 10 - Tekstslide

Hoofdletters
Historische gebeurtenissen: Tweede Wereldoorlog, Franse Revolutie
Aardrijkskundige namen: Texel, Den Burg, Haffelderweg

Slide 11 - Tekstslide

Hoofdletters
Let op: je gebruikt geen hoofdletter bij namen van dagen, maanden, seizoen en windstreken!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video